Geschiedenis van Amstelveen
Andere pagina's over de geschiedenis van Amstelveen:
Korte introductie van Amstelveen
Bestuurders van Amstelveen
Geschiedenis van Turftrappen en Turfsteken
Wapen van Amstelveen
Amstelveen viert verjaardag
Van Weiland naar Stadshart
Geschiedenis van Amstelveen
De naam Amstelveen wordt sinds 1964 gebruikt voor het gedeelte van Nieuwer-Amstel, dat na de annexaties van Amsterdam overbleef.
Nieuwer-Amstel ontstond in 1278 en was daarvoor bekend onder de naam Aemstelle (ame + stelle = waterloop + hoge grond). Amsterdam kreeg in 1300 stadsrechten en scheidde zich zo af van het Amstelland. De eerste leenheer van Amstelland was Guy van Avesnes. Hij moest in 1307 zijn ambt aan Barend (Bernd) van Dorenweerde geven toen hij Bisschop van Utrecht werd. In 1342 kreeg Amsterdam voor het eerst een stuk van Nieuwer-Amstel, dat in 1387 werd uitgebreid.
(Amstelveenweb.com collectie)
Amsterdam en omgeving in 1610
Een plattelandsgemeente werd vroeger een ambacht genoemd. Amstelveen vormde als klein dorp de kern van het ambacht Nieuwer-Amstel. Nieuwer-Amstel had een ambachtsbestuur, bestaande uit schout en schepenen. Een schout was de benaming die men nu gebruikt voor burgemeester en een schepen voor wethouder. Het ambacht van Amstelveen werd in 1399 door Hertog Albrecht verkocht aan zijn neef Koen Cuser van Oosterwijk. Hij werd toen de eerste ambachtsheer van "Amstelreveen" en kreeg als ambachtsheer het recht om schout en schepenen aan te stellen.
De kerkelijke gemeente Nieuwer-Amstel ontstond toen men een nieuwe kerk (kapelletje) bouwde ten westen van de Amstel. De kerk bleef tot 1334 ondergeschikt aan een geestelijke in Ouderkerk. In 1447 mocht een pastoor een stukje Schiphol verkopen om een kerk op de plek van de huidige Dorpskerk te bouwen. (De huidige Dorpskerk is pas in 1866 gebouwd). Als er een kerk gesticht mocht worden, betekende dit dat in de wijde omtrek van de kerk de bevolking toenam. In 1580 werd deze eerste kerk als protestants aangemerkt. De katholieken gingen naar twee andere kerkjes, de bovenkerk en de benedenkerk.
(Amstelveenweb.com collectie)
Amstelveen aan de zuidzijde in de 18de eeuw
In 1489 werd het gebied van Amsterdam uitgebreid en gemarkeerd met limietpalen en banpalen. Limietpalen dienden om de grenzen van de jurisdictie van het ambacht aan te geven. De stadsvrijheid was de jurisdictie die de stad bezat over het gebied dat zich uitstrekte over een afstand van 100 roeden buiten de stad. De banpalen markeerden de grenzen van het zogenaamde ban- en vangrecht. Dit recht strekte zich uit 1000 roeden buiten de genoemde 100 roeden. De banpalen werden zonder toestemming op het grondgebied van Nieuwer-Amstel geplaatst. Amsterdam probeerde steeds de ambachtsheerlijkheid Nieuwer-Amstel over te nemen. Het ging zo ver dat Amsterdam banpalen met het gemeentewapen ging plaatsen. Reinoud van Brederode was ambachtsheer en voerde lange processen tegen Amsterdam. Na vele jaren van procederen verkoopt van Brederode in 1529 opeens zijn ambachtsheerlijkheden Nieuwer-Amstel, Sloten, Sloterdijk en Oostdorp (Osdorp). Het verhaal gaat dat hij ze verdobbeld zou hebben. Hij kreeg er wel veel geld voor, maar zijn zoon en opvolger, Hendrik, kwam toch in geldproblemen. Hendrik probeerde in een proces zijn vaders ambachtsheerlijkheden terug te krijgen, maar verloor het proces. Amsterdam was machtig en kon veel stukken land kopen. In 1658 stopte Amsterdam voorlopig met annexeren. In 1795 werd Nieuwer-Amstel een gemeente.
(Amstelveenweb.com collectie)
De banpaal in Amstelveen aan de Amsterdamseweg
Amsterdam wilde weer gaan annexeren, en de inwoners van Nieuwer-Amstel protesteerden tot bij de koning. Dit baatte niet, want in 1895 werd een wetsvoorstel aangenomen dat op 1 januari 1896 het rijkste en grootste deel van Nieuwer-Amstel bij Amsterdam kwam. De bevolking daalde van 35.000 tot 5.500. Er kwamen dure gebouwen bij Amsterdam, onder andere het Concertgebouw en het huidige Gemeentearchief van Amsterdam. In 1920 werd opnieuw en voor het laatst Amsterdam uitgebreid tot aan de Kalfjeslaan. Na de tweede wereldoorlog ving Nieuwer-Amstel een deel van de Amsterdamse woningnood op en werd tevens officieel één van de woongemeenten van Schiphol. Planologisch werd Nieuwer-Amstel bij het agglomeratiegebied Amsterdam gevoegd, maar bleef wel een zelfstandige gemeente.
In 1964 werd Nieuwer-Amstel genoemd naar de belangrijkste bewoningskern, Amstelveen. In 1995 is Amstelveen opgenomen in het Regionaal Opbouworgaan Amsterdam, voor een beter samenwerking binnen ‘groot-Amsterdam’. De woonkern Amstelveen heeft zich ontwikkeld van "Dorpje aan de Poel" tot "Stad in het Groen". Amstelveen is tenslotte gesitueerd tussen het groen van het Amsterdamse Bos,het groengebied langs de Amstel en het landelijk gebied van de Bovenkerkerpolder ten zuiden van de Nesserlaan.
Twintigste eeuw
Bij het begin van de 20e eeuw was Amstelveen een eenvoudig landelijk dorp waar de de tijd stilstond. De turf-industrie was in elkaar gezakt, dus de inkomsten daarvan waren verdwenen. Het dorp was enigermate afgelegen, omdat het geen enkele belangrijke spoorweg- of waterverbinding had. De verveningen liepen ten einde. De belangrijkste bron van inkomsten was de veeteelt met wat akkerbouw, maar ook de tuinbouw en de bloementeelt waren toen al in opkomst.
In 1852 werd de Haarlemmermeerpolder drooggemalen en is het 'Fort aan het Schiphol' aangelegd als verdedigingswerk voor de hoofdstad Amsterdam. Forten werden in die tijd vaker naar waters genoemd. Fort aan het Schiphol was de 'scheisloot' tussen Rietwijkeroord en Aalsmeer en weer vernoemd naar een stuk grond dat vanuit Amstelveen-dorp aan de overkant van de Poel ligt. Bij Fort Schiphol, zoals het later werd genoemd, werd in 1916 een militair vliegveld gesticht, Schiphol, dat vier jaar later een burgerluchthaven werd. Fort Schiphol werd in 1934 gesloopt, de ligging is nog zichtbaar in de wijde kom van de Ringvaart onder het viaduct van de A-9. De sloop was noodzakelijk om de aanleg van de provinciale weg (Burgemeester Van Sonweg) van Amstelveen naar Schiphol mogelijk te maken, met een draaibrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeer.
De ontwikkeling van Schiphol trok veel mensen, waarvan velen zich vestigden in Amstelveen. Ook het hoofdkantoor van de KLM werd hier gevestigd. Amstelveen werd de snelst groeiende gemeente van Nederland en is nu uitgegroeid tot 79.003 inwoners (2008).
Na de Tweede Wereldoorlog ving Amstelveen een deel van de Amsterdamse woningnood op en werd tevens officieel één van de woongemeenten van Schiphol. Planologisch werd het ingevoegd in het agglomeratiegebied Amsterdam, met zijn stedelijke en groene zones. Amstelveen bleef als gemeente echter zelfstandig en voerde een zelfbewust beleid dat onder meer tot uiting kwam in de voor die tijd zeer fraaie nieuwe woonwijken. De groenvoorziening en de toegevoegde beeldende kunst trokken internationale aandacht.
Gemeente Amstelveen
Het oude dorp kon niet langer als kern dienen voor de moderne plaats. Men ontwikkelde een nieuw krachtig, aantrekkelijk en centraal gelegen centrum. In 1964 veranderde de naam van Nieuwer-Amstel, vanwege de dominante positie van Amstelveen binnen de gemeente, in Amstelveen.
Behalve woningen werden de laatste decennia ook veel kantoren; met name voor het handels-, bank- en verzekeringswezen gebouwd. Het telt grote computercentra en hoofdkantoren voor nationale en internationale instellingen. Hier wonen velen die werkzaam zijn op de luchthaven Schiphol.
Zie verder de links bovenaan deze pagina: Korte introductie Amstelveen en Bestuurders van Amstelveen.