12 % van de Nederlanders hebben dagelijks pijn
Nieuws -> InformatiefBron: CBS/Wikipedia
02-08-2022
In 2021 gaf 12 % van de Nederlanders van 12 jaar of ouder aan dat ze door pijn werden gehinderd bij hun normale werkzaamheden (werk buitenshuis of huishoudelijk werk). Van de mensen met hinder door pijn kreeg bijna 23 % opioïden (sterke pijnstillers) verstrekt, zes keer zo veel als degenen die geen hinder ondervonden van pijn. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe analyses met cijfers uit de Gezondheidsenquête.
Het aandeel 12-plussers dat aangeeft tijdens de afgelopen vier weken door pijn nogal, veel of heel veel te worden gehinderd bij werk buitenshuis of bij huishoudelijk werk, is nagenoeg gelijk gebleven sinds 2014. Vrouwen geven deze belemmeringen door pijn vaker aan dan mannen: 15 % tegen 8 %. Zowel vrouwen als mannen worden bij normale werkzaamheden vaker gehinderd door pijn met het stijgen van de leeftijd. Bij vrouwen van 75 jaar of ouder is het percentage dat hinder ervaart door pijn met 27 % het hoogst.
Minder goed ervaren gezondheid bij hinder door pijn. Mensen die in hun normale werkzaamheden gehinderd worden door pijn ervaren ook op andere aspecten van hun gezondheid meer problemen. Zo beoordelen zij veel minder vaak hun gezondheid als goed of zeer goed (30 %) dan degenen die geen hinder door pijn ervaren (84 %). Ook rapporteren 12-plussers die gehinderd worden door pijn drie keer zo vaak slaapproblemen, en hebben ze meer contact met een huisarts, specialist, psycholoog, fysiotherapeut of alternatief genezer.
(Bron CBS - 2022)
Opioïden verstrekt in 2020 tussen 12 en 65 plussers in Nederland
Drie kwart mensen met hinder door pijn gebruikt voorgeschreven medicijnen. Mensen van 12 jaar of ouder die in hun normale bezigheden door pijn werden gehinderd, gaven in 2021 vaker aan medicijnen te hebben gebruikt in de afgelopen 14 dagen dan mensen die hierdoor niet gehinderd werden. Vooral bij het gebruik van voorgeschreven medicijnen is het verschil groot: 74 % van degenen die aangaven door pijn gehinderd te worden gebruikte voorgeschreven medicijnen, 49 % gebruikte niet-voorgeschreven medicijnen, kruidengeneesmiddelen of vitamines. Het is daarbij niet bekend of de medicijnen te maken hadden met de pijn. Bij de mensen die niet gehinderd werden door pijn lag het gebruik van wel en niet voorgeschreven medicijnen rond de 40 %.
Aan 12 % 65-plussers opioïden verstrekt. Opioïden zijn zeer sterke pijnstillers die bij hevige pijn voorgeschreven kunnen worden. In 2020 werden deze middelen verstrekt aan 5 % van de Nederlanders. Aan kinderen worden opioïden nauwelijks verstrekt. Van de 65-plussers kreeg 12 % deze medicijnen.
Van de 12-plussers die aangaven in de afgelopen vier weken gehinderd te zijn door pijn kreeg 23 % opioïden verstrekt. Het is niet bekend of het verstrekte medicijn en de gerapporteerde hinder door pijn te maken hebben met hetzelfde gezondheidsprobleem. 65-plussers met hinder door pijn kregen het vaakst opioïden (32 %).
Hoe komt het CBS aan deze cijfers? De resultaten zijn afkomstig uit de Gezondheidsenquête 2021 en 2020. Op basis van een steekproef uit de Basisregistratie Personen (BRP) zijn aan mensen (van alle leeftijden) in een enquête vragen gesteld over onder andere ervaren gezondheid, acute en langdurige aandoeningen, beperkingen en zorggebruik. Voor kinderen tot 12 jaar werden de vragen beantwoord door de ouder of verzorger. Om er voor te zorgen dat de groep deelnemers een zo goed mogelijke afspiegeling vormt van de Nederlandse bevolking, zijn de uitkomsten gewogen naar onder andere geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, regio en inkomen. De gegevens uit de Gezondheidsenquête 2020 zijn aangevuld met over in dat kalenderjaar verstrekte geneesmiddelen, specifiek opioïden, die vergoed worden uit de verplichte basisverzekering voor geneeskundige zorg.
Opioïden zijn stoffen die inwerken op opioïde receptoren om morfine-achtige effecten te produceren. Medisch worden ze voornamelijk gebruikt voor pijnbestrijding, inclusief anesthesie. Andere medische toepassingen zijn onderdrukking van diarree, substitutietherapie voor opioïdengebruiksstoornis, omkeren van opioïdenoverdosis, en onderdrukken van hoest. Extreem krachtige opioïden zoals carfentanil zijn alleen goedgekeurd voor diergeneeskundig gebruik. Opioïden worden ook vaak niet-medisch gebruikt voor hun euforische effecten of om ontwenning te voorkomen.
Bijwerkingen van opioïden kunnen zijn: jeuk, sedatie, misselijkheid, ademhalingsdepressie, constipatie, en euforie. Langdurig gebruik kan leiden tot tolerantie, wat betekent dat hogere doses nodig zijn om hetzelfde effect te bereiken, en lichamelijke afhankelijkheid, wat betekent dat abrupt stoppen met de drug leidt tot onaangename ontwenningsverschijnselen.[8] De euforie trekt recreatief gebruik aan, en frequent, escalerend recreatief gebruik van opioïden leidt meestal tot verslaving. Een overdosis of gelijktijdig gebruik met andere depressieve drugs zoals benzodiazepinen leidt meestal tot de dood door ademhalingsdepressie.
Opioïden werken door zich te binden aan opioïdereceptoren, die zich voornamelijk bevinden in het centrale en perifere zenuwstelsel en het maagdarmkanaal. Deze receptoren bemiddelen zowel de psychoactieve als de somatische effecten van opioïden. Opioïde geneesmiddelen omvatten partiële agonisten, zoals het anti-diarree middel loperamide en antagonisten zoals naloxegol voor opioïde-geïnduceerde constipatie, die de bloed-hersenbarrière niet overschrijden, maar andere opioïden kunnen verdringen van binding aan deze receptoren.
Omdat opioïden verslavend zijn en tot een dodelijke overdosis kunnen leiden, zijn de meeste ervan gereguleerde stoffen. In 2013 gebruikten tussen de 28 en 38 miljoen mensen illegaal opioïden (0,6% tot 0,8% van de wereldbevolking tussen de 15 en 65 jaar). Omgekeerd wordt de angst voor te veel voorschrijven, overdreven bijwerkingen en verslaving aan opioïden eveneens toegeschreven aan de onderbehandeling van pijn.