Gezichtsbedekkende kleding is verboden vanaf 1 augustus 2019
Nieuws -> InformatiefBron: Informatief
18-07-2019
U mag vanaf 1 augustus 2019 geen gezichtsbedekkende kleding meer dragen in voertuigen van het openbaar vervoer en in en rondom gebouwen van het onderwijs, de zorg en de overheid. Dit betekent dat u op deze locaties geen kleding mag dragen die uw gezicht onherkenbaar maakt, zoals een integraalhelm of boerka.
Dit staat in de wet ‘Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’. In de volksmond heet deze wet ook ‘boerkaverbod’ of ‘nikabverbod’. De wet is bedoeld om gezichtsbedekkende kleding te verbieden op locaties waar je elkaar moet kunnen herkennen en aankijken.
(Bron Ministerie BZ - 2019)
In een vrij land als Nederland hee?ft iedereen in principe het recht om
zich naar eigen inzicht te kleden, wat anderen daar ook van vinden. Die vrijheid wordt begrensd op bepaalde locaties, waar het noodzakelijk is dat je elkaar kunt herkennen en aankijken. Het dragen van gezichtsbedekkende kleding is daarom niet toegestaan in de gebouwen van de overheid, de zorg, het onderwijs en in het openbaar vervoer
Wat is gezichtsbedekkende kleding? Bij gezichtsbedekkende kleding gaat het om alle kleding die uw gezicht onherkenbaar maakt. Bijvoorbeeld een bivakmuts, boerka, nikab, integraalhelm of een masker. Een hoofddoek, geschminkt gezicht en een pet vallen niet onder het verbod.
Met deze wet wordt uitvoering gegeven aan de afspraak in het Regeerakkoord 'Bruggen slaan' van het kabinet-Rutte II dat gezichtsbedekkende kleding wordt verboden in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. Op het verbod gelden enkele uitzonderingen. Het verbod geldt niet, indien het dragen van deze kleding noodzakelijk is ter bescherming van het lichaam in verband met de gezondheid of de veiligheid, noodzakelijk is in verband met eisen die aan de uitoefening van een beroep of de beoefening van een sport worden gesteld, of passend is in verband met het deelnemen aan een feestelijke of een culturele activiteit.
Verder geldt het verbod niet voor cliënten, patiënten of hun bezoekers in residentiële delen van zorginstellingen, omdat deze kunnen worden gezien als het privédomein van de cliënten of patiënten. Om deze reden is voorzien in de bevoegdheid van het bevoegd gezag van niet-residentiële delen van zorginstellingen toe te staan dat gezichtsbedekkende kleding wordt gedragen door cliënten of patiënten die daar permanent of voor onbepaalde tijd verblijven, of hun bezoekers.
Deze wet wordt strafrechtelijk gehandhaafd door de politie. Ook medewerkers van de locaties waar het verbod geldt, hebben een rol bij de naleving van het verbod. Het uitgangspunt is dat medewerkers van deze locaties weten dat het verbod er is en dat zij mensen hierop kunnen wijzen. De medewerker kan de betrokkene vragen om de locatie te verlaten of om de gezichtsbedekkende kleding af te doen. Als de betrokkene dit niet doet, kan de politie worden ingeschakeld. Download: Vijf dingen die je moet weten over het gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding (pdf 1 pagina)