70.000 jongeren zonder startkwalificatie waren werkloos in 2019
Nieuws -> InformatiefBron: CBS
19-02-2020
Van de 181.000 jongeren van 15 tot 27 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten, hadden 70.000 geen werk in 2019. Dat zijn er relatief veel vergeleken met de jongeren die wel een startkwalificatie hebben. Een veel voorkomende reden om niet te werken is een ziekte of beperking. Als ze werk hebben, is dat vaker op een lager beroepsniveau dan werkende leeftijdsgenoten met een startkwalificatie. Van de 625.000 jongeren die geen onderwijs volgen, maar wel een startkwalificatie hebben, hebben 66.000 geen werk. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in de Jeugdmonitor.
Bijna 32.000 niet-werkende en niet-onderwijsvolgende 15- tot 27-jarigen zonder startkwalificatie willen wel werken, maar kunnen geen werk vinden. Bijna 39.000 van de 70.000 jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten en geen werk hebben, geven aan dat ze niet willen of kunnen werken. Bij 23.000 van hen is dat omdat ze ziek zijn of een beperking hebben. Doordat relatief veel jonge niet-onderwijsvolgenden zonder startkwalificatie geen werk kunnen vinden of niet kunnen of willen werken, is de nettoarbeidsparticipatie onder deze groep lager dan onder niet-onderwijsvolgende jongeren met een startkwalificatie. In 2019 ging het om respectievelijk 61,1 procent en 89,5 procent.
(Bron CBS - 2020)
Niet-onderwijsvolgenden (15 tot 27 jaar) zonder startkwalificatie en zonder betaald werk in 2019
Relatief laag beroepsniveau onder jongeren zonder startkwalificatie. Niet alleen is de netto arbeidsparticipatie onder jongeren zonder startkwalificatie die geen onderwijs volgen relatief laag, zij werken ook vaker op een lager beroepsniveau dan de jongeren die geen onderwijs volgen, maar wel een startkwalificatie hebben. Van de jonge mannen en vrouwen die het onderwijs zonder startkwalificatie hebben verlaten, werkte in 2019 respectievelijk 91 en 87 procent op de lagere beroepsniveaus 1 en 2. Dan gaat het bijvoorbeeld om laders, lossers en vakkenvullers, verkoopmedewerkers in de detailhandel en om kelners en barpersoneel.
Van de mannen met een startkwalificatie werkt 58 procent op de beroepsniveaus 1 en 2. Van de vrouwen met een startkwalificatie werkt juist meer dan de helft op de hogere beroepsniveaus 3 en 4 (54 procent). Het gaat hier om een grote verscheidenheid aan beroepen, zoals sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders, adviseurs marketing, pr en sales, gespecialiseerd verpleegkundigen en leerkrachten basisonderwijs.
Kwalificatieplicht in het onderwijs? Met een startkwalificatie hebben jongeren meer kans op een baan. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger. De overheid wil dat meer leerlingen een startkwalificatie halen. Daarom vallen leerlingen van 16 tot 18 jaar onder de kwalificatieplicht. Leerlingen van 18 tot 23 jaar krijgen hulp van Regionale Meld- en Coördinatiepunten (RMC-regio's) om toch een startkwalificatie te halen. De kwalificatieplicht is bedoeld om schooluitval tegen te gaan en kansen op een baan te vergroten. De kwalificatieplicht houdt in dat leerlingen van 16 tot 18 jaar verplicht zijn onderwijs te volgen als zij geen diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger hebben.
De kwalificatieplicht komt na de leerplicht. Die loopt tot en met het einde van het schooljaar waarin je 16 jaar wordt. De kwalificatieplicht duurt tot de dag dat de jongeren een startkwalificatie hebben gehaald. Of tot de dag dat iemand 18 jaar wordt. De leerplichtambtenaar van de woongemeente houdt toezicht op de Leerplichtwet en de kwalificatieplicht. Leerlingen tussen de 18 en 23 jaar zijn niet meer verplicht om een startkwalificatie te halen of naar school te gaan. Toch vergroot een diploma de kansen op de arbeidsmarkt. Daarom werken scholen en gemeenten samen met RMC-regio's. Een RMC-medewerker helpt bij het terugkeren naar een passende opleiding, of naar een combinatie van school en werk. Of bij het vinden van andere hulp of zorg.