College beantwoordt vragen ivm wateroverlast in Bovenkerk-Oost
Nieuws -> GemeenteBron: Gemeente Amstelveen
23-02-2010
Geachte dames De Leur en Koops en mijnheer Raat,
U heeft het college vragen gesteld over bovenvermeld onderwerp. Alvorens wij ingaan op de afzonderlijke vragen herhalen wij voor de duidelijkheid uw inleiding:
"In Bovenkerk wordt op verschillende plekken hard gewerkt aan nieuwbouw. Sinds de start van de nieuwbouw hebben ongeveer zestig sociale woningen in het midden van de buurt (Aagje Dekenlaan en Joan van Broekhuizenlaan) last van (ernstig) vocht wat resulteert in schimmelvorming op de muren en een "natte woning".
De fracties van de VVD en D66 hebben verschillende bewoners bezocht en hebben geconstateerd dat bewoners problemen van de situatie ondervinden. De straten waar de overlast zich voordoet liggen op het laagste punt van de wijk; rondom deze straten wordt de grond opgehoogd. Het (grond)water moet ergens naartoe en dat merken de bewoners elke dag in hun woning. De woningen zijn eigendom van de woningbouwvereniging Eigen Haard.
De fracties van de VVD en D66 hebben de volgende vragen over de situatie
1. Is het college bekend met de problemen die bewoners nu ondervinden door de nieuwbouw?
Het college is bekend met de klachten van 2 bewoners. Ook is het college bekend met het feit dat Bovenkerk een kwetsbaar gebied is qua waterhuishouding en stabiliteit van de ondergrond. Naar aanleiding van de ontvangen klachten heeft overleg plaatsgevonden met betrokkenen. Het volgende speelt er.
In het renovatiegebied van Bovenkerk zijn alle woningen geamoveerd en zijn bestaande wegen en straten verwijderd. Ook zijn hiermee de voorzieningen verdwenen zoals straatkolken en de afvoersystemen van de daken (regenpijpen). Ervaringen van de afgelopen jaren is, dat niet de hoeveelheid neerslag (hemelwater) is toegenomen.
Wél is er een substantiële wijziging geconstateerd in de intensiteit van de neerslag. Droge(re) perioden worden afgewisseld met piekmomenten waarop de neerslag, en dus in extremere mate, valt. Dit wordt ook statistisch onderbouwd door het KNMI.
Uit het vooraf ingestelde bodemonderzoek is gebleken, dat in Bovenkerk er een tweetal 'storende' (vrijwel niet doorlatende) grondlagen zich bevinden. Een 'natuurlijke' afvloeiing van hemelwater naar dieper liggend grondwater (er bestaan meerdere grondwaterniveau's) wordt hiermee belemmerd. Het thans ontbreken van afvoersystemen van kolken en daken heeft tot gevolg dat al het vallende hemelwater met een extreme hoeveelheid (piekmomenten) niet via dit systeem wordt verzameld en afgevoerd maar zich een weg zoeken op het bouwlocatie naar de laaggelegen plekken.
Dit zijn de, reeds uitgegraafde, bouwputten voor de nieuwe woningen en de tuinen van de huidige woningen (door zettingen is de hoogte, van een meerderheid, van de tuinen aanzienlijk -tientallen cm tot decimeters- lager en liggen er geen drainage strengen in de tuinen). Het water stroomt via de té laaggelegen tuinen door de ventilatieopeningen in de gevel naar de kruipruimtes. Door ons is voorzien dat het verwijderen van kolken en afvoeren van hemelwater vraagt om een alternatieve, zij het tijdelijke, oplossing. Daarom zijn de uitgegraven bouwputten voorzien van z.g. 'grindkisten'. Hierin wordt het hemelwater opgevangen. Er zijn op privé terrein geen maatregelen getroffen aangezien dit een verantwoordelijkheid is van de corporatie en eigenaar van betreffende woning. Wij zijn met de corporatie uiteraard wel in gesprek en adviseren individuele bewoners omdat een gezamenlijke aanpak het meeste effect sorteert.
De infrastructuur, groen, speelvoorzieningen e.d. wordt na realisatie van de nieuwe woningen weer opnieuw aangebracht. Ook is er een nieuwe riolering (gescheiden systeem van vuilwater en hemelwater) aangebracht. De oude riolering (een gemengd systeem) bleek aan vervanging toe mede vanwege de kwaliteit, eisen op milieugebied maar ook vanwege de zettingen van de ondergrond. Ergo de oude riolering bleek op sommige plaatsen lek met als gevolg dat grondwater via de rioleringssysteem deels werd afgevoerd.
Het systeem werkte als het ware als een drainagesysteem. Dat is in zijn algemeenheid niet wenselijk. Kort samengevat zijn er een aantal, en met name een combinatie van, factoren aan te wijzen welke leiden tot een situatie van onbalans in de ondergrondse waterhuishouding, te weten: extreme regenval op piekmomenten, storende lagen in de ondergrond, het (tijdelijk) ontbreken van afvoersystemen zoals staatkolken en afvoer van de daken, té laag gelegen tuinen, het ontbreken van drainage in de tuinen nadat de oude riolering was verwijderd. Het aanbrengen van grindkisten in de bouwputten vangt al veel hemelwater op in de periode dat er nog volop gebouwd wordt.
2. en 3. Is er bij de start van de nieuwbouw een zogenaamde watertoets gedaan?
Bij de start van de plannen tot renovatie van het plangebied Bovenkerk is uitgebreid nagegaan wat de consequenties zijn op waterhuishoudkundig gebied. Dit is ook verwoord in de Nota van Uitgangspunten (2004). Er is vooraf overleg gevoerd met de waterbeheerder, de Dienst Waterbeheer en Riolering (DWR). Eén van die maatregelen welke door DWR zijn aangegeven betreft het creëren van extra buffer en waterberging door het verbreden van de huidige sloot langs de Vierlingsbeeklaan. Deze verbreding heeft al gedeeltelijk plaatsgevonden. Nog niet de gehele sloot in verband met de aanwezigheid van bouwketen. Het laatste gedeelte verbreding is voorzien gelijktijdig met het "woonrijp" maken.
4. Hoe kan het dat de bewoners zoveel overlast ondervinden?
In reactie op vraag 1 is reeds aangegeven wat de oorzaak is van de wisselende grondwaterstand dan voorheen. Met de woningbouwcorporatie Eigen Haard is intensief overleg welke maatregelen genomen dienen te worden om dit afdoende te verhelpen.
5. In hoeverre is het college bereid om met de betrokken partijen zoals bewoners, Eigen haard, gemeente, ontwikkelaars en anderen om de tafel te gaan om een oplossing te vinden voor de problemen die de bewoners ondervinden?
De gemeente stelt zich actief op en de corporatie wordt aangesproken op haar verantwoordelijkheid voor het op peil houden van de woonkwaliteit. Deze liggen in lijn met de kwaliteitseisen in het Bouwbesluit én voor het voeren van een adequate waterhuishouding op haar eigen terrein.
Wij hebben in - overleg met de woningcorporatie - besloten een onafhankelijk grondmechanisch adviesbureau in te schakelen om de consequenties van de huidige grondwaterstand te inventariseren en tevens het adviesbureau te verzoeken aanvullende maatregelen voor te stellen ter beheersing van de grondwaterstanden. In het kader van dit onderzoek zijn reeds diverse woningen ter plaatse geïnspecteerd. Het onderzoek is nog niet afgerond. Conform planning lijken de resultaten in maart 2010 beschikbaar. Zodra de resultaten beschikbaar zijn zullen wij dit samen met de corporatie bespreken. Indien er werkzaamheden op privé terrein worden uitgevoerd is de afspraak gemaakt dat de corporatie Eigen Haard zijn/haar huurders informeert.
Indien er werkzaamheden worden uitgevoerd op openbaar gebied zullen de bewoners, via de gebruikelijke wijze (huis aan huis bericht), worden geïnformeerd. Aanvullend heeft mevrouw Koops op de vragen van de heer Raat en mevrouw De Leur de volgende vragen gesteld.
1. Kunt u aangeven in hoeverre de hoogte van het vloerpeil van de nieuwe woningen ten opzichte van aangrenzend gebied effect heeft op de grondwaterstand ten nadele van de bestaande bebouwing?
Dit heeft geen invloed op de grondwaterstand van de bestaande bebouwing. Het hemelwater en de drainage van de nieuwbouw wordt afgevoerd via een nieuw aangelegd gescheiden rioolstelsel. In combinatie met de hiervoor aangegeven maatregelen zal dit geen effect hebben op de grondwaterstand van de bestaande woningen Wij laten de effectiviteit van de maatregelen controleren door het genoemde adviesbureau.
2- Kunt u aangeven binnen welke termijn welke acties de gemeente zal ondernemen om het grondwaterpeil rond de bestaande woningen te reguleren?
De gemeente is in gesprek met Eigen Haard om een afdoende oplossing voor de bewoners te bewerkstelligen. Daarnaast is het adviesbureau ingeschakeld ten einde de effectiviteit van de maatregelen te beoordelen.
3. Kunt u aangeven in hoeverre de gemeente de reeds ontstane schade zal compenseren aan huurders, verhuurders en/of opstaleigenaren?
Niet de gemeente, maar de eigenaar is verantwoordelijk voor de waterhuishouding op eigen terrein. De gemeente heeft op grond van art. 3.6 van de Waterwet de zorgplicht om in het openbaar gemeentelijk gebied maatregelen te treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen ofte beperken.
4. Wanneer was u van plan de bewoners te informeren?
Zie het hiervoor aangegeven antwoord bij 5 (zie blz. 3). Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen,
Mr. R. J. T. Schurink mr. J. H. C. van Zanen