De 67ste Indië-herdenking in Amstelveen
Nieuws -> GemeenteBron: Amstelveenweb -St. Herdenking Nederlands-Indië
15-08-2012
De Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië hield haar jaarlijkse herdenking in het Broersepark op dinsdagavond 14 augustus 2012. Het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam in Nederlands-Indië, het latere Indonesia op 15 augustus 1945, 67 jaar geleden.
De invasie en bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog bracht de vernietiging van de koloniale staat Nederlands-Indië. Na de Japanse overgave in augustus 1945, riepen de nationalistische leiders Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid van de republiek Indonesië uit.
De 67ste herdenking van gevallenen en slachtoffers in Nederlands-Indië vond weer plaats bij het Indiëmonument in het Broersepark in Amstelveen. Honderden betrokkenen en geïnteresseerden kwamen naar de herdenking, onder andere de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, de burgemeester van Amstelveen Jan van Zanen en burgemeesters en wethouders van omringende gemeentes. Verder ook de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht en de oorlogsveteranen en vertegenwoordigers van vele Indische organisaties.
Op 8 maart 1942 gaven de Nederlandse strijdkrachten zich over en werd Nederlands-Indië door Japan bezet. In de loop van enkele maanden werden 130.000 mensen voor een periode van vele jaren opgesloten in kampen. Een 4,5 jaar durende bloederige strijd was het gevolg, toen de Nederlanders hun oude kolonie probeerden te heroveren. De Nederlandse strijdkrachten hadden opnieuw het grootste deel van het grondgebied van Indonesië bezet en er volgde een zware guerrillastrijd tegen het Indonesische vrijheidsleger Tentara Nasional Indonesia. Uiteindelijk onder druk van de internationale publieke opinie, vooral door de Amerikanen werd de Indonesische onafhankelijkheid uitgeroepen. In december 1949 heeft Nederland formeel de Indonesische soevereiniteit erkend.
Een niet zo bekende oorzaak was de bemoeienis van de toenmalige Sovjet-Unie die nu blijkt, van de jonge Indonesië een communistisch land probeerde te maken. Ze stuurden zelfs tientallen onderzeeërs met fregatten richting Indonesië om de nieuwe republiek te steunen. Het is maar goed, dat de Nederlanders (onder druk) zich hebben teruggetrokken, want een oorlog tegen de Russen was nog erger geweest en zou nog meer ellende veroorzaken.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
De gastvrouw van de herdenking, Jacqueline Schäfer verwelkomt iedereen in het Broersepark
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Het Vaandel van de Bond van Wapenbroeders wordt bij het monument neergezet
Het programma van de herdenking begon met het intreden van het Vaandel van de Bond van de Wapenbroeders. Vervolgens hield mevrouw Ankie Werner-Vos, de voorzitter van de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië een welkomstwoord.
'Goedenavond Dames en Heren,
Hartelijk welkom aan u, geëerde gasten, aan vertegenwoordigers van internationale, van nationale en van de Nederlands-Indische organisaties. Ook een hartelijk welkom aan de slachtoffers en nabestaanden van de oorlog in Nederlands-Indië, aan de aanwezige belangstellenden en –ik ga nu even verder in het Engels- a warm welcome to Priscilla McMullen one of the initiators of The Indoproject.org from the United States.
Dames en heren, wij herdenken alle gevallenen en slachtoffers in het Koninkrijk der Nederlanden van de Tweede Wereldoorlog en vanavond met name hen die tijdens, of na de Japanse bezetting in Nederlands-Indië gevallen zijn of slachtoffer werden.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Mevrouw Ankie Werner-Vos, de voorzitter van de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands- Indië is de eerste spreker
Het thema van het Nationale 4en5 mei comité was dit jaar “Vrijheid geef je door”. Maar kan je vrijheid doorgeven als je in vrijheid opgroeit? Als vrijheid de norm is? Als je de onvrijheid niet kent? Er niets over te horen krijgt van je ouders en er op school weinig over leert?
Ik ben zelf het kind van de hereniging van mijn ouders, van na het kamp. Ook de andere bestuursleden van onze Stichting, die deze herdenking organiseert, zijn van de tweede generatie.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
De aanwezigen volgen de toespraak
Thuis bestond er bij velen van ons een stille afspraak: de ouders spraken niet over het kamp en wij kinderen, wij vroegen er niet naar. En heel Nederland deed daar op zijn eigen wijze aan mee. Ook nu nog. In het geschiedenisonderwijs met als minimum eis de officieel vastgestelde “Canon van de Nederlandse geschiedenis”, wordt niets verteld over de kamp- en bersiaptijd, de 40.000 doden, de 130.000 mensen in jarenlange opsluiting gevangen en de 300.000 ontheemde repatrianten die zeker niet met open armen hier in Nederland ontvangen werden.
Hoe leg je dan nog uit aan die 1,5 miljoen nazaten met Nederlands-Indische roots, dat het abnormale, zoals oorlog, wreedheid en onvrijheid, de werkelijkheid, het normale leven van alledag, voor hun ouders, grootouders en familie toen was geworden? En helemaal, hoe verwacht je dat kinderen zonder familie met een oorlogsverleden het begrip “vrijheid doorgeven” nog begrijpen?
Vanavond vertelt Aldert de Haan zijn verhaal. Ruim 20 jaar doet hij dat al in schoolklassen via de stichting Gastdocenten WOII werkgroep Zuidoost Azië. Deze derde generatie luistert altijd geboeid naar dat kind van toen wat vertelt aan een kind van nu hoe het was. Hij maakt voor hen onvrijheid voelbaar en inzichtelijk. Volwassen mensen van de tweede generatie hebben daarentegen pas op veel latere leeftijd, veelal dankzij het internet, begrepen dat er ook in hun eigen familie, bij hun eigen ouders of grootouders zo’n onverteld verhaal is.
Als de ouders er ook nu niet over willen spreken of inmiddels overleden zijn, blijven zij met onbegrip en veel vraagtekens zitten. Kinderen van geëmigreerde ouders hebben nog een extra nadeel. Zij spreken vaak alleen maar Engels. Dus zijn Nederlandse bronnen door hun helemaal niet te raadplegen. Het Indoproject in de VS probeert hen bij hun zoektocht te helpen en gezien de razendsnelle groei aan volgers (ook vanuit Nederland) van hun website en facebook is daar duidelijk een enorme emotionele behoefte aan.
Dames en heren, het thema van het Nationale 4en5 mei Comité was “vrijheid geef je door”. Maar dat kan pas, als je begrijpt wat leven in onvrijheid betekent. Voor jezelf, voor hen die je dierbaar zijn, en voor volgende generaties, die nu al heel lang in vrijheid leven. Vanavond staan wij stil bij die onvrijheid van toen.
Wij herdenken onze dierbare gevallenen, wij herdenken de slachtoffers die deze periode van onvrijheid en verdriet overleefden maar nu niet meer onder ons zijn en wij omarmen de slachtoffers waarmee wij vanavond samen zijn met de woorden op ons mooie monument van beeldhouwer Ella van de Ven: “EEN SPIEGEL, HET VERLEDEN, DE TOEKOMST, WEERSPIEGELING. WIJ WAREN ER, WIJ ZIJN HIER, HEDEN, TEZAMEN BIJEEN.”
Dank u wel.'
Na deze toespraak kwam Jan van Zanen, de burgemeester van Amstelveen naar de microfoon en zei het volgende:
'Dames en heren,
‘ … Als vrijheid mijn gedachten pleistert
Als vrijheid om mij heen overal rondom en in mij waait,
maar voor jou niet is te vangen
Als vrijheid mij beschermt
tegen jouw ideeën die voor mij te
anders zijn
Als vrijheid voor mij vandaag zo
vanzelfsprekend lijkt, en jij niet
weet wat dat betekent
Dan is vrijheid munt voor mij
en kop eraf voor jou
Dan is vrijheid lucht en willekeurig
Maar staat het mij misschien wel vrij
om iets van mijn riante vrijheid - met
wederzijds goedvinden natuurlijk tijdelijk
of voor langere duur
af te staan om jou
van mijn verstikkende vrijheid
te bevrijden …’.
Een prachtig gedicht (de laatste vijf coupletten) over vrijheid van de schrijfster Marion Bloem. De tekst geeft weer, hoe belangrijk vrijheid is. En dat het belangrijk is om stil te staan bij onze vrijheid. Ieder jaar weer. Een dag, waarop we stil staan bij de verhalen van onze ouders, grootouders, de generaties voor ons. Het verhaal van wijlen mijn schoonmoeder.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Burgemeester Jan van Zanen tijdens zijn toespraak
Ook zij leed als meisje onder de verschrikkingen in die tijd. Al die mensen geven, of gaven het belang van de vrijheid aan ons door met hun verhalen. Aandacht voor de geschiedenis van de verschrikkingen in voormalig Nederlands-Indië is er gelukkig steeds meer.
Mijn generatie, jongeren van nog latere generaties weten nauwelijks wat er in de periode ’46-’49 is gebeurd. Daarom is het zo belangrijk om de verhalen door te vertellen. Om er voor te zorgen, dat het geen vergeten zwarte bladzijde uit onze geschiedenis wordt, aldus Dirk Vlasblom, voormalig correspondent in Indonesië voor het Handelsblad.
Ook hij schreef kort geleden over de verschrikkingen in die tijd. En de aandacht die daarvoor moet zijn.
Dames en heren,
Vandaag gedenken wij hen en al die anderen die de verschrikkingen in voormalig Nederlands-Indië doormaakten. Met deze herdenking steunen wij al diegenen – de gevallenen en slachtoffers - die daardoor voor het leven getekend zijn. Ieder van u gedenkt zijn eigen verhaal, het verhaal van de eigen familie en vrienden.
Vaak blijven die verhalen onverteld. Ze bestaan binnen een familie en er werd niet over gesproken. Gelukkig gebeurt dat de laatste jaren wel. Het lijkt soms, ervaar dat in mijn directe omgeving, of het verleden steeds dichterbij komt, hoewel steeds langer geleden, steeds dichterbij. Zo dadelijk vertelt de heer Aldert de Haan het verhaal van zijn familie. Maar er zijn veel meer verhalen. Van gezinnen die volledig uit elkaar zijn gerukt, afgevoerd naar kampen. Broers, zussen, vaders, moeders die elkaar nooit meer zagen, of jaren later.
Het zijn vaak verhalen van kinderen van vóór en van ná de oorlog in één gezin. Het verhaal van de vaders die de pijn en vernedering van de dwangarbeid nooit hebben kunnen verwerken en als een ander mens terugkwamen. Het verhaal van ontwrichte gezinnen, die het geluk van de beginjaren nooit meer konden terugvinden.
Het verhaal van mensen die als kind de veiligheid van een gezin hebben moeten missen – en die daar als volwassenen de gevolgen van dragen. Allemaal zijn zij slachtoffers van de oorlog – ook al brachten ze het er ogenschijnlijk ongeschonden van af. En op 14 augustus herdenken ze die periode allemaal ieder voor zich. Maar herdenken doe je niet alleen voor jezelf, zoals we hier vandaag ook zien. Je doet het ook met elkaar.
Daarom staan we vandaag stil bij alle gevallenen en slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, waar ook ter wereld, en van na de oorlog, bijvoorbeeld – maar niet alleen - bij de militairen die naar Indië zijn gezonden.
Ik gedenk u en de uwen, van toen en nu, die vielen, of achterbleven, in dankbaarheid en met heel veel respect. Ondersteun en help elkaar en volgende generaties met het doorgeven van verhalen. Met het doorgeven van de vrijheid.
Dank u wel.'
Jacqueline Schäfer leidde de hele ceremonie en kondigde de volgende spreker aan, de heer Willem van Lith, voorzitter van de Bond van Wapenbroeders, afdeling Amstelland:
'Goedenavond, dames en heren,
In Vrijheid en Vrede zijn wij bij elkaar om de slachtoffers te herdenken van de tijd, dat “Nederlands Indië “ bezet was door de Japanners, van de Bersiap tijd en van de tijd tot het afscheid van dat prachtige land.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Willem van Lith, voorzitter van de Bond van Wapenbroeders, Afdeling Amstelland vertelt over zijn diensttijd in Nieuw Guinea
De vraag van waar naar toe, hield velen bezig. Naast noodgedwongen naar Nederland kozen ook veel Indische Nederlanders voor Nieuw Guinea. Maar dat bleek een keuze van korte duur. Na de overdracht in 1949 bleef Indonesië aanspraak maken op Nieuw Guinea. De politieke spanningen tussen Nederland en Indonesië liepen steeds verder op en de strijd op Nieuw Guinea te escaleerde sterk.
Veel jonge Nederlandse militairen, zoals ik zelf ook was, werden in die na-oorlogse periode uitgezonden om op te komen voor de Nederlandse zaak. Ook naar Nieuw Guinea. Wij kwamen in contact met de lokale bevolking en wij werden door de Papoea’s zeer gastvrij ontvangen. We werden in kampongs uitgenodigd, we aten daar met ze samen en wij herinneren ons de Papoea’s uit die tijd als zeer lieve en aardige mensen.
Precies 50 jaar geleden, in 1962, drukte, de toenmalige Amerikaanse Minister van Justitie, Robert Kennedy, de overdracht van Nieuw Guinea van Nederland aan Indonesië door. Nieuw Guinea zou worden overgedragen op 1 oktober aan de Verenigde Naties en zeven maanden later zou de Verenigde Naties Nieuw Guinea overdragen aan Indonesië.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Vlnr.: Ad van Baal, voormalig generaal van de Landmacht, Luitenant-generaal b. d. Ted Meines, Luitenant-generaal A. (Lex) C. Oostendorp, Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, Peter Dekker, penningmeester van de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands- Indië op de eerste rij volgen de toespraken
Het laatste stukje Nederlands- Indië was daarmee verleden tijd. Met weemoed in ons hart moesten wij afscheid nemen van de Papoea’s. Op 23 oktober 1962 vertrokken mijn kameraden en ik naar Nederland. We moesten afscheid nemen van een plek en mensen, waarvan ik ben gaan houden. Ik denk daar tot op heden nog steeds aan terug. Vooral met de kennis van nu, doet het mij pijn als ik lees hoe de Papoea’s tweederangs burgers op hun eigen eiland zijn geworden en hoe wreed zij soms worden onderdrukt.
Mijn eigen gevoel van nog immer voortdurende betrokkenheid bij de Papoea’s, overkomt ook militairen die later zijn uitgezonden naar andere gebieden. De wens om de lokale bevolking te willen helpen, blijft. Universele menselijke waarden van vriendelijkheid, gastvrijheid, hulpvaardigheid en hun wens om in vrede te leven, overstijgt namelijk elke politieke kleur of beslissingen van overheden.
Dames en heren, vandaag zijn wij bijeen om de gevallenen en slachtoffers van de oorlog in Nederlands-Indië te herdenken. Wij van de Bond van Wapenbroeders met vele mensen in de gelederen die zich tot aan de overdracht in Nieuw Guinea hebben ingezet voor de Nederlandse zaak en vele makkers in Nederlands-Indië achter hebben moeten laten in een graf, gedenken deze periode vandaag graag met u in verbondenheid met “Ons Indië”. Dank u wel.'
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
De leden van de Nationale Reserve zorgen voor de kransen en begeleiden de ceremonie
De heer De Haan was de volgende spreker en vertelde over zijn ervaringen in Indië en zijn aankomst in Nederland. Zijn toespraak had de titel 'Kind in het Kamp':
'Geachte aanwezigen, mijn naam is Aldert de Haan, ik ben geboren op 30 januari 1935. De eerste 11 jaar van mijn leven verbleef ik in Indië. Mijn vader Tjard de Haan was arts bij de Koninklijke Marine. Vlak na mijn geboorte werd hij op een schip naar Indië uitgezonden voor een term van 4 jaar. Vanwege de oorlog werden dat er 11. Mijn moeder, Lien de Haan-Weeda, en ik gingen op de “Sibajak” mijn vader achterna.
Mijn ouders keerden terug naar het land, waar ze hun jeugd hadden doorgebracht. Mijn grootouders kwamen als eersten van hun families naar Indië. Opa de Haan was rechter en mijn andere opa een marineman; later werd hij boormeester op de olieplatforms in Pladjoe en Palembang. Voor de oorlog woonden wij op Goebeng in Soerabaja. Daar kwamen er een zusje en broertje bij. We maakten vervolgens de Japanse bezetting mee en belandden in de interneringskampen. We hebben het allen overleefd.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Aldert de Haan vertelt over zijn kinderjaren in Indië en later in Nederland
Mijn vader werd al direct in maart 1942 krijgsgevangen gemaakt. Een medische transport, via Tjilatjap op weg naar Australië, werd bij Malang onderschept door het Japanse leger. Hij belandde uiteindelijk in de kampen aan de Birmaspoorweg. Mijn moeder en haar drie kleuters kwamen in de vrouwenkampen terecht. Eerst in de (Darmo)Wijk te Soerabaja en vervolgens in het kloosterkamp Gedangan en later in het kamp Halmahera, beiden in Semarang.
In dat laatste kamp kreeg mijn moeder eind juni 1945 te horen dat ik naar het jongenskamp Bangkong moest. De Japanners hadden de grens, waaronder aanvankelijk jongens bij hun moeder mochten blijven, van 17 verlaagd naar 10 jaar. Dat was ik inmiddels geworden. Ik kan me niet herinneren, dat ik dat toen erg vond.
Mijn moeder vertelde later, dat zij van mij niet mocht huilen bij het afscheid. Zij huilde inderdaad niet toen ik met 50 jongens het kamp uit liep onder leiding van een Japanse soldaat. Met nieuwe kleren en ook een nieuw rugzakje en petje, gemaakt uit lakens, die ze ooit naar het kamp had meegenomen, vond ik het eigenlijk best een beetje spannend.
Later besefte ik welk een vreselijke ervaring, dat voor mijn moeder moet zijn geweest. Zij wist op dat moment nog niet, dat het jongenskamp slechts 2 kilometer verderop lag en ik na 5 weken weer terug kwam lopen, toen de japanners gecapituleerd hadden.
Mijn moeder deed twee verstandige dingen. Ze liet een portretje van mij maken, dat ik nu bij mijn lessen op scholen laat zien. Verder gaf ze mij een briefje mee met allerlei gegevens en goede raad. Ook dat heb ik nog steeds. Ik lees er een paar passages uit voor:
2 juli 1945
Mijn lieve groote jongen,
Nu je helemaal alleen bent en als een grote man in een eigen kamp zit, bij veel vrienden van jou en mij, wil Mam even met je praten. Als er wat is, dat je niet begrijpt of weet, moet je heusch naar Oom Marinus of de oude dokter gaan. En Aldert laat nooit jongens of mannen aan je frunniken. Als ze aan je komen sla je er op los hoor.
Aldert, zal je je af en toe goed wasschen en je bultzak eens luchten. Denk er aan, dat moet ook gebeuren. Laat af en toe je haar eens knippen…..
Lieve jongen hou je goed, denk ook eens aan ons hier en aan je vader. Veel liefs en een dikke zoen van Ank, Jaap en Mam.'
Naar mijn weten heb ik het briefje destijds niet geraadpleegd. Wel staat me flauw bij, dat zij de waarschuwing en de aansporing er op los te slaan, als ze aan me zouden frunniken, mij ook mondeling meegaf. Maar ook dat ik toen volstrekt niet wist waar ze het over had. Mijn moeder was met mij nog niet toegekomen aan de bloemetjes en de bijtjes. Er is niks gebeurd.
In Bangkong (Semarang) ben ik erg ziek geweest. Ik voelde mij eenzaam, net als mijn vriendjes in de groep, die ook voor het eerst bij moeder vandaan waren. Wij werden met opzet afzonderlijk in de aula ondergebracht om te voorkomen dat we in het ruilcircuit terecht zouden komen en in handen zouden vallen van gehaaide oudgedienden.
Dat ruilsysteem ondervond ik zelf, toen ik bij de bibliotheek geen goed boek kon lenen, omdat ik zelf nog geen goed boek kon inleveren. Ik herinner mij de frustratie daarover, maar ook dat op 23 augustus de vliegtuigen met de Nederlandse vlag overkwamen en de oorlog dus voorbij was. Niet veel later ben ik met een vriendje naar Halmahera teruggelopen. Bang, dat we aan de poort zouden worden tegengehouden, zijn we onder het gedek doorgekropen.
Dan nog wat herinneringen uit de kampen, waar ik daarvoor met mijn moeder, zusje en broertje heb gezeten. In de Wijk te Soerabaja werden we gehuisvest in de garage van een huis, waar nog meer families woonden. Ik moest een kalender maken voor het jaar 1944. Niet alleen was de Tokio-tijd ingevoerd, maar ook de Japanse jaartelling; het zou 2604 worden, maar mijn moeder wilde daar niet aan.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
De toespraken worden aandachtig gevolgd door de honderden aanwezigen
In Semarang kwamen we terecht in het kloosterkamp Gedangan. We werden met 27 vrouwen en kinderen ondergebracht in een klaslokaal, han 9. Op britsen om op te liggen hadden we de beschikking over ca 60 cm per persoon. Op onze 2 m 40 lagen de kleintjes tussen mijn moeder en mij. Ik heb dus ongeveer 2 jaar lang elke nacht op ca 10 cm van een van hen geslapen. Aan mijn andere kant lag een andere moeder, of een ander kind.
Op 5 mei 1945 op transport naar het kamp Halmahera, een wijk van ca. 60 stenen huisjes. In de huisjes bestemd voor één Javaanse familie werden we met ons 30 á 40-en ondergebracht. Alle kamers lagen vol met matjes en bultzakken. Eén kraan en één toilet in de tuin waren uiteraard onvoldoende. De beerput stroomde steeds over en er werden dan ook extra latrines gebouwd.
De vrouwen in het kamp moesten die zelf schoonhouden. Ook ik kreeg corvee. Met vriendjes haalde ik het vuilnis op langs de huisjes. Ze haalden eens een geintje met me uit door achterop de wagen te klimmen, waardoor ik hoog tussen de dissels kwam te spartelen. Er werd ook gelachen in het kamp. Natuurlijk speelden we met kinderen uit de buurt; zonder speelgoed, want dat hadden de moeders niet meegenomen. En erg braaf, anders werden de moeders gestraft. Er werd in het kamp ook stiekem les gegeven. Mijn moeder leerde me rekenen door mij alsmaar staartdelingen te laten maken met hele grote getallen.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Het verhaal van de heer De Haan wordt met spanning en herkenning gevolgd
Na een kort verblijf in Batavia, waar we met mijn vader werden verenigd, volgde repatriëring in 1946 naar Nederland op het m. s. Ruys. Ook daar werd ik ondergebracht bij de mannen, in het vooronder. Slapen in een hangmat, een maand lang. Op 3 mei 1946 per bus van Amsterdam naar een kazerne in Doorn, rijdend door een feestend Nederland. De vlaggen waren niet uitgestoken om ons te verwelkomen; daarentegen.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
De wapenbroeders in de achtergrond
In het algemeen was de ontvangst niet hartelijk. Bij mijn grootouders in Heemstede, waar we werden ondergebracht, waren we natuurlijk welkom. Op school had ik het moeilijk als een elfjarige jongen, die niet kon zwemmen, schaatsen en fietsen, maar ook omdat ik vrijwel geen lessen had gevolgd. Rekenen ging nog wel vanwege die staartdelingen, maar mijn taalschriften zaten vol rode strepen.
Na de lagere school en het gymnasium volgde ik de opleiding tot marineofficier. Ik ben nu gepensioneerd en besteed mijn tijd aan mantelzorg voor mijn vrouw en hobby’s, zoals gastlessen geven op school met dit verhaal over mijn tijd als Kind in het Kamp. Dank u wel.'
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Johan Remkes de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland was ook aanwezig tijdens de herdenking
De stemmige muziek tijdens de herdenking werd verzorgd door Regimentsfanfare ‘Garde Grenadiers en Jagers’ uit Amersfoort o.l.v. eerste luitenant Harry van Bruggen. Na de voordracht van Aldert de Haan, werd er door de aanwezigen twee minuten stilgestaan om samen de gevallenen en overlevenden te herdenken, waarna het 1e en 6e couplet van het Wilhelmus werd gezongen.
Na het uittreden het Vaandel van de Bond van Wapenbroeders vond de kranslegging plaats bij het Indië-monument. Als eerste legde burgemeester Van Zanen samen met zijn echtgenote een krans, waarna diverse anderen en ook namens organisaties zijn voorbeeld volgden. Tot slot werd iedereen bedankt voor de aanwezigheid en volgde het traditionele defilé.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Het Indië monument met de kleurrijke kransen en bloemen na de kranslegging
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Na de kranslegging kunnen de veteranen een glaasje heffen en natuurlijk napraten
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Jan van Zanen, burgemeester van Amstelveen blijft ook nog even bijpraten
Na het officiële deel van de ceremonie, was er een informeel samenzijn bij het naastgelegen clubhuis van de Jeu de Boules vereniging, waar iedereen een hapje en drankje kon nuttigen en met elkaar ervaringen kon delen. Het was een mooie herdenking met een aangename temperatuur, alhoewel je het soms toch koud kreeg bij het horen van ervaringen.
Het is fijn, dat deze herdenking elk jaar nog bij het mooie monument van Ella van der Ven plaatsvindt en dat ondanks het langzaam verdwijnen van de oudere generatie, de jongere generatie aanwezig blijft.