369 miljoen euro beschikbaar voor nog beter onderwijs
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid
17-04-2014
In 2020 worden talenten van middelbare scholieren optimaal benut, hebben zij ruimte om te differentiëren in niveau en tempo en heeft de helft van de docenten op de middelbare school een masteropleiding. Bovendien blijven er minder leerlingen zitten en geven scholen ouders en leerlingen meer inzicht in de kwaliteit van de school en de voortgang daarvan. Het kabinet en de VO-raad hebben vandaag een principeakkoord bereikt over toekomstbestendig voortgezet onderwijs voor de komende jaren en hoe dit te realiseren. Met de afspraken is jaarlijks een bedrag gemoeid dat oploopt tot 369 miljoen euro, waarvan een groot deel ten gunste komt van het bijhouden en vergroten van vakkennis en deskundigheid van leraren.
De afspraken in het sectorakkoord vloeien voort uit het Nationaal Onderwijsakkoord uit september 2013. De geformuleerde ambities in dit sectorakkoord zijn ook een goede weerslag van de opbrengsten van de VO2020-tour die de VO-raad de afgelopen maanden organiseerde voor schoolleiders, bestuurders en docenten. Tijdens deze tour zijn concrete ideeën uit de sector opgehaald om tot een samenhangende visie op het onderwijs van de toekomst te komen. Het voortgezet onderwijs is de eerste onderwijssector waar een principe-sectorakkoord tot stand is gekomen. Met de sectoren primair onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs lopen momenteel nog gesprekken over een sectorakkoord.
(Foto Amstelveenweb.com - 2013)
Alle kinderen zijn erg blij met hun tablet en zeer tevreden met het programma 'Rekentuin' in de openbare basisschool 'De Pionier' in Amstelveen
Staatssecretaris Sander Dekker: "Het kabinet werkt samen met middelbare scholen de komende jaren toe naar uitdagend en eigentijds onderwijs, dat nog beter aansluit bij de talenten van ieder kind. Ons onderwijs is goed. Met deze afspraken gaan we het nog beter maken voor de leerlingen in de klas. Dat doen we met extra geld, dat vooral ten gunste komt van docenten zodat zij beter in staat zijn om álle scholieren van hoogvlieger tot laatbloeier een solide onderwijs carrière te geven”
Paul Rosenmöller, voorzitter VO-raad: “De kwaliteit van het voortgezet onderwijs in Nederland is goed. Tegelijk hebben we de ambitie om het verder te verbeteren. Dit akkoord biedt scholen extra geld, veel ruimte en flexibiliteit om tot toekomstbestendig onderwijs te komen. Onderwijs, dat aansluit op ontwikkelingen in de maatschappij en op de individuele behoeften van leerlingen en met ruimte voor maatwerk“
Scholieren klaar voor de toekomst
De VO-raad en het kabinet streven met het akkoord naar eigentijds en uitdagend onderwijs, dat recht doet aan de talentontwikkeling van leerlingen. Voor uitdagend onderwijs voor de best presterende leerlingen op het vmbo, havo en vwo komt jaarlijks maximaal 43 miljoen euro beschikbaar. Zomerscholen helpen voorkomen dat leerlingen onnodig blijven zitten. Hier komt jaarlijks 9 miljoen Euro voor beschikbaar. De VO-raad en het kabinet willen stimuleren dat leerlingen kunnen laten zien, wat ze in huis hebben. Een cijferlijst doet hier niet altijd recht aan. Daarom krijgen leerlingen de kans om prestaties en vaardigheden op het gebied van bijvoorbeeld sport, kunst of ondernemerschap op een speciaal document vast te leggen, het zogenaamde ‘plusdocument’.
Eigentijds onderwijs; moderne leermiddelen
Een voorwaarde voor eigentijds onderwijs is het gebruik van moderne leermiddelen door docenten. Digitale leermiddelen maken onderwijs en gepersonaliseerd leren, dat is toegesneden op de individuele leerling mogelijk. De VO-raad en OCW constateren, dat scholen nog onvoldoende gebruik maken van digitale leermiddelen en dat een belangrijke reden daarvoor is, dat het aanbod mager is. De VO-raad en de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken werken samen in het ‘Doorbraakproject Onderwijs en ICT’ om hier met marktpartijen en ontwikkelaars verder invulling aan te geven.
Professionele scholen
Met het sectorakkoord willen OCW en VO-raad stimuleren, dat leraren en schoolleiders werken in een professionele organisatie met een uitdagende werkomgeving. Er wordt ruimte geboden voor een leercultuur. Daarnaast wordt blijvend ingezet op de verdere professionele ontwikkeling van leraren, schoolleiders en bestuurders.
Meer masters voor de klas
In 2020 heeft de helft van de docenten in het voortgezet onderwijs een afgeronde master. Om voor het vwo de wetenschappelijke benadering van lesstof voor docenten te stimuleren is een substantiële verhoging van het aantal wo- master opgeleide leraren nodig in de bovenbouw van het vwo. Ingezet wordt op een verhoging van het percentage van circa 60% nu naar 80-85% in 2020.
Huidige docenten kunnen voor het halen van hun master gebruik maken van de Lerarenbeurs, de scholen zorgen, dat ze ook tijd krijgen om te studeren. Maar dat is niet genoeg, want veel leraren gaan de komende jaren met pensioen . Scholen zullen dus ook bij hun aanname nog strenger moeten selecteren op masteropgeleide leraren en deze goed begeleiden zodat ze willen blijven. Voor deze maatregelen samen is tot 75 miljoen euro per jaar beschikbaar.
Leraren blijven leren
Ook komt er meer geld om er voor te zorgen, dat leraren bevoegd zijn en beter kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen. Dit betekent onder andere: betere begeleiding van jonge docenten en het continu bijhouden van (vak)kennis door de huidige docenten. Naar analogie van accountants, advocaten en notarissen komt er nu ook een register voor leraren. Leraren krijgen tijd en ruimte om bij en na te scholen en maken, dat inzichtelijk in het register. Het aantal onbevoegden voor de klas zal hiermee worden teruggedrongen. Het eigenaarschap van het register berust bij de beroepsgroep leraren.
Scholen uit de middenmoot
OCW en VO-raad willen de beweging naar toekomstbestendig onderwijs en professionele scholen ondersteunen door transparante verantwoording aan en dialoog met de direct betrokkenen bij de school. Naast de onverminderde aandacht voor het verlagen van het aantal (zeer) zwakke scholen willen de VO-raad en het kabinet scholen in de middenmoot helpen om boven zichzelf uit te stijgen. Scholen zullen zelf actief inzage geven aan ouders en leerlingen in hun prestaties en hun ambities. Naarmate scholen hierdoor aantoonbaar slagen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, zal het toezicht van de Inspectie afnemen. De leden van de VO-raad krijgen het principeakkoord binnenkort voorgelegd.