Dekkingsgraad van ABP is 94 procent
Nieuws -> InformatiefBron: ABP
19-01-2012
Kwartaalbericht ABP vierde kwartaal 2011
Aan het eind van het vierde kwartaal 2011 bedroeg de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds ABP 94%. Aan het eind van het derde kwartaal 2011 stond de dekkingsgraad nog op 90%. Over geheel 2011 was er sprake van een daling van 11%-punt.
Voorzitter Henk Brouwer: 'Als nieuwe voorzitter van ABP had ik onze deelnemers heel graag beter nieuws gebracht, maar helaas zijn we bij deze dekkingsgraad genoodzaakt aanvullende maatregelen te treffen. De dekkingsgraad van ABP is te laag om deze te vermijden. Dat betekent dat de premie omhoog gaat.
De tijdelijke opslag op de premie gaat van 1 naar 3%. Het verlagen van de pensioenen (de aanspraken van werkenden en de rechten van gepensioneerden) met ongeveer een half procent in 2013 is nu ook een reële optie geworden. Het besluit daarover nemen we op 1 februari, maar we moeten er serieus rekening mee houden.
We kunnen ons heel goed voorstellen dat onze deelnemers hierdoor teleurgesteld zullen zijn. Een besluit tot verlaging van de pensioenaanspraken en pensioenrechten, hoe beperkt ook, is een maatregel die we nemen als het echt niet anders kan. We maken eind van het jaar opnieuw de balans op. Dan weten we, of de pensioenaanspraken en – uitkeringen daadwerkelijk verlaagd moeten worden in april 2013.'
Pensioenfondsen moeten hun verplichtingen (de huidige en toekomstige pensioenuitkeringen) waarderen tegen de actuele marktrente. Aangezien die hevig fluctueert, gaan ook de verplichtingen van ABP van kwartaal tot kwartaal op en neer. Daardoor fluctueert de dekkingsgraad en daarom pleit ABP al langer voor een andere rentesystematiek om de verplichtingen te waarderen.
(Bron Amstelveenweb.com - 2012)
Aan het eind van het vierde kwartaal 2011 bedroeg de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds ABP 94%.
Het fonds is voorstander van een middeling van de marktrente over een periode van een jaar. ABP zal deze visie opnieuw beargumenteren bij de indiening van de evaluatie van het herstelplan bij De Nederlandsche Bank.
Het besluit van DNB om de dekkingsgraad van pensioenfondsen eind december 2011 te berekenen op basis van een gemiddelde van de rente van de laatste drie maanden van 2011 beschouwt het fonds dan ook als een stap in de goede richting. Op basis van de DNB-systematiek komt de dekkingsgraad van ABP eind 2011 uit op 94%. Met deze dekkingsgraad komt ABP, na het besluit over premieverhoging, ongeveer een half procent tekort om eind 2013, naar verwachting, de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105% te halen.
Aangezien het herstel van ABP onvoldoende is, zal de tijdelijke herstelopslag op de premie verhoogd worden van 1% naar 3%. Het bestuur heeft besloten dat te doen als aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Als de pensioenaanspraken en -uitkeringen verlaagd moeten worden, zal dat in beginsel ingaan op 1 april 2013. Het precieze percentage zal bekend gemaakt worden op 1 februari, nadat de deelnemersraad en werkgeversraad van ABP hierover hun advies hebben gegeven. Dit besluit moet vervolgens nog getoetst worden door De Nederlandsche Bank. Of het besluit daadwerkelijk moet worden uitgevoerd per 1 april 2013, wordt bepaald op basis van de stand van de dekkingsgraad op 31 december 2012.
Ontwikkeling vierde kwartaal en geheel 2011
Aan het eind van het derde kwartaal stond de dekkingsgraad op 90%. Op basis van de gemiddelde rente over de laatste drie maanden van 2011 kwam de dekkingsgraad eind 2011 uit op 94%. Dit betekende een daling van 11%-punt ten opzichte van eind 2010. Een dekkingsgraad van 94% betekent dat tegenover elke 100 euro die ABP nu, of in de toekomst aan pensioenen moet uitbetalen een vermogen van 94 euro beschikbaar is.
De waardering van de verplichtingen (het totaal van alle pensioenen die ABP in de toekomst moet uitkeren) steeg in het vierde kwartaal met 1 miljard euro tot 261 miljard. Over geheel 2011 was er sprake van een stijging van 36 miljard euro.
Na een daling van 7 miljard euro in het derde kwartaal nam het beschikbaar vermogen van ABP in het vierde kwartaal weer toe met 11 miljard euro. Over heel 2011 bedroeg de stijging van het beschikbaar vermogen 9 miljard euro. Het beleggingsrendement over het vierde kwartaal kwam daarmee uit op 4,6%, terwijl het jaarrendement 3,3% bedroeg.