Bijgewerkt: 18 april 2024

Bovenkerkerpolder
Ligging - 1925

Foto's -> Natuur -> Bovenkerkerpolder

BovenkerkerpolderLigging
(Amstelveenweb.com)

Overzichtskaart met Bovenkerker Polder (BP)

De Bovenkerkerpolder is een polder in en ten zuiden van Amstelveen en ten oosten van Bovenkerk. In het noorden grenst het gebied aan de Middelpolder en in het oosten aan de Amstel. Het noordelijke deel van de polder is bebouwd. In het zuidelijk deel van de polder, tussen de Nesserlaan en de Hollandse Dijk, wordt de grond agrarisch gebruikt op de oude kavels uit 1760.
Tot 1639 werd er turf gestoken in de polder en ontstond er een waterplas tussen de Bovenkerkerweg (west) en de Amsteldijk (oost). Later vormde het water een bedreiging voor Amstelveen en Amsterdam. Daarom werd op 7 september 1764 door de Staten van Holland en West-Friesland octrooi verleend voor het verder uitvenen en droogmaken van de plas. Het droogmaken gebeurde door elf molens. Uiteindelijk viel de polder in 1769 droog. (Bron: Wikipedia)

Vroeger bestond de Bovenkerkerpolder uit moeras, een drassige grond gevormd uit een steeds dikker wordend veenkussen, opgebouwd uit bomen- en plantenresten. Later ging men hier turf steken. De turfwinning was in de 16de en 17de eeuw een vorm van bedrijvigheid, die in verband met de groei van het naburige Amsterdam, steeds meer aan betekenis won. In 1630 werd de tegenwoordige Hollandse dijk aangelegd waardoor de polder een afgesloten geheel werd. Omstreeks die tijd is een tweetal molens gebouwd, waarvan één bij ‘de Nes’ en de ander bij ‘de Weteringsbrug’ kwam te staan. Tot aan de droogmaking werd de hele polder bemalen door deze twee schepradmolens. Deze twee molens konden met z’n tweeën de toenmalige plas op peil houden wegens het kleine niveauverschil met de Amstel.

Na de droogmaking bleven deze molens gehandhaafd en gingen dienst doen als bovenmolens, die hun water loosden op de Amstel. Een bovenmolen is de hoogst gelegen molen van een gang poldermolens, die het water op het buitenwater uitslaat.
De oppervlakte turfgrond werd van jaar tot jaar kleiner en daarvoor kwam in de plaats een steeds groter wordende waterplas. In het jaar 1764 was hij bijna geheel verveend en in een meer veranderd.

In 1720 en 1743 waren reeds stappen ondernomen om tot drooglegging over te gaan, echter zonder het gewenste resultaat. In 1764 viel tenslotte de gunstige beslissing. Op 7 september 1764 werd octrooi verleend tot bedijking en droogmaking van de polder. Na het verlenen van genoemd octrooi konden de werken worden aanbesteed. Deze aanbesteding vond plaats op zaterdag de 23ste maart 1765 in de Herberg ‘de Kat’ aan de Weteringsbrug. Dit werk hield onder andere in het graven van de ringsloot en met de daaruit vrijkomende grond, het aanleggen van de ringdijk en het bouwen van de eerste molens.

Bij de onderhavige polder is tijdens de vervening een vrij brede zogenaamde grond tussen de Amstel en de plas onverveend gebleven, het zogenaamde bovenland. In december 1765 werd de Ringdijk gesloten. In 1766 waren de eerste drie molens gereed. Twee van deze molens, ‘de Hoorn’ en ‘de Zon’ sloegen hun water uit de ringsloot en één in de Amstel, namelijk ‘de Parel’. In de loop van de twee volgende jaren kwamen nog vier molens gereed te weten ‘de Cornelia Wilhelmina’, ‘de Johanna Brigitta’, ‘de Jonge Gerard’ en ‘de Hoop’.
(Bron: J.Hoogendoorn – 1988)

Amstelveen
(Amstelveenweb.com - Gemeentearchief NA)


Klik hier voor andere foto's in de categorie Natuur