28 % minder misdrijfzaken voor de rechter in 2016
Nieuws -> InformatiefBron: CBS
11-09-2017
In 2016 nam het Openbaar Ministerie (OM) in 203.000 zaken een beslissing, 28 % minder dan in 2007. Ook strafrechters deden 28 procent minder misdrijfzaken af dan in 2007. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers. In dit bericht staan misdrijfzaken die door het OM en de strafrechter worden behandeld centraal. Aantallen geven geen volledig beeld van de ontwikkeling van criminaliteit in de samenleving, omdat een deel van de misdaad buiten beeld van de justitiële keten blijft en er geen cijfers zijn over de ontwikkeling van de complexiteit van misdrijfzaken.
In 2016 werd 20 % van de door het OM afgedane misdrijfzaken onvoorwaardelijk geseponeerd. Dat percentage is tweemaal zo hoog als in 2007. Bij een sepot besluit de officier van justitie om een verdachte niet verder te vervolgen. Soms gebeurt dat, omdat er onvoldoende bewijs is om de zaak af te ronden, soms omdat er met beperkte middelen keuzes gemaakt moeten worden.
(Bron CBS - 2017)
Beslissingen van het Openbaar Ministerie tussen 2007 en 2016
Daarnaast seponeerde het OM 4 % van de zaken voorwaardelijk. Dat is eveneens een verdubbeling ten opzichte van 2007. Bij een voorwaardelijk sepot krijgt de verdachte bijvoorbeeld een contactverbod, de verplichting om zich onder behandeling te laten stellen van een deskundige, of om de schade van het slachtoffer te vergoeden. Voldoet de verdachte niet aan die voorwaarde, dan gaat het OM alsnog over tot vervolging. Het OM bood 4 % van de verdachten in 2016 een transactie aan. De verdachte werd dan niet vervolgd, maar moest een taakstraf uitvoeren, of een boete of schadevergoeding betalen. Ook kan het OM sinds 2008 voor sommige lichtere vergrijpen een strafbeschikking opleggen. Dat gebeurde bij 16 % van de zaken. Ruim de helft van de verdachten moest voor de rechter verschijnen.
In 2016 deed de rechter in 94.000 zaken uitspraak. In 11 procent van die uitspraken besliste de rechter tot vrijspraak, of ontslag van rechtsvervolging. Dat percentage was iets lager dan in 2015. Tussen 2007 en 2015 nam het percentage vrijspraken nog toe. Ook het percentage schuldigverklaringen zonder straf nam in deze periode toe, om in 2016 weer te dalen. In het grootste deel van de zaken (85 procent) volgde een schuldigverklaring met straf.
Vooral minder geldboetes en bijkomende straffen opgelegd sinds 2007. In de afgelopen tien jaar daalde het aantal sancties, dat de rechter oplegde in misdrijfzaken met 36 procent. Er zijn drie verschillende soorten sancties: hoofdstraffen, maatregelen en bijkomende straffen. Deze kunnen ook in combinatie worden opgelegd, waardoor het aantal opgelegde straffen hoger is dan het aantal verdachten dat door de rechter werd gestraft.
Het aantal opgelegde (gedeeltelijk) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen bleef in deze periode ongeveer gelijk. Wel zijn in 2016 meer gevangenisstraffen korter dan 6 weken opgelegd dan in 2007. Het aantal voorwaardelijke gevangenisstraffen daalde met 20 procent. Tussen 2007 en 2016 legde de rechter 56 procent minder geldboetes op. Het aantal werkstraffen in 2016 lag 22 procent lager dan in 2007.
Het aantal bijkomende straffen, zoals ontzetting uit de rijbevoegdheid, of verbeurdverklaring, nam tussen 2007 en 2016 af met twee derde. Er zijn in 2016 ook 23 procent minder maatregelen opgelegd dan in 2007. Daaronder vallen TBS, plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders en betalingen aan de staat. Die betaling kan een vergoeding zijn voor het slachtoffer, of terugbetaling van uit criminele activiteiten behaald gewin.