Boekpresentatie 'Wie ben ik?' - 2019
Foto's -> Geschiedenis -> Personen(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Louis Godschalk ontvangt Salo en Conny Muller bij de ingang
Louis Godschalk ontvangt Salo en Conny Muller bij de ingang
Nadat de redactie van Amstelveenweb was uitgenodigd om een exclusief interview van Louis Godschalk over het boek 'Wie ben ik' bij te wonen en te publiceren, was het donderdagavond 17 januari 2019 zover om bij de boekpresentatie aanwezig te zijn. De presentatie vond plaats bij Boekhandel Blankevoort aan de Rembrandtweg 749 te Amstelveen. De hoofdpersoon Louis Godschalk was al tijdig aanwezig, evenals de schrijver van het boek, Koos Boorsma en zijn zoon Eddy Boorsma. Langzaam maar zeker kwamen de genodigden binnen ondanks de winterse regen. Eigenaar van de boekhandel, Rob Kuyper, gaf aan deze en gene thee of koffie om wat op te warmen, maar dat was in die zin niet persé nodig, want het was ook een soort reünie. Louis Godschalk begroette iedereen persoonlijk en om 20 uur was het zover.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Het wordt steeds drukker bij Boekhandel Blankevoort
Eddy Boorsma was de ceremoniemeester van de avond, maar voordat hij het woord kreeg heette Chelin Greuter medewerker bij Boekhandel Blankevoort iedereen welkom in de zaak en deelde mee dat na de presentatie het boek natuurlijk ook gekocht kon worden. Eddy vertelde over zijn eerste ontmoetingen met Louis toen hij nog een kind was en raakte geëmotioneerd, toen hij hieraan terugdacht. Vervolgens gaf hij zijn vader Koos Boorsma het woord, aangezien deze door Louis was gevraagd om het verhaal vast te leggen.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De boekpresentatie is in de handen van ceremoniemeester Eddy Boorsma
Koos vertelde hoe hij in Friesland Louis ontmoette om zijn financiële zaken te regelen. Hij kreeg groot vertrouwen van Louis, want toen deze naar Israël verhuisde met zijn gezin, mocht Koos de zaken blijven behartigen. Uit de zakelijke relatie groeide een vriendschap en zodoende vroeg Louis hem om zijn levensverhaal op schrift te stellen. Dat was niet eenvoudig, want Koos Boorsma is geen schrijver van beroep, maar het is goed gelukt. De redactie heeft het boek al op voorhand mogen lezen en het is heel toegankelijk geschreven. Ook voor degenen die niet (zo) bekend zijn met het Jodendom, wordt er veel uitgelegd in de bijlagen.
Na de inleiding van Koos kreeg Louis het woord. Hij begon met de volgende inleiding: 'Er was eens een wijze man die soms op het strand ging lopen. Op een dag, terwijl hij langs de kust liep, keek hij over het strand en zag een menselijke figuur bewegen als een danser. Toen hij dichterbij kwam, zag hij dat het een jongeman was die helemaal niet danste. De jongeman boog zich, pakte kleine voorwerpen op en gooide deze voorwerpen in de oceaan. De wijze man kwam dichterbij en zei: Goedemorgen! Mag ik vragen wat je doet? De jongeman zweeg even, keek op en antwoordde: Zeesterren in de oceaan gooien. Mag ik je vragen, waarom je zeesterren in de oceaan gooit? - vroeg de verbaasde wijze man. Hierop antwoordde de jongeman: De zon is op en het getij gaat uit, als ik de zeesterren niet in de oceaan gooi, sterven ze. De wijze man zei: Maar jongeman, besef je niet dat hier mijlenver strand is en dat er duizenden zeesterren zijn? Jij kunt onmogelijk een verschil maken! De jongeman bukte zich, pakte nog een zeester en gooide die in de oceaan. Toen de zeester het water plonsde, zei de jongeman, "Het maakt een verschil voor die ene." (Loren Eiseley).'
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Koos Boorsma de schrijver van het boek vertelt over hoe uit de zakelijke relatie een vriendschap groeide tussen Louis en hem
Louis vervolgde met: 'Het maakt een verschil voor die ene: 1½ miljoen kinderen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog (WOII) vermoord. Voor die enkele kinderen die door dappere mensen tijdens WOII met gevaar voor eigen leven gered zijn: geldt: ‘Het maakt het een verschil voor die ene.’ ‘In de 60-er jaren van de vorige eeuw vertelde Hennie Oosterkamp mij dat op 14 april 1944, heer Stroop, toen wonende in de Kloosterhof te Sneek, bij haar ouderlijke woning op de deur klopte met een 18 maanden oude baby op zijn arm die haar vroeg of zij Gerrit konden verbergen. Henny opende niet alleen de deur van haar ouderlijk huis, maar ook haar hart. Uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg zijn de ongeveer 600 Joodse kinderen gered. Ik ben één van de kinderen die uit deze crèche gehaald zijn. Vanaf 1943 tot 1958 heb ik in Scharnegoutum gewoond, in 1958 verhuisde ik met mijn pleegouders naar Leeuwarden.’
‘Aan al die kinderredders die met gevaar voor eigen leven Joodse kinderen probeerde te redden heb ook ik mijn leven te danken. Het boek is bedoeld als een eerbetoon aan mijn vermoorde familie, mijn tweede mama Hennie Oosterkamp en haar vader Klaas, zuster Eke en broers Marten en Siebe, die mij in deze donkere jaren tijdens de Tweede Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven hebben verborgen. Hennie en wijlen haar vader hebben in 1981 de zogenaamde Yad Vashem de onderscheiding Ereburger van de Staat Israël ontvangen en Hennie heeft een boom geplant in de Laan der Rechtvaardigen.’
Louis was lang aan het woord waarvan hier een samenvatting: ‘Na mijn geboorte in november 1942 waren mijn kansen om de Tweede Wereldoorlog te overleven niet groot. Het begon allemaal, toen mijn ouders en de ouders van mijn vader op 20 juli vanuit het doorgans kamp Westerbork in veewagons werden getransporteerd naar Sobibor. Na aankomst op 23 juli werden ze direct vergast. De Tweede Wereldoorlog is drie en zeventig jaar geleden afgelopen, maar voor mij zal deze oorlog nooit ophouden. De ingrijpende ervaringen meegemaakt in en vooral na de oorlog en de herinneringen daaraan blijven prominent aanwezig in mijn leven. Na 23 juli 1943 alleen op de wereld, als Joodse wees ondergedoken in Friesland. Vandaag een trotse Joodse grootvader wonend in Israël. Wat Koos Boorsma beschrijft, komt uit mijn jarenlange aantekeningen en onze gesprekken vanaf 1981. Ik wilde een biografie omdat verhalen verteld moeten blijven, namen genoemd moeten worden en men vooral niet moet zwijgen. Verhalen en namen vertellen laten het verleden leven, nu en in de toekomst, want het zal niet zo lang meer duren, dan zijn er geen levende getuigen meer van de verschrikking van de Tweede Wereldoorlog.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Louis Godschalk vertelt over zijn Kafkaiaanse levensverhaal met zinloze, desoriënterende en nachtmerrieachtige complexiteit
‘Iedereen noemt mij Louis Godschalk, maar ik ben er niet van overtuigd dat ik Louis Godschalk ben. Het is voor mij een blijvende vraag, nadat ik mijn Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK)-file eind 1980 had ingezien. De regering gaf na de bevrijding de opdracht om uit te zoeken ‘wie is wie’ van de duizenden opduikende Joodse ondergedoken kinderen aan de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK). Ruim 4000 oorlogspleegkinderen, onder wie 3.500 Joodse kinderen, werden door verzetsgroepen uit de handen van de Duitsers gered. Deze verzetsgroepen, ook wel kinderredders genoemd hadden in de zomer van 1944 een voorstel gereed. Dit voorstel werd naar Londen gestuurd, waar het Kabinet Gerbrandy akkoord ging met de hoofdpunten.
In mei startte de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen haar werkzaamheden. Comité voorzitter werd gereformeerde juriste G.H.J van der Molen, (tante Lien) actief in de verzetsgroep rond het illegale blad Trouw. Directeur werd de tot het gereformeerde geloof overgegane Hongaarse Jood, Sándor Baracs. Van der Molen en Baracs waren van mening dat de Joodse kinderen nu Nederlandse kinderen waren. Volgens hen had de Nederlandse gemeente recht op deze kinderen. In Joodse kringen was met het daarmee niet eens. In mei1948 richten verontrustende Joden een eigen voogdijvereniging op, 'Le-Ezrath Ha-Jeled' (Het kind ter hulpe). De spanningen tussen de commissies liepen hoog op en de 'bom' barste, in maart 1949. Op 11 augustus 1949, daags voor het 4-jarig bestaan werd OPK formeel ontbonden.’
‘De gegevens over en van mij in mijn rapport van de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen zijn onzorgvuldig, niet compleet, tegenstrijdig en soms controleerbaar niet waar. De werkelijke dreiging vanuit Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen was de toewijzing van de Joodse wezen. Dat werd de grootste opgave voor de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen. 2041 Joodse kinderen waren wees geworden. Ik hoorde bij de ongeveer 1370 Joodse wezen jonger dan vijftien jaar. In het boek is te lezen, waarom men mij als Louis Godschalk zag, zoon van Lion Godschalk en Anna Zwaaf.’
‘In 1994 heb ik een oproep mogen plaatsen in het tv-programma Spoorloos, maar van mijn Godschalk familie is niemand levend gevonden. Van mijn Zwaaf familie heb ik door de Spoorloos uitzending kennis gemaakt met Barend Zwaaf en kinderen van buren en vriendinnen van mijn moeder. Ik ben een schakel tussen mijn vermoorde Joodse generatie Godschalk/Zwaaf en de nieuwe Joodse generatie Godschalk. Ik koos rond mijn 35ste jaar om mijn vermoorde ouders respect te geven door te kiezen voor hun Joodse tradities en fundamentele waarden en normen die kinderen nodig hebben voor hun toekomst.’
De verschillende sprekers zijn op de video te zien/beluisteren
Het boek is ook bedoeld als een eyeopener voor al die naoorlogse Joodse wezen die nog niet hun eigen Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen dossier gelezen hebben en daardoor niet op hoogte zijn van hoe OPK heeft gewerkt. Dat is ook de reden dat Koos Boorsma voor de titel van mijn biografie Wie ben ik, heeft gekozen. Zal er ooit een duidelijk antwoord op mijn vraag ‘Wie ben ik’ komen? Dat is niet het geval.’
Samen met mijn lieve vrouw Ivonne, onze dochter Anna Vanessa en onze zoon Lion Patrick ben ik in 1981 op aliya gegaan (in Israël gaan wonen) en onze kinderen zijn wat men noemt ‘uitgekomen volgens de Joods Orthodoxe eisen’. Daardoor konden ze in Israël trouwen met een Joodse partner en ook hun kinderen kunnen trouwen met een Joodse partner. Dat het mij, samen met Ivonne is gelukt om de Joodse traditie door te geven aan onze kinderen en indirect aan onze kleinkinderen, voelt aan als een overwinning op Hitler. Ik sta hier dankzij Ivonne, mijn sterke vrouw. In de langdurige periodes dat ik niet kon werken en slapen, door mijn angsten, bedreigingen, gevaren die ik voelde, bleef Ivonne mijn steun en toeverlaat. Op deze manier heb ik een oplossing gevonden om mijn verdriet te camoufleren. Onze kinderen en kleinkinderen kunnen vrij van antisemitisme leven. In Israël wonen betekent voor mij wonen in het heden en denken aan het verleden met een positief gevoel voor de toekomst. De staat Israël betekent ook ‘Nooit weer Auschwitz’, er zullen nooit weer miljoenen Joden vermoord worden, enkel om het feit dat ze Joden zijn. Ik tel mijn zegeningen!’
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Louis Godschalk overhandigt het eerste exemplaar van het boek 'Wie ben ik' aan Salo Muller
Na de toespraak van Louis Godschalk vroeg hij Salo Muller om naar voren te komen en overhandigde hem het eerste exemplaar van het boek. Voor Salo is het boek heel herkenbaar, want ook hij, al is hij 6 jaar ouder dan Louis, heeft als kind onder andere in Friesland ondergedoken gezeten. Ook zijn ouders zijn in WOII vermoord en ook zijn onderduikouders zijn geëerd met een eremedaille van Yad Vashem. Na zijn korte toespraak vroeg Louis hem om nog wat te vertellen over zijn succes bij zijn gevecht om de NS schadevergoeding te laten betalen aan de (nakomelingen van) slachtoffers van de Holocaust. Dit is op de video te beluisteren.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Salo Muller heeft in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind vanaf 1942 ondergedoken gezeten nadat hij vanuit de crèche in de Amsterdamse Schouwburg werd gered. Zijn beide ouders zijn omgekomen in Auschwitz. Over zijn belevenissen in de oorlogsjaren schreef hij het boek 'Tot vanavond en lief zijn hoor'. Maar vanavond sprak hij over zijn gevecht om de transportkosten van de 102.000 Joden die naar de verschillende kampen werden afgevoerd, te laten vergoeden door NS. Dat was 7,50 gulden per treinticket dat de mensen ook nog zelf moesten betalen
Zowel Eddy, Koos als Salo ontvingen bloemen van Louis als dank en daarna riep hij Betty Cosman naar voren. Max en Betty waren eigenaar van de winkelketen ’t Mantelhuis, de naam die Louis ook mocht gebruiken voor zijn nieuwe zaak. Er moest echter iemand borg staan voordat hij het pand kreeg toegewezen en dat deden beiden. Destijds wilde Louis hen bedanken voor de borg en bloemen brengen, maar ze had een tuin vol bloemen, dus dat werd afgeraden. Nu na 37 jaar wilde Louis Betty toch graag een mooi boeket overhandigen en zo geschiedde. Toen meldde de ceremoniemeester dat als een ieder zijn/haar stoeltje opklapte en aan de zijkant zette, er gelegenheid was om nog een drankje te drinken, een boek te kopen en te laten signeren door Louis Godschalk.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Aan het einde van de indrukwekkende boekpresentatie komen veel mensen naar Louis om hun net gekochte boeken te laten signeren en dat doet hij met grote tevredenheid
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Er is toch ruimte gevonden voor een groepsfoto vlnr.: Eddy Boorsma, Louis Godschalk, Koos Boorsma en Salo Muller
Het was een mooie ontroerende avond en de redactieleden van Amstelveenweb vonden het een eer dat zij zo gastvrij door Louis werden onthaald, niet alleen om zijn exclusieve interview op voorhand te mogen opnemen en publiceren, maar ook om deze presentatie te mogen bijwonen en vastleggen.
We wensen U een mooi leven in Israël
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Het wordt steeds drukker bij Boekhandel Blankevoort
Eddy Boorsma was de ceremoniemeester van de avond, maar voordat hij het woord kreeg heette Chelin Greuter medewerker bij Boekhandel Blankevoort iedereen welkom in de zaak en deelde mee dat na de presentatie het boek natuurlijk ook gekocht kon worden. Eddy vertelde over zijn eerste ontmoetingen met Louis toen hij nog een kind was en raakte geëmotioneerd, toen hij hieraan terugdacht. Vervolgens gaf hij zijn vader Koos Boorsma het woord, aangezien deze door Louis was gevraagd om het verhaal vast te leggen.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De boekpresentatie is in de handen van ceremoniemeester Eddy Boorsma
Koos vertelde hoe hij in Friesland Louis ontmoette om zijn financiële zaken te regelen. Hij kreeg groot vertrouwen van Louis, want toen deze naar Israël verhuisde met zijn gezin, mocht Koos de zaken blijven behartigen. Uit de zakelijke relatie groeide een vriendschap en zodoende vroeg Louis hem om zijn levensverhaal op schrift te stellen. Dat was niet eenvoudig, want Koos Boorsma is geen schrijver van beroep, maar het is goed gelukt. De redactie heeft het boek al op voorhand mogen lezen en het is heel toegankelijk geschreven. Ook voor degenen die niet (zo) bekend zijn met het Jodendom, wordt er veel uitgelegd in de bijlagen.
Na de inleiding van Koos kreeg Louis het woord. Hij begon met de volgende inleiding: 'Er was eens een wijze man die soms op het strand ging lopen. Op een dag, terwijl hij langs de kust liep, keek hij over het strand en zag een menselijke figuur bewegen als een danser. Toen hij dichterbij kwam, zag hij dat het een jongeman was die helemaal niet danste. De jongeman boog zich, pakte kleine voorwerpen op en gooide deze voorwerpen in de oceaan. De wijze man kwam dichterbij en zei: Goedemorgen! Mag ik vragen wat je doet? De jongeman zweeg even, keek op en antwoordde: Zeesterren in de oceaan gooien. Mag ik je vragen, waarom je zeesterren in de oceaan gooit? - vroeg de verbaasde wijze man. Hierop antwoordde de jongeman: De zon is op en het getij gaat uit, als ik de zeesterren niet in de oceaan gooi, sterven ze. De wijze man zei: Maar jongeman, besef je niet dat hier mijlenver strand is en dat er duizenden zeesterren zijn? Jij kunt onmogelijk een verschil maken! De jongeman bukte zich, pakte nog een zeester en gooide die in de oceaan. Toen de zeester het water plonsde, zei de jongeman, "Het maakt een verschil voor die ene." (Loren Eiseley).'
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Koos Boorsma de schrijver van het boek vertelt over hoe uit de zakelijke relatie een vriendschap groeide tussen Louis en hem
Louis vervolgde met: 'Het maakt een verschil voor die ene: 1½ miljoen kinderen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog (WOII) vermoord. Voor die enkele kinderen die door dappere mensen tijdens WOII met gevaar voor eigen leven gered zijn: geldt: ‘Het maakt het een verschil voor die ene.’ ‘In de 60-er jaren van de vorige eeuw vertelde Hennie Oosterkamp mij dat op 14 april 1944, heer Stroop, toen wonende in de Kloosterhof te Sneek, bij haar ouderlijke woning op de deur klopte met een 18 maanden oude baby op zijn arm die haar vroeg of zij Gerrit konden verbergen. Henny opende niet alleen de deur van haar ouderlijk huis, maar ook haar hart. Uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg zijn de ongeveer 600 Joodse kinderen gered. Ik ben één van de kinderen die uit deze crèche gehaald zijn. Vanaf 1943 tot 1958 heb ik in Scharnegoutum gewoond, in 1958 verhuisde ik met mijn pleegouders naar Leeuwarden.’
‘Aan al die kinderredders die met gevaar voor eigen leven Joodse kinderen probeerde te redden heb ook ik mijn leven te danken. Het boek is bedoeld als een eerbetoon aan mijn vermoorde familie, mijn tweede mama Hennie Oosterkamp en haar vader Klaas, zuster Eke en broers Marten en Siebe, die mij in deze donkere jaren tijdens de Tweede Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven hebben verborgen. Hennie en wijlen haar vader hebben in 1981 de zogenaamde Yad Vashem de onderscheiding Ereburger van de Staat Israël ontvangen en Hennie heeft een boom geplant in de Laan der Rechtvaardigen.’
Louis was lang aan het woord waarvan hier een samenvatting: ‘Na mijn geboorte in november 1942 waren mijn kansen om de Tweede Wereldoorlog te overleven niet groot. Het begon allemaal, toen mijn ouders en de ouders van mijn vader op 20 juli vanuit het doorgans kamp Westerbork in veewagons werden getransporteerd naar Sobibor. Na aankomst op 23 juli werden ze direct vergast. De Tweede Wereldoorlog is drie en zeventig jaar geleden afgelopen, maar voor mij zal deze oorlog nooit ophouden. De ingrijpende ervaringen meegemaakt in en vooral na de oorlog en de herinneringen daaraan blijven prominent aanwezig in mijn leven. Na 23 juli 1943 alleen op de wereld, als Joodse wees ondergedoken in Friesland. Vandaag een trotse Joodse grootvader wonend in Israël. Wat Koos Boorsma beschrijft, komt uit mijn jarenlange aantekeningen en onze gesprekken vanaf 1981. Ik wilde een biografie omdat verhalen verteld moeten blijven, namen genoemd moeten worden en men vooral niet moet zwijgen. Verhalen en namen vertellen laten het verleden leven, nu en in de toekomst, want het zal niet zo lang meer duren, dan zijn er geen levende getuigen meer van de verschrikking van de Tweede Wereldoorlog.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Louis Godschalk vertelt over zijn Kafkaiaanse levensverhaal met zinloze, desoriënterende en nachtmerrieachtige complexiteit
‘Iedereen noemt mij Louis Godschalk, maar ik ben er niet van overtuigd dat ik Louis Godschalk ben. Het is voor mij een blijvende vraag, nadat ik mijn Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK)-file eind 1980 had ingezien. De regering gaf na de bevrijding de opdracht om uit te zoeken ‘wie is wie’ van de duizenden opduikende Joodse ondergedoken kinderen aan de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK). Ruim 4000 oorlogspleegkinderen, onder wie 3.500 Joodse kinderen, werden door verzetsgroepen uit de handen van de Duitsers gered. Deze verzetsgroepen, ook wel kinderredders genoemd hadden in de zomer van 1944 een voorstel gereed. Dit voorstel werd naar Londen gestuurd, waar het Kabinet Gerbrandy akkoord ging met de hoofdpunten.
In mei startte de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen haar werkzaamheden. Comité voorzitter werd gereformeerde juriste G.H.J van der Molen, (tante Lien) actief in de verzetsgroep rond het illegale blad Trouw. Directeur werd de tot het gereformeerde geloof overgegane Hongaarse Jood, Sándor Baracs. Van der Molen en Baracs waren van mening dat de Joodse kinderen nu Nederlandse kinderen waren. Volgens hen had de Nederlandse gemeente recht op deze kinderen. In Joodse kringen was met het daarmee niet eens. In mei1948 richten verontrustende Joden een eigen voogdijvereniging op, 'Le-Ezrath Ha-Jeled' (Het kind ter hulpe). De spanningen tussen de commissies liepen hoog op en de 'bom' barste, in maart 1949. Op 11 augustus 1949, daags voor het 4-jarig bestaan werd OPK formeel ontbonden.’
‘De gegevens over en van mij in mijn rapport van de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen zijn onzorgvuldig, niet compleet, tegenstrijdig en soms controleerbaar niet waar. De werkelijke dreiging vanuit Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen was de toewijzing van de Joodse wezen. Dat werd de grootste opgave voor de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen. 2041 Joodse kinderen waren wees geworden. Ik hoorde bij de ongeveer 1370 Joodse wezen jonger dan vijftien jaar. In het boek is te lezen, waarom men mij als Louis Godschalk zag, zoon van Lion Godschalk en Anna Zwaaf.’
‘In 1994 heb ik een oproep mogen plaatsen in het tv-programma Spoorloos, maar van mijn Godschalk familie is niemand levend gevonden. Van mijn Zwaaf familie heb ik door de Spoorloos uitzending kennis gemaakt met Barend Zwaaf en kinderen van buren en vriendinnen van mijn moeder. Ik ben een schakel tussen mijn vermoorde Joodse generatie Godschalk/Zwaaf en de nieuwe Joodse generatie Godschalk. Ik koos rond mijn 35ste jaar om mijn vermoorde ouders respect te geven door te kiezen voor hun Joodse tradities en fundamentele waarden en normen die kinderen nodig hebben voor hun toekomst.’
De verschillende sprekers zijn op de video te zien/beluisteren
Het boek is ook bedoeld als een eyeopener voor al die naoorlogse Joodse wezen die nog niet hun eigen Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen dossier gelezen hebben en daardoor niet op hoogte zijn van hoe OPK heeft gewerkt. Dat is ook de reden dat Koos Boorsma voor de titel van mijn biografie Wie ben ik, heeft gekozen. Zal er ooit een duidelijk antwoord op mijn vraag ‘Wie ben ik’ komen? Dat is niet het geval.’
Samen met mijn lieve vrouw Ivonne, onze dochter Anna Vanessa en onze zoon Lion Patrick ben ik in 1981 op aliya gegaan (in Israël gaan wonen) en onze kinderen zijn wat men noemt ‘uitgekomen volgens de Joods Orthodoxe eisen’. Daardoor konden ze in Israël trouwen met een Joodse partner en ook hun kinderen kunnen trouwen met een Joodse partner. Dat het mij, samen met Ivonne is gelukt om de Joodse traditie door te geven aan onze kinderen en indirect aan onze kleinkinderen, voelt aan als een overwinning op Hitler. Ik sta hier dankzij Ivonne, mijn sterke vrouw. In de langdurige periodes dat ik niet kon werken en slapen, door mijn angsten, bedreigingen, gevaren die ik voelde, bleef Ivonne mijn steun en toeverlaat. Op deze manier heb ik een oplossing gevonden om mijn verdriet te camoufleren. Onze kinderen en kleinkinderen kunnen vrij van antisemitisme leven. In Israël wonen betekent voor mij wonen in het heden en denken aan het verleden met een positief gevoel voor de toekomst. De staat Israël betekent ook ‘Nooit weer Auschwitz’, er zullen nooit weer miljoenen Joden vermoord worden, enkel om het feit dat ze Joden zijn. Ik tel mijn zegeningen!’
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Louis Godschalk overhandigt het eerste exemplaar van het boek 'Wie ben ik' aan Salo Muller
Na de toespraak van Louis Godschalk vroeg hij Salo Muller om naar voren te komen en overhandigde hem het eerste exemplaar van het boek. Voor Salo is het boek heel herkenbaar, want ook hij, al is hij 6 jaar ouder dan Louis, heeft als kind onder andere in Friesland ondergedoken gezeten. Ook zijn ouders zijn in WOII vermoord en ook zijn onderduikouders zijn geëerd met een eremedaille van Yad Vashem. Na zijn korte toespraak vroeg Louis hem om nog wat te vertellen over zijn succes bij zijn gevecht om de NS schadevergoeding te laten betalen aan de (nakomelingen van) slachtoffers van de Holocaust. Dit is op de video te beluisteren.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Salo Muller heeft in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind vanaf 1942 ondergedoken gezeten nadat hij vanuit de crèche in de Amsterdamse Schouwburg werd gered. Zijn beide ouders zijn omgekomen in Auschwitz. Over zijn belevenissen in de oorlogsjaren schreef hij het boek 'Tot vanavond en lief zijn hoor'. Maar vanavond sprak hij over zijn gevecht om de transportkosten van de 102.000 Joden die naar de verschillende kampen werden afgevoerd, te laten vergoeden door NS. Dat was 7,50 gulden per treinticket dat de mensen ook nog zelf moesten betalen
Zowel Eddy, Koos als Salo ontvingen bloemen van Louis als dank en daarna riep hij Betty Cosman naar voren. Max en Betty waren eigenaar van de winkelketen ’t Mantelhuis, de naam die Louis ook mocht gebruiken voor zijn nieuwe zaak. Er moest echter iemand borg staan voordat hij het pand kreeg toegewezen en dat deden beiden. Destijds wilde Louis hen bedanken voor de borg en bloemen brengen, maar ze had een tuin vol bloemen, dus dat werd afgeraden. Nu na 37 jaar wilde Louis Betty toch graag een mooi boeket overhandigen en zo geschiedde. Toen meldde de ceremoniemeester dat als een ieder zijn/haar stoeltje opklapte en aan de zijkant zette, er gelegenheid was om nog een drankje te drinken, een boek te kopen en te laten signeren door Louis Godschalk.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Aan het einde van de indrukwekkende boekpresentatie komen veel mensen naar Louis om hun net gekochte boeken te laten signeren en dat doet hij met grote tevredenheid
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Er is toch ruimte gevonden voor een groepsfoto vlnr.: Eddy Boorsma, Louis Godschalk, Koos Boorsma en Salo Muller
Het was een mooie ontroerende avond en de redactieleden van Amstelveenweb vonden het een eer dat zij zo gastvrij door Louis werden onthaald, niet alleen om zijn exclusieve interview op voorhand te mogen opnemen en publiceren, maar ook om deze presentatie te mogen bijwonen en vastleggen.
We wensen U een mooi leven in Israël
אנו מאחלים לכם חיים יפים בישראל