De coronapandemie is een zeer grote schok voor de wereldeconomie
Nieuws -> InformatiefBron: Europese Commissie
05-11-2020
De coronapandemie is een zeer grote schok voor de wereldeconomie en de EU-economie, met zeer zware sociale en economische gevolgen. De economische bedrijvigheid in Europa kreeg in de eerste helft van het jaar een ernstige schok te verduren en herstelde zich sterk in het derde kwartaal toen de inperkingsmaatregelen geleidelijk werden opgeheven. De heropleving van de pandemie in de afgelopen weken leidt echter tot verstoringen doordat de nationale autoriteiten nieuwe volksgezondheidsmaatregelen moeten nemen om het virus in te dammen. Door de epidemiologische situatie worden de groeiprojecties voor de prognoseperiode gekenmerkt door een uitermate grote onzekerheid en risico's.- meldt de Europese Commissie in een bericht op 5 november 2020.
Een onderbroken en onvolledig herstel Volgens de economische najaarsprognoses 2020 zal de economie van de eurozone in 2020 met 7,8 % krimpen en vervolgens groeien met 4,2 % in 2021 en 3 % in 2022. Volgens de prognoses zal de EU-economie in 2020 met 7,4 % krimpen en vervolgens herstellen met een groei van 4,1 % in 2021 en 3 % in 2022. Ten opzichte van de economische zomerprognoses 2020 liggen de groeiprojecties voor zowel de eurozone als de EU iets hoger voor 2020 en lager voor 2021. Zowel in de eurozone als in de EU zal de output naar verwachting niet vóór 2022 herstellen tot het niveau van vóór de pandemie.
De economische impact van de pandemie loopt sterk uiteen in de EU en hetzelfde geldt voor de vooruitzichten op herstel. Een en ander hangt af van de verspreiding van het virus, de strengheid van de volksgezondheidsmaatregelen die worden genomen om het virus in te dammen, de sectorale samenstelling van de nationale economieën en de kracht van de nationale beleidsmaatregelen.
De stijging van de werkloosheid is gematigd ten opzichte van de daling van de economische bedrijvigheid. Het verlies van banen en de stijging van de werkloosheid hebben de bestaansmiddelen van veel Europeanen zwaar onder druk gezet. De beleidsmaatregelen van de lidstaten hebben samen met initiatieven op EU-niveau geholpen om de impact van de pandemie voor de arbeidsmarkten op te vangen. Door de ongekende omvang van de genomen maatregelen, met name werktijdverkortingsregelingen, kon de stijging van de werkloosheid gematigd blijven ten opzichte van de daling van de economische bedrijvigheid. De werkloosheid zou in 2021 blijven stijgen naarmate de lidstaten de noodsteun geleidelijk afbouwen en nieuwe mensen op de arbeidsmarkt komen, maar zou in 2022 moeten verbeteren naarmate het herstel van de economie zich doorzet.
Volgens de prognoses zal het werkloosheidspercentage in de eurozone stijgen van 7,5 % in 2019 tot 8,3 % in 2020 en 9,4 % in 2021, en vervolgens dalen tot 8,9 % in 2022. Het werkloosheidspercentage in de EU zal naar verwachting stijgen van 6,7 % in 2019 tot 7,7 % in 2020 en 8,6 % in 2021, en vervolgens dalen tot 8,0 % in 2022.
Tekorten en overheidsschuld zullen stijgen. De overheidstekorten zullen dit jaar naar verwachting in de hele EU aanzienlijk toenemen doordat de sociale uitgaven stijgen en de belastinginkomsten dalen, zowel door de uitzonderlijke beleidsmaatregelen ter ondersteuning van de economie als door het effect van de automatische stabilisatoren.
Volgens de prognoses zal het geaggregeerde overheidstekort van de eurozone stijgen van 0,6 % van het bbp in 2019 tot ongeveer 8,8 % in 2020, en vervolgens dalen tot 6,4 % in 2021 en 4,7 % in 2022. Dit weerspiegelt de verwachte geleidelijke afbouw van de noodsteun in de loop van 2021 naarmate de economische situatie verbetert.
In het licht van de piek in de tekorten wordt in de prognoses uitgegaan van een stijging van de geaggregeerde schuldquote van de eurozone van 85,9 % van het bbp in 2019 tot 101,7 % in 2020, 102,3 % in 2021 en 102,6 % in 2022.
Inflatie blijft gematigd. Door een scherpe daling van de energieprijzen is de nominale inflatie in augustus en september negatief geworden. Ook de kerninflatie, die alle elementen omvat met uitzondering van energie en onbewerkte voedingsmiddelen, is in de zomer aanzienlijk gedaald als gevolg van de geringere vraag naar diensten, vooral toeristische diensten, en industriële goederen. De zwakke vraag, de vertraging op de arbeidsmarkt en een sterke euro zullen neerwaartse druk uitoefenen op de prijzen. De inflatie in de eurozone, afgemeten aan de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP), zal in 2020 naar verwachting gemiddeld 0,3 % bedragen, om te stijgen tot 1,1 % in 2021 en 1,3 % in 2022 naarmate de olieprijzen zich stabiliseren. Voorspeld wordt dat de inflatie voor de EU zal uitkomen op 0,7 % in 2020, 1,3 % in 2021 en 1,5 % in 2022.
(Foto Etienne Ansotte / © EU - 2015)
Valdis Dombrovskis (1971) is een Letse politicus die sinds december 2019 deel uitmaakt van de Von der Leyen-commissie als uitvoerend vicevoorzitter voor een Economie die werkt voor het volk
Valdis Dombrovskis, uitvoerend vicevoorzitter voor Een economie die werkt voor de mensen: 'Deze prognoses komen op een moment dat een tweede golf van de pandemie de onzekerheid nog groter maakt en onze hoop op een snel herstel de kop indrukt. De economische output van de EU zal niet tegen 2022 terug op het niveau van vóór de pandemie komen. Maar in deze woelige tijden hebben we blijk gegeven van vastberadenheid en solidariteit. We werden het eens over ongekende maatregelen om mensen en bedrijven te helpen. We zullen samenwerken om de koers voor herstel uit te zetten, met alle instrumenten waarover we beschikken. We zijn het eens geworden over een baanbrekend herstelpakket, NextGenerationEU — waarin de faciliteit voor herstel en veerkracht centraal staat — om massale steun te verlenen aan de zwaarst getroffen regio's en sectoren. Ik roep het Europees Parlement en de Raad nu opnieuw op om de onderhandelingen snel af te ronden zodat het geld in 2021 kan beginnen te stromen en we samen kunnen investeren, hervormen en heropbouwen.'
(Foto Lukasz Kobus / © EU - 2020)
Paolo Gentiloni Silveri (1954) is een Italiaanse politicus die van 2016 tot 2018 de 57ste premier van Italië was. Hij is een stichtend lid van de Democratische Partij, waarvan hij in maart 2019 voorzitter werd. Hij is sinds 1 december 2019 lid van de Commissie-von der Leyen, als Europees commissaris voor Economische en Financiële zaken
Paolo Gentiloni, commissaris voor Economie: 'Na de diepste recessie in de geschiedenis van de EU in de eerste helft van het jaar en een zeer sterke opleving in de zomer wordt het herstel van Europa onderbroken door de stijging van het aantal gevallen van COVID-19. In 2021 zal er opnieuw groei zijn, maar de Europese economie zal twee jaar nodig hebben om haar niveau van vóór de pandemie te bereiken. In de huidige context van zeer grote onzekerheid moet het nationale economische en begrotingsbeleid ondersteunend blijven, terwijl NextGenerationEU dit jaar moet worden afgerond en in de eerste helft van 2021 effectief moet worden uitgerold.'
Een hoge mate van onzekerheid met neerwaartse risico's voor de vooruitzichten. De onzekerheid en risico's rond de economische najaarsprognoses 2020 blijven uitzonderlijk groot. Het grootste risico vloeit voort uit een verergering van de pandemie, waardoor strengere volksgezondheidsmaatregelen zouden moeten worden genomen met een ernstigere en langdurigere impact op de economie. Daarom is een scenarioanalyse verricht voor twee mogelijke ontwikkelingen van de pandemie — een gunstigere en een neerwaartse — en de economische impact ervan. Er bestaat ook een risico dat de blijvende schadelijke gevolgen van de pandemie voor de economie — zoals faillissementen, langdurige werkloosheid en verstoringen aan de aanbodzijde — dieper en verder reiken. De Europese economie zou ook te lijden kunnen hebben als de wereldeconomie en de wereldhandel minder dan verwacht zouden aantrekken of als de handelsspanningen zouden toenemen. De mogelijkheid van spanning op de financiële markten is een ander neerwaarts risico.
Positief is dat NextGeneration EU, het economisch herstelprogramma van de EU, waaronder de faciliteit voor herstel en veerkracht, de economie van de EU wellicht een sterkere impuls zal geven dan verwacht. In de prognoses kon immers slechts ten dele rekening worden gehouden met de te verwachten voordelen van deze initiatieven, omdat er in dit stadium nog niet veel informatie over de nationale plannen beschikbaar is. Daarnaast zou een handelsovereenkomst tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk vanaf 2021 een positief effect hebben op de economie van de EU in vergelijking met de aanname in de prognoses dat de EU en het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 handel zullen drijven op grond van de meestbegunstigingsregels van de WTO.
Achtergrond. De prognoses werden opgesteld in een context van zeer grote onzekerheid, waarbij de lidstaten in de tweede helft van oktober 2020 ingrijpende nieuwe volksgezondheidsmaatregelen aankondigden om het virus in te dammen. De prognoses zijn gebaseerd op de gebruikelijke reeks technische aannames betreffende wisselkoersen, rentetarieven en grondstoffenprijzen, met als afsluitdatum 22 oktober 2020. Voor alle andere nieuwe gegevens, waaronder informatie over het overheidsbeleid, is bij deze prognoses informatie tot en met 22 oktober meegenomen. Tenzij beleidsmaatregelen op geloofwaardige wijze zijn aangekondigd en voldoende gedetailleerd zijn uitgewerkt, is bij de projecties uitgegaan van ongewijzigd beleid.
De prognoses zijn gebaseerd op twee belangrijke technische aannames. Ten eerste wordt aangenomen dat de volksgezondheidsmaatregelen gedurende de hele prognoseperiode tot op zekere hoogte van kracht blijven. Verwacht wordt echter dat de maatregelen in het vierde kwartaal van 2020 aanzienlijk zullen verscherpen en pas in 2021 geleidelijk zullen versoepelen. Ook wordt aangenomen dat de economische impact van een bepaald niveau van beperkingen mettertijd zal afnemen naarmate het gezondheidsstelsel en de economische actoren zich aan het coronavirus aanpassen.
Ten tweede zijn de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk nog niet duidelijk, zodat de projecties voor 2021 en 2022 gebaseerd zijn op een technische aanname dat de EU en het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 handel zullen drijven op grond van de meestbegunstigingsregels van de WTO. Dit gebeurt louter voor prognosedoeleinden en loopt niet vooruit op of is geen voorspelling van de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk over hun toekomstige relaties. De volgende prognoses van de Europese Commissie zullen een actualisering zijn van de bbp- en inflatieprojecties in de economische winterprognoses 2021, die naar verwachting in februari 2021 zullen worden gepresenteerd.