Bijgewerkt: 20 april 2024

Grafteken Broekhuizen - 1707

Foto's -> Geschiedenis -> Divers

Grafteken Broekhuizen
(Amstelveenweb.com collectie - 2004)

Grafteken van Johan van Broekhuizen in de Dorpskerk

Johan van Broekhuizen
In 1767 werd in de kerk van Amstelveen op kosten van Mr. Abraham Calkoen, baljuw en dijkgraaf van Amstelland 'een net en zindelijk grafteken opgericht'. 'Hetzelve bestaat in een aloude lijkbus van blaauwen arduinsteen, rustend op een dergelijk voetstuk, voor hetwelke het volgende vers van den hoogleeraar Burman, op een wit marmeren tafreel, is uitgehouwen

D. M.
Jani. Broekhusii.
DEFUNCTIE ANNO MDCCVII


Sparge sacro lauros myrtumque hederasque sepulcro
Pieridas quisquis Pallada quisquis amas
Callimachum numeris referens Broukhusius umbrum
Hic Amstevenia conditus aede iacet
Ut post Gradivi partas in pulvere palmas
Otia qua coluit docta quiescat humo.
Laude sua pietas cineri nunc praestita gratae
Nobile in Exemplum Posteritatis eat
Quae male neglectis et honore carentibus umbris
Lustra suum reddit post duodena decus
Sint licet ingenii monumenta perennia tani
Busta sed e Pario marmore caesa ruant

Petrus Burmannus
secundus
waarvan de zin hierop uitkomt:

Ter gedachtenisse van Johan van Broekhuizen,
overleden in het jaar 1707
Gij allen, die de dichtkunst en wapenoefening bemint,
strooit lauren, mirthen en veil op dit gewijde graf. Broek-
huizen, wiens gedichten die van Propertius evenaaren, ligt
hier in de Amstelveense kerk begraaven; opdat hij ruste in
dien zelfden oord, waarin hij, ontslagen van zijne krijgs-
ampten, die hij met roem bekleed had, zig in stilte met ge-
leerde oefeningen bezig gehouden heeft.
De erkentenis, die men nu, aan zijne asch,
waarvoor men zo schandelijk ver-
zuimd hadt, eenig gedenkteken op te rechten, na zestig
jaaren verloops, de verschuldigde eer bewijs, hebbe haar
verdienden lof, en verstrekke te treffelijken voorbeelde voor
de dankbaare nakomelingschap. Doch schoon dit grafteken
gelijk alle anderen, zelfs zulken, die uit het kostbaarst mar-
mer gehouwen zijn, eindelijk vergaan moet, zullen, nog-
thans de werken van zo groot een 'geest alleen zijnen naam
onstervelijk maaken'.

Tot zover Jacobus Kok in 'Vaderlandsch woordenboek', dl. 8 p. 1083 anno 1787.

Klik hier voor andere foto's in de categorie Geschiedenis