De 74ste Dachau herdenking in het Amsterdamse Bos
Nieuws -> InformatiefBron: St. Vriendenkring van Oud-Dachauers/Amstelveenweb
14-04-2019
Ieder jaar gedenken de Nederlandse oud-gevangenen van het concentratiekamp Dachau de bevrijding van het kamp door Amerikaanse eenheden op 29 april 1945. De 74ste herdenking vond op zaterdag13 april 2019 plaats bij het Nationaal Dachau monument in Amstelveen in het Amsterdamse Bos. Ook dit jaar kreeg de redactie van Amstelveenweb een uitnodiging van de Stichting Vriendenkring van Oud-Dachauers voor het bijwonen van de herdenking.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De locatie van de bijeenkomst van de Oud-Dachauers is het hoofdkantoor van KLM in Amstelveen
Rond half 11 kwamen de gasten aan bij het Hoofdkantoor van de KLM, waarvan de directie al jarenlang hun gebouw beschikbaar stelt voor deze samenkomst. De ontvangst was als altijd heel hartelijk en iedereen die een plaatsje had gevonden werd voorzien van koffie of thee. Er waren toch nog veel oud-Dachau gangers en verwanten gekomen, waaronder de heer Henk van de Water (29-01-1924) die ondanks dat zijn vrouw ziek thuis lag, aanwezig was. Evenals Jan (Skippy) de Vaal (18-05-1922) en mevrouw Bierman – Couperus. Zij is de weduwe van Rudolf (Velo) Bierman (1916-2014) verzetsstrijder en overlevende van kamp Natzweiler. Bij het monument zelf zou mevrouw Willemijn Petroff - van Gurp, oud-gevangene die op 7 november 2019 haar nieuwe levensjaar van 101 hoopt te vieren, de herdenking bijwonen. Burgemeester van Amstelveen, de heer Bas Eenhoorn kwam binnen en begroette de deputy Consul General of the US of America en de heer Dirk Brengelmann, Botschafter Deutschland (Duitse Ambassadeur).
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Bas Eenhoorn de burgemeester van Amstelveen is ook gekomen en wordt begeleid door Frank Houben de ceremoniemeester
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Frank Houben verwelkomt alle genodigden in het restaurant van KLM
Frank Houben, ceremoniemeester van de dag nam het woord en heette eenieder als bestuurslid van de Vriendenkring van Oud Dachauers, maar ook vanuit zijn functie Delegate to the Board bij KLM en namens de KLM directie van harte welkom. Daarbij bedankte hij ook alle speciale gasten voor hun komst. Thom Tullenaar, medebestuurslid en secretaris van de Stichting Vriendenkring van Oud-Dachauers vertelde over de gang van zaken inclusief de huishoudelijke mededelingen. Daarna liepen de gasten naar de gereedstaande bussen om via een bosweg naar het monument te worden gebracht.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Thom Tullenaar secretaris van de Stichting Vriendenkring van Oud-Dachauers verwelkomt alle aanwezigen in het restaurant van het hoofdkantoor van KLM in Amstelveen en vertelt over het programma van de dag
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De bussen van GVB staan al klaar om te vertrekken naar het Amsterdamse Bos
Bij het Dachau monument werd de herdenking geleid door Hans Teengs Gerritsen junior en Frank Houben. Hans Teengs Gerritsen senior, was Oud-Dachauer en de grootvader van Frank Houben was Willem van Lanschot Ridder der Militaire Willems-Orde en was ook Oud-Dachauer. De ceremonie begon om 12 uur met de regimentsfanfare naam volgt, die via de kampstraat naar de aanwezigen liep en aan de zijkant naast het publiek speelde. Als eerste spreekster kwam Erika Stichter, dochter van oud-Dachauer en Nederlandse dichter Ed. Hoornik, naar voren.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De locatie van de jaarlijkse Dachau-herdenking
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Rutger Groot Wassink, wethouder Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering van de gemeente Amsterdam naast
Bas Eenhoorn burgemeester van Amstelveen, volgen op de eerste rij de herdenking
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Bij het Dachau monument wordt de herdenking geleid door Hans Teengs Gerritsen jr en ceremoniemeester Frank Houben
De toespraak van mevrouw Erica Stichter:
'Op verzoek van Hans Teengs Gerritsen jr zal ik wat vertellen over mijn vader Ed Hoornik, die van 26 mei 1944 tot z'n bevrijding in Dachau heeft gezeten. Mijn vader werd geboren op 9 maart 1910 en stierf 1 maart 1970, een week voor zijn 60ste verjaardag. In 1934 trouwde hij met Liesel Nussbaum, Duitse van geboorte. Ze gingen in Amsterdam, Stadionstraat 25 wonen en kregen drie dochters, Marianne en de tweeling Eva en Erica. Eddie had voor de oorlog al verscheidene dichtbundels gepubliceerd, o.a. Mattheus, Geboorte en Beelden met het bekende gedicht Pogrom, naar aanleiding van de Kristallnacht op 9 november 1938. Het eindigt zo:
De Jodenbreestraat is een diep ravijn.
Een korte schreeuw weerkaatst tussen de wanden.
Het is maar tien uur sporen naar Berlijn
Op 18 augustus 1943 was er een feestje in de Stadionstraat voor de uitgave van de gedichtenbundel 'Tweespalt' bij de Mansarde Pers. Aanwezig waren de uitgever Bert Bakker, Popke Bakker, Mientje Pooters, de vrouw van Pam Pooters, Gerard den Brabander, ene Miesje en Hans Katan. De SD deed een inval en niemand wist precies waarom. Iedereen werd gearresteerd. De vrouwen werden naar de gevangenis op de Amstelveenseweg gebracht, de mannen gingen naar de Weteringschans. Mijn zusjes en ik zijn bij verschillende buren ondergebracht en zijn daar gebleven tot mijn moeder na zes weken vrijkwam. Mamma noch mijn vader wisten waar wij waren.
Mijn vader werd in oktober 1943 vanwege zijn communistische sympathieën naar Vught getransporteerd. Op 26 mei 1944 is Eddie met o.a. Piet Maliepaard en Nico Rost naar Dachau gestuurd. Zonder Maliepaard had mijn vader Dachau niet overleefd. Zijn kampnummer was 68980. Dachau werd op 29 april 1945 bevrijd. Op 2 mei van dat jaar verscheen het eerste gestencilde nummer van De stem der Lage Landen in Dachau, onder redactie van Rost, Hoornik en de Belg Mare van Hasselt. In totaal verschenen er 20 nummers, omdat de Nederlandse repatriëring uiterst traag verliep.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Mevrouw Erica Stichter vertelt over de moeilijke oorlogsjaren van haar vader Ed. Hoornik
Op 17 mei 1945 vertrok de bus, die Hans Teengs Gerritsen had weten te versieren, met o.a. Piet Maliepaard, Nico Rost, Jo Vis, Dirk de Loos, C. Steensma en W.L. Brugsma uit Dachau. Ze kwamen niet verder dan Nijmegen en moesten twee weken in quarantaine in verband met vlektyfus. Mijn vader kon ontsnappen dankzij een journalist met een motorfiets, die hij kende. Prins Bernhard las het stuk van mijn vader in De Volkskrant van 24 mei en zo kwam Hoornik in de rang van kapitein in de staf van Bernhard terecht. Hij moest naar Parijs om te zien hoe de Fransen de repatriëring van hun gevangengenomen burgers aanpakten.
Uit zijn gedichten en proza blijkt dat Dachau altijd deel uitmaakte van zijn leven. Ik citeer uit Herinnering aan Dachau, mei 1968: 'Dachau... Nee, ik sta er niet meer mee op, ik ga er niet meer mee naar bed en dromen doe ik er ook niet meer van. Maar het is er, het hoort bij mijn bestaan. Het is mijn diepste ervaring. Het is weg geweest zijn in de dood en daaruit als Lazarus zijn opgestaan. Dat is de kwintessens, even ongeloofwaardig, als absurd. De feitelijkheden vervagen: de terreur, de honger, de luizen, maar die ervaring, dat dubbelvallen van dood en leven, herhaalt zich, ook vandaag nog. Je loopt door de stad, je ziet jezelf in de etalageruiten, er is niets aan de hand, maar ineens heb je het gevoel dat het bestaan onder je weggetrokken wordt. De mensen die je passeren zijn dood, net als jijzelf dood bent. Het duurt niet lang, een paar seconden maar, dan stap je weer terug in de tijd en in de werkelijkheid….. Dachau en natuurlijk ook de vele andere concentratiekampen blijven een rol in mijn leven spelen.'
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Er zijn ongeveer 200 mensen aanwezig bij de herdenking. Het weer is zonnig, alhoewel het met 6 graden Celsius en windkracht 3 niet echt behaaglijk is in het bos
Laatst was ik in de oude synagoge in de stad Kampen die bij het museum is getrokken. In een vitrine ligt een gestreept gevangenenpak gedragen in het concentratiekamp Dachau. Er staat deze tekst bij: 'De meeste van de 34 gedeporteerde Joden uit Kampen werden in de nacht van 17 op 18 november 1942 opgepakt. Politieman P. Kapenga weigerde hieraan mee te werken. Hij werd geschorst en vervolgens gedeporteerd naar Vught en later naar Dachau.' Het stopt nooit.
Laatst vond mijn dochter Bianca, van wie binnenkort de 'Atlas van een bezette stad' verschijnt, een interview met haar grootvader in De Waarheid van 29 mei 1945. Dit zegt mijn vader o.a., hij was nog maar net terug. 'Het is moeilijk de gruwelen te beschrijven waaraan de onmenselijke nazi beesten zich tegenover de weerloze gevangenen schuldig hebben gemaakt. Wij zagen de transporten binnenkomen uit andere kampen, net geraamten die nauwelijks nog konden ademhalen. Langs de wegen lagen duizenden doden. Toen begon men bij ons ook met het wegvoeren van de gevangenen. De Russen, Polen, Italianen, Joden werden bijeengedreven - wie niet kon lopen, werd neergeschoten.' Aldus Hoornik in De Waarheid, kort na Dachau.
In 1949 verliet mijn vader zijn vrouw en kinderen. Hij is een heel belangrijke figuur in mijn leven geweest. Als ik hem nodig had, was hij er altijd en dat was vaak. Van één ding heb ik spijt: dat ik nooit met Eddie over zijn tijd in Dachau heb gepraat. Hij wilde het kennelijk niet en ik was te bang om hem met mijn vragen lastig te vallen.'
Het was voor het eerst dat men na een speech applaudisseerde tijdens de herdenking en dat is niet voor iedereen gemakkelijk. Men wil toch even de woorden laten bezinken, men is emotioneel, in gedachten. Bij sommige andere herdenkingen wordt daarom specifiek gevraagd om juist niet te klappen. Het was even wennen voor de redactie. Na de woorden van mevrouw Stichter werd het woord gegeven aan Thom Tullenaar.
Toespraak van Thom Tullenaar:
'Geachte mevrouw Petroff van Gurp, geachte heer De Vaal, geachte heer Van de Water, het is voor mij een eer om U en alle aanwezigen hier te mogen toespreken vanaf deze plaats, waarop veel prominenten mij zijn voorgegaan. Ik sta hier als zoon van oud-Dachauer Gerard Tullenaar en als secretaris van de Vriendenkring van Oud-Dachauers. Vanuit die functie mag ik jullie al jarenlang bij je voornaam en zelfs bijnaam noemen: Willemijn, Skippy en Henk, het moet voor jullie een ongelooflijke krachttoer zijn om hier op zo’n hoge leeftijd weer naar toe te komen: 101, 96 en 95? Jullie wilskracht staat symbool voor jullie oorlogsverleden en dat van al die moedige lotgenoten die in opstand zijn gekomen. Waarvan ieder, door zijn of haar verzet, een levensverhaal met zich meedraagt. Een verhaal dat voor velen vroegtijdig eindigde in de concentratiekampen naar het model van KZ Dachau.
En degenen die het overleefden waren van één ding overtuigd: plus jamais, nie wieder, never again, may the example of those who were exterminated here - between 1933 and 1945 because they resisted Nazism - help to unite the living for the defence of peace and freedom and in respect for their fellow men. Zo luidt de tekst op het monument in het voormalige kamp in Dachau.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Thom Tullenaar secretaris van de Stichting Vriendenkring van Oud-Dachauers vertelt tijdens zijn toespraak over de oorlogsjaren van zijn vader Gerard Tullenaar
Deze oproep aan latere generaties, wordt vaak geciteerd als waarschuwing voor iedereen en vooral de jeugd. Vrede, Vrijheid en Respect zijn niet vanzelfsprekend, maar dat willen we wel, allemaal, toch? 'How to unite?' is dan de vraag. 'Hoe gaan we eensgezind verder. En dan wordt het stil.
Gerard Tullenaar was zich als jongeman van 18 al bewust van een naderend onheil. Begin 1940 werd hij lid van de vrijwillige Burgerwacht in Bloemendaal en zocht na de capitulatie contact met de OD (de Orde-Dienst) in Haarlem. Zij vonden hem te jong. Met twee vrienden van de padvinderij probeerde hij naar Engeland te vluchten. Ze kwamen niet verder dan het klooster in het Vlaamse Tegelen. Terug thuis werd via de bakfiets, waarmee het brood werd bezorgd, het illegale ‘Vrij Nederland’ verspreid. Op enig moment werd hij gevraagd om te helpen bij het dreggen naar wapens, die bij een nachtelijke dropping in de Raamsingel in Haarlem zouden zijn terechtgekomen (en dat kon -zo bleek later- wel eens een valstrik zijn geweest).
Eind ‘42 stond de SD (de SicherheitsDienst des Reichsführers SS) op de stoep, vergezeld van twee NSB-ers. In de Euterpestraat werd hij verhoord, eerst door die NSB-ers die hem afranselden. Hij werd gearresteerd. Hierna volgde gevangenschap en dwangarbied: 9 maanden in de gevangenis aan de Amstelveenseweg; 9 maanden Kamp Vught en in mei 1944 op transport naar Dachau en gevangene nummer (H-68.828) H achtenzestigduizend achthonderdachtentwintig kon direct door naar Allach, waar hij 30 april 1945 door Amerikaanse soldaten is bevrijd. Wat er tijdens zo'n verhoor precies gebeurde wordt bijna altijd verzwegen. Net als de onmenselijke behandeling in de kampen.
Het zwijgen was ook voor Gerard Tullenaar vanzelfsprekend: immers het land moest worden opgebouwd. Er moest weer brood op de plank komen. En Gerard nam het bakkersbedrijf van zijn vader in Overveen over. Dat heeft hij tot de vroege jaren zestig volgehouden. Het fysiek zware werk en de psychische druk van het eigen bedrijf werd hem te veel. Ergens knapte er iets. Het hele gezin verhuisde in 1968 naar West-Brabant. Er werd veel gebeld, met z’n ouders, familie en vooral z’n verzetsvrienden.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De aanwezigen luisteren naar de ongelofelijke en vreselijke verhalen van de sprekers. Het is elk jaar wel zo, maar elke keer is het weer een ander zeer persoonlijk verhaal
Het ging altijd over de oorlog; 'kampbeulen, nazi's, misdadigers, schoften'. Pap, - ik was 10 jaar - waarom ben je boos? Er valt een Stilte, gevuld met zwijgen. Mijn moeder redde hem uit het ongemak: 'kom jongen, er staat nog een berg afwas in de keuken.' Begin jaren zeventig sloegen de stoppen door: de hoorzitting omtrent het gratieverzoek van de Drie van Breda werd gedurende de hele dag rechtstreeks uitgezonden, voor die tijd uniek. En op die dag werd het Nederlandse publiek geconfronteerd met een lijden, waarvan het tot dan toe geen idee had. ‘Pap, ken jij die kampbeulen?’ -'Neen, maar wel hun slachtoffers'. ‘Maar wat is er dan gebeurd?’ Weer de Stilte-. 'Die rotmof en de NSB-ers hebben het gedaan, ik ben verraden. Maar ik heb ze niets verteld'.
In die jaren ontstond tevens het besef dat het KZ-syndroom mede was veroorzaakt door decennialang zwijgend onbegrip. Het werd tijd om het zwijgen te doorbreken. Het was de tijd van professor Bastiaans en de oprichting van Stichting Centrum ‘45 in Oegstgeest. ‘Pap, als je er zoveel last van hebt, moet je daar dan niet eens langs gaan?’ Ongemakkelijke Stilte. 'Ik ben al bij de neuroloog'.
Er was ook een andere mogelijkheid om je verhaal te vertellen: via Gastsprekers voor de klas. En dat bleek voor hem een uitweg. Thuis werd er nog steeds niet over gesproken. Als het om de toekomst gaat, is de conclusie eenduidig: de jeugd moet weten wat er is gebeurd en dat kan het best verteld worden door mensen die het hebben meegemaakt. Zo zijn er mooie educatieve programma’s ontstaan: 'Scholen adopteren een monument' en 'Geschiedenis in de klas (Verzetsmensen blikken samen met jongeren terug)'. Tot op hoge leeftijd werken oud-gevangenen hieraan mee tot en met het meest recente project: 'Geen nummers maar Namen', waarin ook de biografieën van Willemijn, Skippy en Henk zijn opgenomen.
Veel activiteiten rondom de herinnering aan WOII maken inmiddels deel uit van ons historisch èn cultureel erfgoed. Musea en herinneringscentra bieden daarbij een authentiek beeld van die tijd. Onze jeugd heeft daarom toegang tot oneindig veel bronnen. Dat maakt het mogelijk om samen èn onderzoekend te leren. Samen in de klas jongens-èn meisjes, dan denk ik direct aan al die vragen van Damin, Ouna en Jehiel die spontaan aanbood om mijn laptop te bedienen. Aan jullie oprechte belangstelling. En juf Monica, trots/naar leerlingen. Verhalen in boeken maken plaats voor films en documentaires nemen je mee naar een andere tijd. Ongeopende archieven, oude foto’s uit het familiealbum, dagboeken van stoffige zolders voeden de actualiteit. Want er zijn nog steeds familieleden van slachtoffers op zoek naar informatie over wat er precies gebeurde in die donkere periode van Haat, Bezetting en Minachting, een trauma dat verder reikt dan één of twee generaties. 'Hoe gaan we eensgezind verder?' 'How to unite?'
Laat niet alleen voor de jeugd, maar voor ons allen de zoektocht naar de waarheid de verbinding zijn, met Vrede en Vrijheid als gemeenschappelijk doel. En laat de Stiltes die blijven, niet gevuld zijn met zwijgen, niet met vragen, maar met de woorden: plus jamais - nie wieder - never again.
De leerlingen van groep 8 van de Merkelbachschool in Amsterdam hebben het Dachaumonument in het Amsterdamse Bos geadopteerd en zijn daardoor jaarlijks betrokken bij de herdenking van oorlogsslachtoffers. Eén van hen leest een zelfgeschreven gedicht voor en verder assisteren ze bij het leggen van de herdenkingskransen en delen bloemen uit bij de gang door het monument. Het is daarom dat ook deze dag één van de leerlingen, namelijk naam nog niet doorgegeven haar zelfgeschreven gedicht mocht voordragen. Helaas was het slecht te verstaan en staat daarom ook niet in de video. Hier de tekst: Deze moet nog worden doorgestuurd
Na het blazen van het Nederlandse taptoe signaal en een minuut stilte, speelde de regimentsfanfare het Nederlandse volkslied, waarbij de halfstok hangende vlaggen van Nederland en Amsterdam, naar de top werden gehesen. Vervolgens begon de traditionele kranslegging en als eerste was dit de heer Bas Eenhoorn, burgemeester van Amstelveen namens de gemeente, waarna de speciale gasten uit Amsterdam, Amerika en Duitsland. Zij werden gevolgd door verschillende kamporganisaties die ook hun kransen in een halve cirkel langs het monument legden, waarbij het regiment bij elke kranslegging een korte hymne speelde. Allen werden ze begeleid door twee leerlingen van groep acht van de Merkelbachschool.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Bas Eenhoorn burgemeester van Amstelveen legt de krans in naam van het bestuur van de gemeente
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
Rutger Groot Wassink wethouder van Amsterdam legt de krans in naam van het bestuur van de gemeente
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De plaatsvervangend consul-generaal van de Verenigde Staten legt een krans bij het monument
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De heer Dirk Brengelmann, de Duitse ambassadeur in Nederland legt ook een krans
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De mensen op de eerste rij zijn vaak ook de oud-Dachauers, maar door hun hoge leeftijd en slechte gezondheid zijn ze niet altijd in staat om naar de herdenking te komen. Hier links mevrouw Petroff - van Gurp (100 jaar) met naast haar de heer van de Water (95 jaar) en rechts met stok de heer de Vaal (97 jaar)
Na de kransleggingen begon de traditionele gang over de 60 meter lange kampstraat, waarin de namen staan gebeiteld van 500 Duitse concentratiekampen en buitencommando’s. De Oud-Dachauers openden de rij, zoals destijds bij het appèl worden stuk voor stuk hun namen afgeroepen. Kinderen van de Merkelbachschool, die het monument adopteerden, stonden met bloemen bij het begin van de kampstraat. Iedereen die daar binnentrad ontving een bloem en stak deze al lopend op een willekeurige of juist voor hen belangrijke plaats in de taxushaag die de begrenzing van het monument vormt. Na de Oud-Dachauers volgden nabestaanden en genodigden en ook alle belangstellenden. In totaal waren er ongeveer 190 mensen aanwezig bij de herdenking.
De herdenking was zoals altijd weer heel indrukwekkend en vooral ook, omdat er nog altijd drie overlevenden deze herdenking bijwonen. Gelukkig was het ondanks een nare koude wind, wel zonnig weer. Dat is wel anders geweest. Na een kort moment van rust en/of een praatje met elkaar maken, stapten degenen die weer teruggingen naar het hoofdkantoor van de KLM in de bus. Aldaar aangekomen was er voor de mensen die zich hiervoor hadden ingeschreven een lunch bereid en kon men bij een tafel nog relevante literatuur bekijken of kopen.
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)
De rij wandelaars in de kampstraat wordt steeds langer en de haag wordt steeds kleurrijker door de bloemen van herinnering
Vanwege de sterke wind en de vliegtuigen is het geluid bij de video absoluut niet optimaal en de toespraak van
mevrouw Erica Stichter slechts voor een deel te zien/beluisteren.
Dachau
Het concentratiekamp Dachau, kortweg KZ Dachau, bestond van 22 maart 1933 tot de bevrijding door soldaten van het 7e Amerikaanse leger op 29 april 1945. Het NS-regime richtte het slechts enkele weken nadat Adolf Hitler de macht had overgenomen op. Het was het eerste concentratiekamp dat continu in bedrijf was en werd zo een van de bekendste concentratiekampen. Het was 12 jaar lang onafgebroken in bedrijf, dat wil zeggen meer dan twee keer zo lang als de meeste latere concentratiekampen. De organisatie en ruimtelijke structuur werden later gebruikt als model voor nieuwe concentratiekampen op het grondgebied van het Reich. Het nazi-regime presenteerde het propagandistisch als een 'showcasekamp', bijvoorbeeld door middel van foto's. Dachau was een trainingslocatie voor SS'ers en SS'ers die na de Tweede Wereldoorlog werden ingezet in vernietigingskampen. Het concentratiekamp Dachau was geen vernietigingskamp, maar in geen enkel ander concentratiekamp werden zoveel politieke moorden gepleegd.
Na de Reichspogromnacht werden Joden en andere vervolgden in toenemende mate door de SS'ers gevangengezet. Na het begin van de Tweede Wereldoorlog werden in het concentratiekamp Dachau ook mensen uit bezette gebieden in Europa. Het ontwikkelde zich tot de kern van nieuwe concentratiekampen en bezette verschillende speciale posities: Het kamp was de eerste plaats in het Duitse Reich, waar een SS-kampcommandant exclusieve jurisdictie kreeg en waar het geldende recht met succes werd ingetrokken. De SS'ers creëerden een "staat in een staat" waarin zij politieke tegenstanders gevangennamen, onderdrukten en vermoordden. Van de in totaal minstens 200.000 Dachau-gevangenen kwamen er ongeveer 41.500 om het leven. Daarnaast hebben de SS'ers regelmatig gevangenen naar vernietigingskampen gedeporteerd. Sinds 1965 is het concentratiekamp Dachau die jaarlijks door ongeveer 800.000 mensen wordt bezocht.