De gloeilamp in de ban in Nederland

Vanaf 1 september 2011 mogen er in Nederland geen heldere gloeilampen van 60 Watt, of meer op de markt gebracht worden. Deze maatregel vormt de een na laatste stap van de uitfasering van de gloeilamp in Europa.

Per 1 september 2012 zal in heel Europa geen enkele gloeilamp meer verkocht mogen worden. Staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu: 'Het mes snijdt aan twee kanten: met duurzame lampen kan een huishouden tot 20% op zijn energierekening besparen én het is beter voor het milieu'.

De gloeilamp zet 90 tot 95% van al zijn gebruikte elektriciteit om in warmte in plaats van licht. Spaar- en ledlampen zijn 80 tot 90% energie-efficiënter. Het gebruik van gloeilampen leidt niet alleen tot een hogere energierekening, het is ook slecht voor het milieu. Het verkoopverbod op gloeilampen vermindert de CO2-uitstoot met 15 miljoen ton per jaar en bespaart Europa meer dan 40 terrawatt uur energie per jaar. Dat is vergelijkbaar met het elektriciteitsgebruik van ongeveer 10 miljoen huishoudens.

Uitfasering

De uitfasering van de gloeilamp gebeurt in het kader van de Richtlijn Ecodesign op basis waarvan energie-efficiency- en milieueisen worden gesteld aan tal van huishoudelijke producten. In 2009 heeft de Europese Commissie regels voor specifiek verlichting vastgesteld.

Op basis van deze regels is de 100 Watt-gloeilamp per 1 september 2009 uit de winkels verdwenen. Vorig jaar september was het de beurt aan gloeilampen van minstens 65 Watt. Per 1 september 2012 zal geen enkele gloeilamp (van meer dan 7 Watt) meer verkocht mogen worden in Europa. Bestaande voorraden van winkels mogen verkocht worden, totdat deze op zijn.

(Bron Amstelveenweb.com - 2011)

Vanaf 1 september 2011 mogen er in Nederland geen heldere gloeilampen van 60 Watt, of meer op de markt gebracht worden

In de regelgeving wordt een uitzondering gemaakt voor gloeilampen voor bijzondere doeleinden. Denk bijvoorbeeld aan warmtelampen, lampjes in apparaten (koelkast, naaimachine) en lampen in een schakelbord of terrarium. Zulke gloeilampen mogen wel verkocht blijven, zolang dat duidelijk herkenbaar op de verpakking staat met de vermelding: 'niet geschikt voor algemene verlichting'.

Gloeilamp?

De gloeilamp maakt het licht door het verwarmen van een metalen wolfraamdraad op een hoge temperatuur, totdat het gloeit. De hete gloeidraad is beschermd tegen lucht door een zuurstof arme glazen bol die gevuld is met gas.

De uitvinding van de gloeilamp wordt vaak toegeschreven aan Thomas Edison op 22 oktober 1879. Edison was echter slechts een van de velen die bijdroegen aan de ontwikkeling van een praktisch middel om met elektriciteit licht te genereren. De reeds bestaande koolstofbooglamp was ondanks het helderwitte licht niet praktisch genoeg. In 1801 experimenteerde Humphry Davy al met een gloeiende platinadraad, die echter onmiddellijk verbrandde.

In 1854 slaagde Heinrich Göbel uit Duitsland erin de eerste echte gloeilamp te maken. Zijn gloeilamp bestond uit een verkoolde bamboevezel in een vacuümgezogen eau-de-colognefles. Hij kon de fles vacuüm trekken door deze te vullen met kwik en hem daarna leeg te laten lopen.

Door het vacuüm kon de bamboevezel niet verbranden. Göbels lamp brandde 400 uur. Edison vroeg 25 jaar later octrooi aan op een zelfde soort lamp. Göbel betwistte het patent voor de rechtbank en kreeg in 1893 zijn gelijk.