College beantwoordt de vragen ivm toezicht op kinderopvang
Nieuws -> GemeenteBron: David de Jong / Gemeente Amstelveen
03-02-2011
David de Jong, raadslid voor Burgerbelangen Amstelveen, stelde zijn schriftelijke vragen in verband met toezicht op de kinderopvang in Amstelveen, aan het College B en W. Dit alles in het perspectief van de Amsterdamse zedenzaak in december 2010.
(Foto Amstelveenweb.com - 2010)
David de Jong, raadslid voor BBA
Hierbij de antwoorden van College B en W van Amstelveen:
Geachte heer de Jong,
Op 3 januari 2011 stuurde u het college van B en W schriftelijke vragen ex. Art. 33 over het toezicht op de kinderopvang. Het college heeft kennis genomen van uw brief en gaat in deze brief in op uw vragen.
1) Hoe houdt de GGD (zijnde GGD Amsterdam) op dit moment toezicht op de kinderopvang in Amstelveen?
Antwoord: ook over het jaar 2010 heeft de GGD Amsterdam als toezichthouder de opdracht van de gemeente Amstelveen uitgevoerd die najaar 2009 is verleend. Het daarbij gehanteerde model is grotendeels gebaseerd op de inspectiehistorie van het kindercentrum. Alle kindercentra worden bezocht, de diepgang van de inspectie hangt af van het voorgaande inspectieresultaat.
De gemeente treedt alert op en reageert snel op signalen van de GGD. Dit kan inmiddels (nog) sneller door een meer flexibele inzet van het aantal en soort inspecties. De gemeente heeft hierover voor 2011 afspraken gemaakt met de GGD zodat we sneller kunnen acteren als dat nodig is om notoire overtreders aan te pakken.
In november 2010 heeft de Directie Kinderopvang van het ministerie van SZW in een brief aan de VNG de afspraak bevestigd inzake risicogestuurd toezicht (RGT) en de wens dit landelijk in te voeren. Met de GGD Amsterdam is overeengekomen dit toezichtsmodel bij het programmeren van de inspecties voor 2011 te implementeren. De gemeente is januari 2011 gestart met het (verder) versterken van de regierol en vaker dan voorheen hierover af te stemmen met de GGD.
2) Hoe gaat het College van B en W om met eventuele tekortkomingen in de kwaliteit en kwantiteit bij o.a. personeel? Op welke wijze doet ze daarbij ook aan actieve handhaving bij eventueel geconstateerde problemen?
Antwoord: tekortkomingen in de kwaliteit en de kwantiteit van het ingezet personeel uiten zich in geconstateerde overtredingen door de toezichthouder. De toezichthouder levert de toezichtrapportage (in details) en geeft aan het college van B en W een advies t.a.v. de te volgen handhavingsstrategie en –stappen. Deze worden volgens het handhavingsmodel van de VNG uitgevoerd. De (Amstelveense) toezichtsrapportages van de GGD zijn voor iedereen in te zien op de gemeentelijke website onder ‘kinderopvang’.
Bij eventueel geconstateerde overtredingen worden de ter beschikking staande actieve handhavingsmiddelen ingezet. Te weten: we geven een aanwijzing het betreffende artikel na te leven. Blijkt vervolgens na hernieuwde controle voortduring van de overtreding dan volgt het opleggen van een last onder dwangsom. Aan beide bestuursrechtelijke maatregelen gaat de zienswijzevraag op ons voornemen vooraf.
Tenslotte houdt de gemeente nauwlettend de bevindingen van de commissie Gunning in de gaten. Deze commissie heeft burgemeester Van der Laan eind december 2010 ingesteld en onderzoekt welke lessen getrokken kunnen en moeten worden uit de Amsterdamse zedenzaak.
3) Hoe voorkomt het college van B en W voor Amstelveen dat het toezicht een 'papieren' werkelijkheid is?
Antwoord: dit voorkomt het college door aansluitend op toezichthouder GGD te handhaven volgens het VNG-handhavingsmodel. Adequate inspectie door de GGD en gemeentelijk toezicht op naleving van de regels door de kinderopvangaanbieders is en blijft van groot belang. De gemeente ziet er op toe dat de kinderopvangaanbieders zich houden aan hun wettelijke verplichtingen, bijvoorbeeld ten aanzien van de groepsgrootte en de hygiëne.
Overigens leert de Amsterdamse zedenzaak, dat we naast de formele inspectie en handhaving afhankelijk zijn van en alert moeten zijn op signalen van ouders. Het college roept ouders, verzorgers (en iedereen die het betreft) dan ook op signalen af te geven, in eerste instantie bij hun kinderopvangaanbieder of GGD en anders ook bij de gemeente.
4) Zullen de afspraken tussen het ministerie van SZW, GGD Nederland en VNG aangaande 'prioritering inspecties kinderopvang' (16 november jl) ook in Amstelveen worden geïmplementeerd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? (Noot 3)
Antwoord: ja, GGD Amsterdam is op dit moment bezig het toezicht 2011 te programmeren volgens risico gestuurd toezicht (RGT), hierbij wordt op verzoek van de gemeente Amstelveen capaciteit ingebouwd voor het uitvoeren van extra nadere onderzoeken (hercontroles na geconstateerde overtredingen). Dit zijn afspraken voortvloeiend uit de sterkere regierol die de gemeente neemt bij het programmeren van het risico gestuurd toezicht (RGT).
5) Hoe gaat u om met de gemelde beperktere middelen voor toezicht die het ministerie van SZW voor 2012 aangeeft?
Antwoord: de gedachte achter het RGT is dat het toezicht effectiever en goedkoper kan, door gericht te inspecteren waar naleefgedrag tekortschiet. Dit staat op gespannen voet met de doorgroei in het aantal kindercentra. Deze uitbreiding is weergegeven in de “Monitor kinderopvang 2010” waarover de raadscommissie B&S in januari wordt geïnformeerd. Bij de kadernota 2012 zal naar aanleiding hiervan worden bezien hoe voldoende en adequaat toezicht en handhaving te garanderen is.
Wij vertrouwen u met dit antwoord voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen, de secretaris, de burgemeester, mr. R.J.T. Schurink mr. J.H.C. van Zanen