Jongerencentrum naar Zetterij

Het nieuwe jongerencentrum in Westwijk komt niet, zoals eerder de bedoeling was, bij de voorzieningenstrook in Westwijk Zuid-Oost, maar aan de Zetterij, achter het ROC (Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam)en naast de scouting.

Althans, dat stellen Burgemeester en Wethouders voor. B en W houden het bedrijventerrein Legmeer in het achterhoofd als reserve voor het geval het centrum aan de Zetterij uiteindelijk toch niet lukt. B en W zijn op zoek gegaan naar een nieuwe plek nadat er veel bezwaren kwamen tegen een jeugdcentrum in de voorzieningenstrook. Daarbij zijn drie plekken bestudeerd: de groenstrook bij het bedrijventerrein Legmeerdijk, het bedrijventerrein Legmeer en de Zetterij.

(Amstelveenweb.com collectie - 2008)

Het ROC gebouw in de Zetterij in Amstelveen

De groenstrook viel af vanwege de excentrische ligging en vanwege de drukbereden Legmeerdijk. Deze plek zou bovendien jongeren uit Aalsmeer kunnen aantrekken, wat kan leiden tot problemen tussen verschillende groepen jongeren.

De Zetterij is volgens B en W veruit de beste plek. De ligging en de bereikbaarheid zijn goed en er liggen mogelijkheden voor samenwerking met het ROC en de nabij gevestigde sportclubs. Er loopt nog wel een onderzoek naar de risico’s van een hogedruk gasleiding. De resultaten van dit onderzoek worden over enkele weken verwacht.

Hermine Janssens en Sjouke Mennega, voorzitters van de wijkplatforms WaardhuizenMiddenhoven en Westwijk zijn blij dat de gemeente aan de bezwaren tegemoet komt. Zij vinden de Zetterij nabij het ROC een goede plek. ,,Jongeren hebben ook zelf aangegeven liefst een plek te willen waar niemand last van ze heeft,” zegt Janssens.

,,Maar in kannen en kruiken is het nog niet en het duurt zeker tot 2012 totdat het centrum klaar is. We moeten dus nog een poos door zonder centrum.” De voorzitters hopen dat welzijnsstichting Cardanus in die periode beter gaat functioneren. ,,In het contact tussen jongeren en bewoners en naar de gemeente heeft Cardanus wel wat steken laten vallen,” meent Janssens.