De ambachten zijn onmisbaar in de Nederlandse economie
Nieuws -> InformatiefBron: SER
15-06-2013
Invoering van een capaciteitentoets op de basisschool, profilering van goed vakmanschap (door meestertitel) en meer aandacht voor ondernemers-vaardigheden. Dit zijn enkele aanbevelingen uit het Sociaal-Economische Raad (SER)-ontwerpadvies over de ambachtseconomie.
Meer aandacht voor de vakmensen in talrijke ambachten is hard nodig, want zij vormen – met een jaaromzet van 110 miljard euro –een onmisbare schakel in de Nederlandse economie en samenleving. De komende jaren zullen er echter oplopende tekorten aan vakmensen ontstaan. Het ontwerpadvies zal op 21 juni 2013 worden vastgesteld in de Sociaal-Economische Raad en is bestemd voor minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ambachten ondergewaardeerd
De ambachten leveren een substantiële bijdrage aan de economische ontwikkeling van Nederland. Diverse ambachten vormen een bron van creativiteit en innovatie en spelen zo een wezenlijke rol in de innovatieketen. Een aantal specialistische ambachten heeft een sleutelfunctie in de (maak)industrie. Ambachten leveren ook een bijdrage aan het opleiden van vakmensen. Ambachten met een sterk lokale oriëntatie dragen bovendien bij aan de sociale samenhang.
(H)erken talent
Volgens het ontwerpadvies is het herkennen – en erkennen – van talent van leerlingen voor ambachtelijke vaardigheden nodig om de verminderde instroom in de sector te stoppen. De raad beveelt daarom een capaciteitentoets naast, of als onderdeel van het Cito-toetsingsysteem. Deze toets meet dan naast cognitieve vaardigheden ook praktische talenten. Scholen kunnen zo ‘talent’ voor praktische vaardigheden herkennen en waarderen.
De SER constateert, dat de waardering voor vakmanschap te wensen over laat. Een algemene opleiding geniet bij jongeren en ouders bijvoorbeeld meer waardering dan de keuze voor een ambachtelijke opleiding. Vergroting van de waardering van ambachten begint bij het zichtbaarder maken ervan in de samenleving, want ‘onbekend maakt onbemind’. Invoering van de meestertitel in een ambachtelijke branche is een mogelijkheid om vakmanschap en excellentie zichtbaarder te maken. Meesters kunnen ook als ambassadeurs van de ambachten fungeren.
Ook veelvuldige (vroege) kennismaking met beroepen in het onderwijs moet bijdragen aan een grotere belangstelling voor een ambachtelijke opleiding. Daarnaast is het van belang, dat het perspectief op werk en daarmee de kans op een baan meer zichtbaar wordt. De overheid zou hiervoor actuele en makkelijk toegankelijke arbeidsmarktinformatie per beroepsgroep moeten bieden.
Versterk beroepsonderwijs
De raad adviseert de positie van het vakonderwijs te verbeteren door onder andere het beroepsperspectief van vmbo, mbo en hbo beter zichtbaar en inzichtelijk te maken. Als gevolg van nieuwe technologische ontwikkelingen spelen kennis en techniek een steeds grotere rol in het ambacht. Het is dan ook een misvatting, dat het om ongeschoold werk zou gaan. De doorstroommogelijkheden tussen de opleidingen is een ander verbeterpunt. Het resultaat daarvan is een doorlopende leerlijn met een vlekkeloze aansluiting.
De raad vraagt in het bijzonder aandacht voor de rol van kleinschalige opleidingen. De raad acht het noodzakelijk, dat deze opleidingen voor een specialistisch beroep met een reëel arbeidsmarktperspectief in stand kunnen blijven, zoals specialistische opleidingen voor beroepen als fietstechnici, pianotechnici, audiciens, tandtechnici, glasblazers, keramisten en meubelmakers.
Wezenlijk onderdeel van het ambachtsonderwijs zijn de leerbedrijven. Aangezien de ambachtseconomie een relatief groot aandeel zzp’ers kent en gezien de verwachting dat dit aandeel nog zal groeien, acht de raad het wenselijk, dat ook zzp’ers in aanmerking kunnen komen voor de nieuwe subsidieregeling (per 1 januari 2014) om leerlingen als leerbedrijf te begeleiden bij hun stage of leerwerk-traject.
Versterk ondernemerschap
De ambachtseconomie kent veel kleinschalige bedrijven en een relatief groot aandeel zzp’ers. Dit betekent, dat ambachtelijk vakmanschap en ondernemerschap vaak in combinatie moeten worden uitgeoefend. Deze combinatie is in de praktijk veeleisend. De raad acht het wenselijk, dat ontwikkeling en training van vaardigheden die nodig zijn voor het ondernemerschap zo mogelijk al in het beroepsonderwijs worden aangeleerd.
Om ondernemerschap verder te versterken kunnen de nieuwe Ondernemerspleinen ondersteuning en voorlichting geven aan ondernemers in de ambachtseconomie. De focus ligt daarbij vooral op starters. Het gaat om ondersteuning bij onderwerpen als internationaal zakendoen en bedrijfsopvolging en –overname.
(Foto Amstelveenweb.com - 1980)
Een graveur, werkt op de pantograaf in de jaren 1980 in Amsterdam. Een graveur is een ambachtsman, of vrouw die onder andere figuren, initialen of namen graveert, het is een bijna uitgestorven beroep
Let op kwalitatief goed werk
Ondernemerschap betekent ook aandacht voor kwalitatief goed werk en duurzame inzetbaarheid. De raad doelt daarmee op gezond en veilig werk en aandacht voor scholing. Dit geldt voor alle werkenden in de ambachtseconomie, zowel voor zzp’ers als voor werknemers. Dit aspect zou al benadrukt kunnen worden tijdens de leerwerkplekken waar leerlingen hun eerste werkervaringen opdoen. Goed werk en de mogelijkheid om hiermee een goed inkomen te verwerven maken het werken in een ambachtelijke beroep aantrekkelijk.
Stimuleer samenwerking en verbeter coördinatie
Gezien de kleinschaligheid van het overgrote deel van de ambachtelijke bedrijven, plus het feit dat in veel gevallen sprake is van kleine brancheorganisaties, kan samenwerking tussen verwante organisaties zinvol zijn. De raad constateert, dat bij diverse brancheorganisaties tevens behoefte bestaat aan verdergaande afstemming en coördinatie, waarbij ook de beschikbaarheid van relevante kennis en informatie van belang is.
Om versnippering tegen te gaan pleit de raad voor een private coördinatiestructuur die een aantal relevante sectoroverstijgende activiteiten centraal coördineert. De overheid zou de betrokken organisaties moeten ondersteunen bij de realisatie van een dergelijke structuur.
Tekorten bieden ook kansen
De oplopende tekorten aan vakmensen in de ambachtseconomie ontstaan, doordat veel ouderen uitstromen en de instroom van jongeren vanuit het beroepsonderwijs al jaren afneemt. Voor de periode 2010-2021 verwacht men een vervangingsvraag van 229.000 vakmensen. Deze ontwikkelingen zijn zorgelijk maar bieden ook kansen, vooral in het licht van de toenemende (jeugd)werkloosheid.
Het ontwerpadvies Handmade in Holland: vakmanschap en ondernemerschap in de ambachtseconomie is voorbereid door de Commissie Toekomst Ambachtseconomie, onder voorzitterschap van kroonlid Mirjam van Praag. Het is een reactie op een adviesaanvraag van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 december 2012. Het advies zal naar verwachting worden vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering van vrijdag 21 juni 2013.
SER?
De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseert kabinet en parlement over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal-economisch beleid. Ook voert de SER bestuurlijke en toezichthoudende taken uit. In de SER werken onafhankelijke kroonleden, werkgevers en werknemers samen.
Ambacht?
Een ambacht is een hobby, of een beroep dat een bepaalde soort van geschoold werk vereist. In een historisch perspectief, vooral als die relevant zijn voor de middeleeuwen en eerder, wordt de term meestal gebruikt voor mensen die werkzaam zijn in de kleinschalige productie van goederen. De traditionele aanduidingen vakman en vakvrouw worden tegenwoordig vaak vervangen door ambachtslieden.
Historisch gezien, ambachtslieden hadden de neiging om zich in de stedelijke centra te concentreren en ze vormden gilden (een belangenorganisatie van personen met hetzelfde beroep). De vaardigheid die door hun beroep en de noodzaak om permanent te worden betrokken bij de uitwisseling van goederen, eiste ook een algemeen hoger niveau van het onderwijs en ambachtslieden waren meestal in een meer bevoorrechte positie dan de boeren in de maatschappelijke hiërarchie.
De huishoudens van ambachtslieden waren niet zo zelfvoorzienend als die van mensen die in de landbouw werken en dus moest vertrouwen op de uitwisseling van goederen.
Ambachtsbranches: voedingsambacht, productieambacht, uiterlijke verzorgingsambacht, gebouwverzorgend ambacht, medische hulpmiddelentechniek, reparatieambacht consumptiegoederen, lederwarenambacht, bouwambacht. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten maakt zich sterk voor een gezonde ambachtseconomie. Kies uw branche