Het kabinet wil de overdrachtsbelasting tijdelijk naar 2 procent verlagen
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid / FNV / Woonbond
01-07-2011
Het kabinet wil een impuls aan de woningmarkt geven en verlaagt daarom tijdelijk de overdrachtsbelasting van 6 % naar 2 %. De maatregel maakt onderdeel uit van de woonvisie van het kabinet.
Staatssecretaris Weekers van Financiën regelt per beleidsbesluit, dat de verlaging met terugwerkende kracht ingaat op 15 juni 2011. De verlaging duurt één jaar en loopt tot en met 30 juni 2012.
De verlaging van de overdrachtsbelasting is van toepassing op alle woningen. Voor bedrijfspanden met een gedeeltelijke woonfunctie, mag de verlaging voor het woondeel worden toegepast. Voor een woning met een waarde van 2,5 ton betekent dit een verlaging van de overdrachtsbelasting van € 15.000 naar € 5.000.
Dat is vooral gunstig voor starters op de woningmarkt, bijvoorbeeld huurders die een woning willen kopen. Maar ook doorstromers profiteren, omdat ze hun oude woning gemakkelijker kunnen verkopen.
De kosten van deze maatregel bedragen € 1,2 miljard en worden gefinancierd uit de invoering van een nieuwe bankenbelasting (€ 300 miljoen), een constructiebestrijdingsmaatregel in de Vennootschapsbelasting (reparatie van het Bosal-gat € 340 miljoen), het gefaseerd invoeren van de vitaliteitsregeling (500 miljoen) en de eerder in het Regeerakkoord door verhoging van de Assurantiebelasting vrijgemaakte ‘envelop’ (€ 60 miljoen). (Bron Rijksoverheid)
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Het geld en het huis zijn altijd met elkaar verbonden
FNV / Woonbond: Kabinet benadeelt werknemers en huurders
De FNV en de Nederlandse Woonbond vinden het onterecht, dat het kabinet werknemers en huurders wil laten betalen voor het verlagen van de overdrachtsbelasting. Terwijl het kabinet fors bezuinigt op allerlei terreinen, krijgt een groep mensen, namelijk huizenkopers, een cadeau.
De rekening wordt betaald door mensen die nu gebruik maken van spaarloon. Bovendien zullen de banken ongetwijfeld de bankenbelasting doorberekenen aan hun klanten, dus alle Nederlanders. FNV en Woonbond vinden, dat de overdrachtsbelasting bekeken moet worden in een integrale visie op de woningmarkt, waarbij ook de fiscale stimulering van de eigen woning aangepast wordt.
Zoals het nu gebeurt, is het onevenwichtig en onrechtvaardig. Hiermee wordt de subsidie voor de eigen woningbezitter verhoogd, op kosten van alle belastingbetalers, ook huurders. Door de verlaging van de overdrachtsbelasting raakt een integrale hervorming van de woningmarkt verder uit beeld. Daar komt bij, dat het kabinet een structurele bezuiniging op de huursector van bijna één miljard euro invoert, onder andere door te korten op de huurtoeslag.
De FNV en Woonbond pleiten voor een belasting op financiële transacties die vooral is gericht op de korte termijn speculaties die de crisis hebben veroorzaakt. Ze vrezen dat een bankenbelasting vooral op het bord van alle belastingbetalers, waaronder huurders, terechtkomt.
De verlaging van de overdrachtsbelasting is ook niet effectief. Als het kabinet de woningsector wil stimuleren kan dit beter gebeuren door rechtstreeks te investeren in onder andere nieuwbouw en energiebesparing.
Overdrachtsbelasting?
Overdrachtsbelasting is de belasting die in Nederland wordt geheven bij de verkrijging van een onroerende zaak en daarop gevestigde rechten. De belasting is geregeld in de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR).
U moet overdrachtsbelasting betalen, als u juridisch of economisch eigenaar wordt van onroerende zaken, rechten op onroerende zaken of aandelen in onroerende zaaklichamen. Het gaat hierbij steeds om onroerende zaken in Nederland. U wordt bijvoorbeeld (juridisch of economisch) eigenaar van een onroerende zaak als u een huis koopt.
Don Fernando Álvarez de Toledo
De belasting is ontstaan in de tijd van de Spaanse overheersing tussen 1568-1648 van Nederland. Don Fernando Álvarez de Toledo, de hertog van Alva, de landvoogd van de Nederlanden had eerder de Tiende Penning ingevoerd (een belasting naar het tarief van 10%) over verkopen van roerende objecten. Er werd toen een belasting naar een tarief van 5% ('de twintigste penning') geheven over de verkoopprijzen van onroerende objecten.
Het ging dan met name om verkopen van de grote grondposities die toen in handen van de adel waren. Met de belastingopbrengst kon de overheid toen de kosten van een landleger betalen, dat de grondeigenaren en pachters ('horigen') moest beschermen tegen plundering door vijandige troepen.
Hoewel Nederland reeds lange tijd niet meer in oorlog met Spanje is, bleek deze belasting voor de overheid een welkome aanvulling van de schatkist. Het tarief van 5% werd in de loop van de tijd tot 6% verhoogd. (Bron tekst: Wikipedia)