Kwart minder bezoekers P60

Poppodium P60 heeft vorig jaar circa een kwart minder bezoekers getrokken dan normaal. De tegenvallende bezoekersaantallen (-/- 10.000) passen enerzijds in een landelijke trend, waarbij dansvloeren aanzienlijk leger bleven, anderzijds heeft het poppodium niet optimaal kunnen draaien door de grootscheepse verbouwing en uitbreiding van het pand.

P60-directeur Gerard Lohuis heeft dankzij de onlangs opgeleverde uitbouw alle vertrouwen in 2009. Met nieuwe oefenruimtes, èen overdekte laad- en losplaats en een goede backstagevoorziening heeft het Amstelveens poppodium meer te bieden dan ooit. Directeur Gerard Lohuis ziet de toekomst zonnig in, ook al viel het afgelopen jaar wat tegen.

(Amstelveenweb.com collectie - 2009)

De nieuwe aanbouw van P60, waar de nieuwe laad- en losplaats is gerealiseerd, met op de etages kantoren en oefenruimtes

„Met de oplevering van de uitbreiding van is het poppodium feitelijk volwassen geworden," stelt directeur Lohuis, vanaf dag één betrokken bij de lokale poptrots. Het is, nu de uitbouw later dan gepland dan toch eindelijk is opgeleverd, voor het eerst in zeven jaar dat Lohuis een eigen kantoor heef in zijn eigen P60.

Al die jaren zat de doorgewinterde netwerker, zoals de meeste mensen in het circuit hem kennen, half weggestopt bij 'buurman' de Volksuniversiteit. Maar van ruimtegebrek is inmiddels geen sprake meer, zo laat hij weten vanaf zijn ruime nieuwe werkplek op de hoogste etage van het zeer functioneel uitgebouwde poppodium.

Lohuis is zichtbaar trots op het vernieuwde podium. „Zelfs de 17-meter lange truck van popband De Dijk (de langste in Nederland) past moeiteloos in de nieuwe laad- en losplaats. En vooral de grote lift om alle apparatuur naar boven te brengen is een verademing," zegt Lohuis. „Voor bands zijn dat hele belangrijke zaken." P60 moest wel mee, want de concurrentie in de business is moordend, zeker nu landelijk de bezoekersaantallen kelderen.


(Amstelveenweb.com collectie - 2008)

Gerard Lohuis, directeur van P60

Alleen podia als Paradiso en de Melkweg zitten altijd bomvol. Lohuis: „Eigenlijk kunnen we dat geen concurrenten noemen, het is van een ander kaliber," zegt hij. „Maar we zouden daar beter van moeten profiteren. We zitten dichtbij de hoofdstad en Schiphol, ik noem het graag de periferie van Amsterdam. Een van de problemen van P60 is dat er in de beleving van publiek van buiten - en in die van de bands zelf - in Amstelveen niet bijster veel te beleven valt.

Dat is bij de Melkweg natuurlijk heel anders, als je daar naar buiten stapt kan je uit van alles kiezen." Volgens Lohuis zou vooral de vestiging van hotel(s) in het centrum een enorme aanwinst zijn. „Wat meer diversiteit en vooral internationale allure zouden zeer welkom zijn," zegt Lohuis. Toch blijft de sympathieke directeur met beide benen op de grond. „Nee, wij worden nooit een Paradiso, maar P60 heeft echt veel te bieden.

We hebben nu zeker alle faciliteiten en fraaie oefenruimtes voor nieuw talent. Bovendien zijn we enorm goed te bereiken met het openbaar vervoer, maar het duurt lang voor dat mensen dat inzien." „Ik hoop dat ik nu toekom aan de zaken waar ik altijd al mee bezig wilde zijn om P60 te versterken," zegt de gedreven Lohuis. „Ik heb er in ieder geval erg veel vertrouwen in."