Help vogels de winter door
Nieuws -> InformatiefBron: GGD Amsterdam
18-01-2013
Als het vriest, kunnen vogels het moeilijk hebben met het vinden van eten. Wintersterfte bij dieren is een normaal verschijnsel, waarbij verzwakte en minder sterke dieren zelf voedsel zijn voor andere dieren. U kunt dieren een handje helpen, als dat maar wel op een bewuste manier gebeurt. Zo voorkomen we ook dat er op voerplekken overlast ontstaat van ratten en muizen.
Wanneer en waarom vogels voeren?
Voer watervogels als het een echt koude winter is. Zolang er geen ijs ligt, is voeren eigenlijk niet nodig. Watervogels vinden veel gezond voedsel in en om het water; plantaardig voedsel, of waterbeestjes.
(Foto Amstelveenweb.com - 2013)
Pimpelmees (Cyanistes caeruleus) smikkelt gezellig vanuit op een boom opgehangen pindazakje
Tuinvogels kunt u het hele jaar door voeren, het menu verschilt wel in de zomer en winter. Voer het liefst vóór de middag en niet te veel. Dan blijft er geen voer liggen en kunnen ratten en muizen er ’s nachts niet van eten. Het ’s avonds opbergen van vetbollen in een afgesloten trommel is een goede manier om ratten- en muizenoverlast te voorkomen.
Welke soort en welk voedsel?
Er zijn veel soorten vogels, met verschillende voedselvoorkeuren. In de tuin leven ze vaak van zaden, bessen en insecten. In en rond het water vaak van planten, zaden of van waterdiertjes. Op de website www.vogelbescherming.nl kunt u informatie vinden over de verschillende vogelsoorten en het voedsel dat ze eten.
center>
(Foto Amstelveenweb.com - 2013)
Houtduiven (Columba palambus) in de sneeuw zoeken naar gestrooide zaadjes
Waar voeren?
Voer niet op plekken waar al gevoerd wordt. Vaak hebben dieren daar al genoeg voedsel (gekregen). Voer niet op plekken waar, het stadsdeel, of gemeente borden heeft gezet met ’Niet voeren,’ want op deze plekken is al te veel gevoerd, waardoor mogelijk rattenoverlast is ontstaan.
Voedselafval leidt tot overlastsituaties
Ons gekookt/gebakken voedselafval is niet altijd gezond voor vogels en zorgt vaak voor rattenoverlast. Het bevat meestal zout en brood wordt veelal in te grote hoeveelheden neergelegd.
Verzwakte dieren worden door de dierenambulance naar de opvang gebracht. Als het niet meer vriest, is voeren niet meer nodig. Zo helpt u ook overlast van ratten- en muizen te voorkomen.
Aanvullende informatie vindt u op www.gezond.amsterdam.nl/dpb onder het kopje ‘Anders voeren’. U kunt ook contact met ons opnemen via e-mailadres lo@ggd.amsterdam.nl , of telefoonnummer 020-555 5405