Bijgewerkt: 22 november 2024

Het Nederlandse onderwijs presteert goed volgens OESO

Nieuws -> Informatief

Bron: Rijksoverheid
24-11-2015

Het Nederlandse onderwijs presteert over het algemeen genomen goed. Nederlandse scholieren krijgen meer les dan hun leeftijdsgenoten in andere OESO-landen, met hun diploma zijn ze goed voorbereid op de arbeidsmarkt, en Nederlanders zijn minder vaak werkloos dan inwoners van andere OESO-landen met een vergelijkbaar opleidingsniveau. Dat blijkt uit het landenrapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), Education at a Glance 2015.

De verschillen zijn vooral groot bij mensen die een havo-, vwo- of mbo-diploma hebben. Van deze groep heeft in Nederland acht op de tien een baan. Over de gehele OESO genomen is, dat driekwart. Ook geldt voor Nederlandse havisten, vwo’ers en mbo’ers, dat ze significant hoger scoren op sociale uitkomsten: ze hebben meer vertrouwen in anderen (30% tegenover het OESO-gemiddelde van 18%), een grotere groep zegt, dat er geen misbruik van ze wordt gemaakt (22% tegen 16% gemiddeld) en meer Nederlanders vinden, dat ze invloed hebben op de regering (36% tegen 30% gemiddeld).

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2013)

Tijdens de 'Digitale rekenklas' op 26 maart 2013 bezocht Herbert Raat, wethouder Onderwijs de OBS Pionier in Amstelveen. Het bleek, dat alle kinderen in de klas erg blij waren met hun Samsung tablet en zeer tevreden met het programma 'Rekentuin'. Veel ouders hebben wel twijfels bij het gebruik van een tablet ter vervanging van het traditioneel onderwijs materiaal


Ook lukt het Nederland goed nieuwe generaties hoger op te leiden dan hun ouders. Een derde van de 25 tot 34-jarigen heeft een hoger opleidingsniveau dan hun ouders. Het OESO-gemiddelde is 28%. Nederland is vrijwel het enige land in de OESO, waar bijna alle kinderen op hun vierde al naar school gaan en het verplichte minimum aantal lesuren is hoger dan in andere OESO-landen. In het primair onderwijs is, dat in Nederland 940 uur per jaar, tegenover 804 gemiddeld in de OESO-landen, en in het voortgezet onderwijs is het 1000 uur per jaar tegenover 916.

Het lerarencorps in Nederland is relatief grijs. Ongeveer de helft van de docenten in de bovenbouw van havo, vwo en in het mbo is boven de 50. Elders in de OESO is dat een derde. In het po is 40% 50+, gemiddeld over de OESO genomen geldt dat voor 30%. Aan de andere kant is in Nederland weer 18% van de leraren in het po 30-, terwijl dat over de OESO als geheel 13% is. Bijna de helft van de vrouwen in de leeftijdsgroep 25-34 heeft hoger onderwijs genoten. Dat is 3% meer dan gemiddeld in de OESO en 9% meer dan het aandeel mannen met hoger onderwijs. Het inkomen van deze vrouwen blijft ook in Nederland nog steeds achter. Zij verdienen gemiddeld 83% van wat mannen met hetzelfde opleidingsniveau verdienen. Er is dus nog steeds een kloof, maar die is wel het smalst van heel de OESO: gemiddeld krijgen vrouwen 74% minder loon dan mannen.



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.