Investeren in de kwaliteit van het onderwijs
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid
22-09-2014
Het wetsvoorstel over de hervorming van de studiefinanciering is na advies van de Raad van State naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel kan nu in behandeling worden genomen, zodat het volgens planning op 1 september 2015 kan ingaan. Minister Bussemaker: ,,We liggen hiermee op koers. Ik vind het van groot belang, dat we scholieren en studenten zo snel mogelijk kunnen gaan voorlichten over wat dit voor hen persoonlijk betekent.’’
(Bron Rijksoverheid - 2013)
Jet Bussemaker, (PvdA) minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Met de hervorming van de studiefinanciering verschuift het accent van investeren in inkomensondersteuning van studenten naar investeren in kwaliteit van onderwijs. ,,Studenten die hoger onderwijs hebben genoten verdienen later gemiddeld anderhalf tot twee keer zoveel als hun leeftijdsgenoten zonder een diploma van een hogeschool of universiteit’’, aldus minister Bussemaker. ,,Met dit wetsvoorstel vragen we van studenten om nu wat meer zelf te investeren in hun studie, zodat ze straks meer kunnen verdienen. Overigens blijft de overheid het grootste deel van de studie betalen: in het hoger onderwijs is dat ongeveer € 6500 per student per jaar.’’
Met dit wetsvoorstel geeft het kabinet uitvoering aan de afspraken die minister Bussemaker heeft gemaakt met de fracties van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. Dankzij het studievoorschot komt er een bedrag oplopend tot maximaal € 1 miljard vrij om te investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs. De belangrijkste veranderingen zijn:
- de basisbeurs verdwijnt voor ho-studenten (mbo-studenten behouden de basisbeurs)
- de aanvullende beurs voor ho-studenten gaat met €100 omhoog naar maximaal €365
- mbo-studenten jonger dan 18 krijgen studentenreisrecht (studentenreisrecht voor ho-studenten blijft gehandhaafd)
- studenten die in 2015/16 t/m 2018/19 beginnen aan een bachelorstudie krijgen vouchers ter waarde van € 2000 voor bijscholing vijf tot tien jaar na afstuderen
- afbetaling tot maximaal 4% van het maandinkomen (is nu 12%)
- afbetaling vanaf wettelijk minimumloon (is nu bijstand)
- afbetaling in 35 i.p.v. 15 jaar