Miljoenen euro's bij Landsbanki komen terug naar Amstelveen

De Hoge Raad in IJsland heeft, net als eerder de IJslandse bewindvoerders van Landsbanki en een lagere rechtbank besloten, dat de Nederlandse overheden een voorkeurspositie innemen bij het faillissement van Landsbanki, omdat zij deposito’s hadden uitstaan bij de bank. Dat betekent, dat de Nederlandse overheden en dus ook de gemeente Amstelveen bij voorrang worden betaald uit de boedel van Landsbanki.

Op het moment van faillissement had de gemeente Amstelveen 15 miljoen euro aan deposito’s uitstaan bij Landsbanki. Uit voorzorg is de afgelopen jaren 12 miljoen euro als verlies afgeboekt. Met andere woorden er staat nog 3 miljoen euro open. Naar verwachting ontvangt de gemeente tenminste 80% terug, oftewel circa 12 miljoen euro.

Hiermee dekt de gemeente in eerste instantie het nog openstaande bedrag. Bij de jaarrekening 2011 zal het college aan de gemeenteraad voorstellen de overige miljoenen aan de algemene reserve toe te voegen. Het college geeft hiermee invulling aan het collegeprogramma, waarin staat dat de algemene reserve, indien mogelijk, een grotere omvang moet krijgen.

(Foto Amstelveenweb.com - 2011)

Wethouder Herbert Raat (VVD)

Wethouder Financiën Herbert Raat (VVD): 'Ik ben ontzettend blij met deze uitspraak. De afgelopen maanden is er hard gewerkt door de Noord-Hollandgroep om dit voor elkaar te krijgen. Zelf ben ik op verzoek van onze advocaten samen met hoofd financiën, Jaap Huizenga, twee keer naar IJsland geweest om de zaak kracht bij te zetten.

Wanneer het geld terug komt is nog onduidelijk, maar we kunnen het hoe dan ook erg goed gebruiken. Onze reserve positie is minimaal terwijl we de komende jaren voor diverse uitdagingen staan'.

Eerste uitbetaling mogelijk al dit jaar

De groep van Nederlandse overheden die deposito’s hadden uitstaan bij Landsbanki (de zogenoemde Noord-Hollandgroep), is zeer verheugd met de uitspraak van de Hoge Raad in IJsland van vandaag in de twee zaken met betrekking tot de gemeenten Alphen aan den Rijn en Dordrecht.

De Hoge Raad is, net als eerder de IJslandse bewindvoerders van Landsbanki en een lagere rechtbank, van oordeel dat de twee overheden bij voorrang moeten worden betaald uit de boedel van Landsbanki omdat zij deposito’s hadden uitstaan bij de bank. De concurrente, 'niet-preferente' schuldeisers komen pas aan de beurt nadat de preferente schuldeisers volledig zijn betaald.

De zaak was aangespannen door grote banken en obligatiehouders die ook een vordering hebben op Landsbanki en de voorkeurspositie van depositohouders betwisten. De Noord-Hollandgroep had de twee gemeenten voor een proefproces naar voren geschoven omdat de zaken van Alphen aan den Rijn en Dordrecht in hoge mate vergelijkbaar zijn met de omstandigheden van de andere leden.

‘Dit is de grootste stap op weg naar het terugkrijgen van ons geld’, aldus de tevreden Noord-Hollandse gedeputeerde Financiën Elisabeth Post namens de groep. Volgens Post kunnen de overheden mogelijk al dit jaar een eerste uitbetaling tegemoet zien.

Volgens de IJslandse wetgever namen de leden van de Noord-Hollandgroep als depositohouders altijd al een voorkeurspositie in. Dit werd aangevochten door grote banken en obligatiehouders die geld hadden geleend aan Landsbanki. Zij betoogden daarbij dat de regel ongeldig was, of in elk geval niet gold voor overheden met een deposito.

Noord-Hollandgroep?

De Noord-Hollandgroep bestaat uit de provincie Noord-Holland, de gemeenten Asten, Amstelveen, Alphen aan den Rijn, Dordrecht, Goes, Graafstroom, Naarden, Opmeer, Pijnacker-Nootdorp, Texel, Veere en Zundert, het waterschap Roer en Overmaas, de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden en Samenwerking Belasting en Waarderen.