De 'Paashaas-story'
Nieuws -> InformatiefBron: Amstelveenweb
25-04-2011
Gisteren keek ik naar een programma op tv, waar een verslaggever de mensen op een camping vroeg, of ze wisten, waarvandaan het idee van de Paashaas komt. Niemand kon zijn vraag beantwoorden, ik ook niet en daarom vond ik het de hoogste tijd, om dit eens grondig uit te zoeken.
De paashaas story
De Paashaas is een personage, dat soms wordt afgebeeld met kleren aan. In de legende brengt het dier manden rond, gevuld met gekleurde eieren, snoep en soms ook speelgoed naar de woningen van de kinderen. Als zodanig, toont ze gelijkenissen met de Kerstman. Omdat zij beide schenkingen aan kinderen brengen op de avond vóór hun respectievelijke feestdag.
(Bron Amstelveenweb.com - 2011)
Paashaas, ei en gras
De Paashaas werd voor het eerst genoemd in het boek van de Duitse arts en botanicus Georg Franck's 'Ovis paschalibus' ('Over Paaseieren') in 1682 en het verwijst naar een traditie in Elzas, dat een Paashaas paaseieren brengt. De Elzas (Frans: Alsace, Duits: Elsass van Elsass) is een regio in Frankrijk, gelegen op de linkeroever van de Rijn en in het Westen begrensd door Lotharingen.
Elzas
In de Elzas en in de regio’s worden die eieren konijnen-eieren genoemd. Want hier wordt in de mythe gesproken over het ‘Paaskonijn’, waarin aan de kinderen wordt verteld, dat het ‘Paaskonijn’ de eieren verborg in de tuin in het gras en ze moesten dan zoeken.
De haas is in opvallend grote aantallen in de lente is aanwezig en het was daarom een logische keuze om over de ‘Paashaas’ te spreken. Het verstoppen van de eieren door de ‘Paashaas’ is een behoorlijk lange tijd beperkt gebleven tot protestantse regio's in Zuid-Duitsland.
In andere regio's waren verschillende dieren verantwoordelijk voor de paaseieren: hen, haan, ooievaar, koekoek, vossen en zelfs het paaslam zelf werd genoemd als een ei-brenger. Het verhaal van de Paashaas verspreidde zich langzaam, want bijvoorbeeld in de Harz regio van Duitsland, was de Paashaas nog onbekend in de 20e eeuw.
Nieuwe interpretatie
De volgende theorie is weer anders geïnterpreteerd, omdat gedurende een groot deel van de 19e 20e eeuw, het een wijdverbreide overtuiging was, dat de Paashaas in verband werd gebracht met eieren van oude heidense Germanen.
Heidense godin
De Britse middeleeuwse geleerde Beda Venerabilis (c. 673-735) schreef in zijn boek 'De Temporum ratione', over een Germaanse lentegodin, genaamd 'Eostur'. In de vroege 19e eeuw, heeft de Duitse linguïst en verzamelaar van oude mythen, Jacob Grimm, Beda's verklaringen onderzocht en kwam tot de conclusie, dat de oude Germaanse naam van de lentegodin 'Ostara' was, (vandaar de naam 'Ostern' voor Pasen in het moderne Duits).
Er werd vastgesteld dat de haas en het ei, - twee bekende symbolen van vruchtbaarheid, - de heilige symbolen waren van Ostara. En terwijl de heidense godin verdween, behalve haar naam, werden de haas en het ei verbonden met het voorjaar en met het christelijke feest.