Bijgewerkt: 22 december 2024

De Nederlandsche Bank was betrokken geweest bij de slavernij

Nieuws -> Informatief

Bron: De Nederlandsche Bank
09-02-2022

De Nederlandsche Bank en haar vroegere bestuurders zijn in de periode van 1814 tot 1863 betrokken geweest bij slavernij. Dit blijkt uit onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Leiden dat vandaag is gepubliceerd. DNB betreurt deze bevindingen zeer. Dit onderzoek is voor DNB het begin van een traject van reflectie en dialoog.

Aandacht voor betrokkenheid slavernij. Als DNB-directie beseften we enige tijd geleden dat we een objectief beeld willen hebben van de betrokkenheid van DNB bij slavernij. Aanleiding daarvoor was de toenemende aandacht in de wereld voor de strijd tegen racisme en voor het slavernijverleden. Tegelijkertijd kwamen er vanuit de eigen geledingen stemmen op die hiervoor pleitten. DNB kan en wil niet voorbijgaan aan dit deel van haar geschiedenis, als onderdeel van het Nederlandse slavernijverleden. Daarom hebben we in juni 2020 besloten tot een onafhankelijk historisch onderzoek, uitgevoerd door Karwan Fatah-Black, Lauren Lauret en Joris van den Tol van de Universiteit Leiden.


Het voormalige gebouw van De Nederlandsche Bank aan de Oude Turfmarkt 127 in Amsterdam, sinds 1976 is het Allard Pierson Museum


DNB op drie manieren betrokken bij slavernij. Het onderzoek toont aan dat DNB betrokken was door:

1. Het startkapitaal van DNB kwam deels van ondernemers met directe belangen in de Atlantische plantageslavernij, zoals in bijvoorbeeld Suriname. Bij elf van de zestien grote private investeerders van het eerste uur is betrokkenheid bij slavernij vastgesteld.

2. Na de oprichting was DNB als instituut indirect betrokken bij de Nederlandse koloniale slavernij en slavernij in niet-Nederlandse gebieden, zoals Brits-Guyana. Omdat DNB geen vestigingen had in de koloniën, had zij daar geen rol in het dagelijkse slavernijgerelateerde financiële verkeer. Wel ondersteunde DNB het ministerie van Koloniën in het dagelijkse betalingsverkeer en verleende DNB ook diensten aan handelshuizen die betrokken waren bij slavernij.

3. Meer dan hun tijdgenoten waren meerdere vooraanstaande DNB’ers privé betrokken bij koloniale slavernij. Zo waren verschillende van hen direct betrokken bij slavernijgerelateerde ondernemingen en sommigen ook bij het management van plantages. Een aantal vooraanstaande DNB’ers organiseerde zich om de belangen van de slaveneigenaren politiek te behartigen. Slechts een enkeling zette zich in voor het beëindigen van de slavernij.

DNB start reflectie en dialoog.

De eerste stap die wij maken is het openbaren en erkennen van het slavernijverleden van DNB. Wij vinden het belangrijk dat iedereen in Nederland en iedereen in het Caribisch gebied en Suriname kennis kan nemen van het onderzoek via onze website. De feiten uit het onderzoek, en de diep racistische ideeën die eraan ten grondslag lagen, raken ons diep. DNB anno 2022 staat niet los van haar verleden. Het leed dat slaafgemaakten in het verleden ondergingen, is onbeschrijflijk. Dat betreurt de directie van DNB zeer. Wij kunnen het aangedane leed niet ongedaan maken. Maar wij kunnen als DNB wel proberen bij te dragen aan de verwerking van het leed door deze geschiedenis zichtbaar te maken, en de feiten en het leed te erkennen. Lees hier de volledige reactie (pdf 4 pagina’s) van Klaas Knot op het onderzoek.

Foto Amstelveen
(Foto © @Marieke Bijster/DNB - 2021)

Prof. dr. Klaas Henderikus Willem Knot (1967) is sinds 1 juli 2011 president van De Nederlandsche Bank


Ten tweede gaan we binnenkort in gesprek met medewerkers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. In het bijzonder met mensen die geraakt zijn door deze geschiedenis en de doorwerking in het heden. Daarvoor wordt een externe klankbordgroep opgericht onder leiding van Freek Ossel, voormalig wethouder in Amsterdam, oud-burgemeester in onder meer Beverwijk en voorzitter van de Regiegroep Nationaal Trans-Atlantisch Slavernijmuseum.

Vervolgstappen na dialoog. DNB wil een passende manier uitwerken om een gebaar maken dat blijvende waarde heeft voor de betrokkenen en de Nederlandse samenleving. Wij kiezen voor een zorgvuldige aanpak en daar is tijd voor nodig. Uit de dialoog moet blijken welke vervolgstappen we nemen die we dan later in het jaar met u zullen delen. Het slavernijverleden van DNB geeft een blijvende opdracht aan de organisatie om bij te dragen aan een samenleving waarin ieder mens telt en waarin niemand wordt uitgesloten. Link naar DNB website met het onderzoeksrapport en een publiekssamenvatting.



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.