Bijgewerkt: 22 november 2024

Nederlandse economie is met 0,1 procent gekrompen

Nieuws -> Informatief

Bron: CBS
15-05-2013

Volgens de eerste raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is de Nederlandse economie in het eerste kwartaal van 2013 met 0,1 procent gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder. Het is daarmee het derde opeenvolgende kwartaal met krimp.

In de voorafgaande kwartalen kromp de economie met achtereenvolgens 1,0 en 0,4 procent. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2012 bedroeg de krimp 1,7 procent. In het eerste kwartaal van 2013 waren er twee werkdagen minder dan een jaar eerder.

Huishoudens hebben in het eerste kwartaal 2,1 procent minder besteed dan een jaar eerder. De consumptie door huishoudens krimpt al twee jaar. Vooral de aanschaf van duurzame goederen loopt sterk terug. Ook in het eerste kwartaal werden veel minder auto’s, kledingstukken en meubelen gekocht dan een jaar eerder. Daarnaast liepen de uitgaven aan voedings- en genotmiddelen en diensten verder terug. Omdat het gemiddeld kouder was, werd er wel veel meer aardgas verbruikt.

De consumptie door de overheid kromp met 0,9 procent. De uitgaven aan het openbaar bestuur lopen de laatste drie jaar terug. De overheidsuitgaven aan de zorg stegen in het eerste kwartaal echter nog wel.

product Amstelveen
(Bron CBS - 2013)

Bruto binnenlands product: volume


De investeringen in vaste activa zijn in het eerste kwartaal met 11,6 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. De investeringen lopen al vijf kwartalen op rij terug. De krimp in het eerste kwartaal was sterker dan in voorafgaande kwartalen en betrof bijna alle categorieën. Vooral de verkoop van personenwagens nam sterk af, door verhoging van de aanschafbelasting. Ook de investeringen in de bouw liepen verder terug.

Dit gold zowel voor woningen als bedrijfsgebouwen en grond-, weg- en waterbouwkundige werken. Daarnaast werden er in het eerste kwartaal minder machines en computers aangeschaft.

De uitvoer is in het eerste kwartaal met 2,3 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. De uitvoer van Nederlandse goederen liep enigszins terug. In 2012 zat hier nog wel wat groei in. Dat deze uitvoer in het eerste kwartaal terugliep, komt doordat de buitenlandse vraag naar industriële producten afnam, vooral die naar metaal en transportmiddelen. De wederuitvoer groeide in het eerste kwartaal met 4,4 procent. Deze stijging was lager dan die in voorafgaande kwartalen. Door de krimp van de consumptie en de investeringen, alsmede de matige groei van de wederuitvoer, groeide de invoer nauwelijks.

Veel bedrijfstakken voelen de aanhoudende laagconjunctuur en hebben te maken met langdurige krimp. De invloed is het grootst in de bouw. In het eerste kwartaal lag de bouwproductie 11,6 procent lager dan een jaar eerder. De industriële productie nam in het eerste kwartaal af met 4,5 procent. In de voorafgaande kwartalen was de krimp van de industrie veel bescheidener. Ook in de handel was de krimp in het eerste kwartaal hoger dan in voorafgaande kwartalen. De delfstoffenwinning groeide wel sterk door het hogere binnenlandse verbruik van aardgas en door een hogere export.

In het eerste kwartaal van 2013 waren er 99 duizend banen van werknemers minder dan in hetzelfde kwartaal van 2012. Dit is een daling van 1,3 procent. Het is de grootste daling sinds het eerste kwartaal van 2010. Alle bedrijfstakken hadden in het eerste kwartaal te maken met banenkrimp. Voor het eerst in jaren ligt ook het aantal werknemersbanen in de zorg lager dan een jaar eerder. De afname van het aantal banen van werknemers was met 26 duizend het grootst in de bouwnijverheid.

Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden ligt het aantal banen 34 duizend lager dan een kwartaal eerder. Dit is een daling van 0,4 procent. De afgelopen drie jaar is de procentuele afname van het aantal banen binnen één kwartaal nog niet zo hoog geweest.

Werkloosheid 8,2 procent

De werkloosheid is in april 2013 verder opgelopen en kwam uit op 8,2 procent. In de afgelopen drie maanden kwamen er gemiddeld 19 duizend werklozen per maand bij. De stijging in de afgelopen drie maanden was het sterkst bij mannen. Er kwamen per maand gemiddeld 13 duizend werkloze mannen bij. De werkloosheid onder vrouwen nam per maand met bijna 7 duizend toe.

In april kwam de werkloosheid in Nederland volgens de ILO-definitie uit op 6,5 procent van de beroepsbevolking; in maart was dat 6,4 procent. In april bleef het aantal lopende WW-uitkeringen met 380 duizend vrijwel gelijk aan dat van maart. Het aantal aan jongeren tot 25 jaar verstrekte uitkeringen nam met 4 procent af. Aan 55-plussers werden in april juist meer (+1,4%) uitkeringen verstrekt dan in maart.

Ook regionaal en sectoraal lopen de ontwikkelingen uiteen. Zo daalde het aantal uitkeringen relatief sterk in de drie noordelijke provincies, terwijl met name in de drie Randstadprovincies sprake was van een toename. Net als in maart nam het aantal uitkeringen vooral af in seizoengevoelige sectoren zoals de landbouw (-11%) en de bouw (-7%). De sectoren handel, gezondheidszorg, industrie en vervoer/opslag lieten opnieuw een toename zien van het aantal verstrekte uitkeringen.

Meer uitkeringen beëindigd vanwege werkhervatting

In april werden ruim 45 duizend nieuwe WW-uitkeringen verstrekt en bijna 46 duizend beëindigd. Er werden 23 duizend uitkeringen beëindigd vanwege werkhervatting. Dat is 5 procent meer dan in maart en 13 procent meer dan in april vorig jaar.



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.