Nieuwjaarsspeech 2010 Ondernemersvereniging Amstelveen
Nieuws -> InformatiefBron: Ondernemersvereniging Amstelveen
11-01-2010
Nieuwjaarstoespraak van voorzitter mr A. C. J. Böggemann, uitgesproken tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Ondernemersvereniging Amstelveen op donderdag 7 januari 2010 in het pas geopende Restaurant Kronenburg.
Dames en heren, hartelijk welkom op de nieuwjaarsreceptie in het 20e jaar van het bestaan van de Ondernemersvereniging Amstelveen. Een extra hartelijk welkom aan onze burgemeester, aan onze wethouders Joss Tabak, Jan Willem Groot en Frans Hellendall aan onze gemeentesecretaris Rein Schurink, aan de aanwezige raadsleden wier komst steeds weer verraadt dat zij geïnteresseerd zijn in ons reilen en zeilen, en last but not least aan ons erelid Ferry Verbraak en aan onze leden van verdienste Chris Houweling, Rob Hamelynck en Fred Bouwman.
(Foto OVA - 2010)
Voorzitter van Ondernemersvereniging Amstelveen de mr A. C. J. Böggemann, tiijdens zijn toespraak
‘Gelukkig, 2009 is voorbij’, zo heb ik de afgelopen dagen nogal eens horen verzuchten. Het was me het jaartje wel dames en heren! Ik heb mijn nieuwjaarsspeech van vorig jaar er nog eens op nageslagen om te zien hoe er toen tegen het aankomend jaar werd aangekeken. Weet u het nog? We zaten tot over de oren in de kredietcrisis en het dal moest nog komen in maart! Bij die gelegenheid mocht ik u wijzen op de drie scenario’s uit het Rabo-rapport ‘A Tale of Three Cycles’.
En ànders dan allerlei doemdenkers en onheilsprofeten ons hebben willen doen geloven – de vergelijking met – en het schrikbeeld van de dertiger jaren werd ons immers dagelijks in de media opgedrongen – heeft dat Rabo-rapport het aardig bij het rechte eind gehad: als meest waarschijnlijke scenario dacht de bank aan een beperkte krimp in een mager 2009, gevolgd door een snel herstel eind 2009 en een groei van 2% in 2010 bij een inflatie van slechts 1,5%. Afgezien van die beperkte krimp, die een tikje steviger uitpakte, klopte het Rabo-rapport aardig.
Dus géén dramatische meerjarige depressie van meer dan 10%, géén 2 dollars voor 1 euro, géén faillissement van Amerika en géén 10% werkeloosheid in Nederland! Maar zijn dan alle problemen achter de rug? Natuurlijk niet! OK, sinds de tweede helft van 2009 zien we de eerste tekenen van herstel, eerst in Amerika en vervolgens in Europa. Maar de in 2008 en 2009 aangerichte schade is bepááld nog niet hersteld, zodat ook in 2010 nog heel wat negatieve effecten zichtbaar en voelbaar zullen blijven. Ik noem er willekeurig een paar.
De banken hebben de kredietkraan nog lang niet openstaan. Men zal de balans-positie willen versterken om de eerder door mega-afschrijvingen opgelopen schades enigszins te herstellen. Verder zullen de banken Minister Bos een keer de gigantische staatssteun moeten gaan terugbetalen. En daaraan heeft Wouter Bos een rente-percentage naar het vriendentarief van ruim 8% verbonden!! Zou de publieke tribune hier iets mee te maken hebben?
Voeg hier aan toe de te verwachten strengere regelgeving, afkomstig van de overheid en de Centrale Bank en u begrijpt dat de bankenvoorlopig niet al te scheutig kunnen en willen zijn.
Gelukkig is er enig economisch herstel in aantocht en zal het bedrijfsleven uit de verbeterde cash flow nieuwe investeringen kunnen doen, hetgeen de economie verder zal kunnen versterken.
Ons Kabinet komt ook nog voor hete vuren te staan: Gemakshalve maar even voorbijgaande aan de uitwerking van de AOW-problematiek, veroorzaakt door de verhoging naar 67 jaar, en aan het vraagstuk van de verlenging van de Uruzganmissie, valt niet te ontkomen aan het zo moeizaam tot stand gekomen Crisisakkoord. Maar liefst drie maanden vrijwel dagelijks overleg in het Torentje leidde tot het vermijden van principiële keuzes en resulteerde dus in een mager akkoord, waarvan de belangrijkste uitkomst was dat 21 ambtelijke werkgroepen eind april 2010 (dat is dus één vol jaar later!) miljardenbesparingen moeten voorstellen die het begrotingstekort weer enigszins in het spoor moeten trekken.
De rapportagedatum eind april is nog geen twee maanden ná de gemeenteraadsverkiezingen! Is dat toeval? Kon dat echt niet vóór die verkiezingen? Of was men bang voor een vervroegde afrekening met de kiezer op 3 maart 2010. Nu heeft het Kabinet zeggen en schrijven twee pré-zomermaanden om de voorgestelde bezuinigingen te verwerken in een begroting die op Prinsjesdag klaar moet zijn.
En hoe voorzichtig – en dus hoe weinig doortastend - zal men dan zijn bij het kiezen voor weinig populaire maatregelen in de aanloop naar de Kamerverkiezingen die een half jaar later gaan plaatsvinden? Hoeveel politieke moed mogen wij daarbij nog verwachten?
Hoe het ook zij, dames en heren, er is óók voldoende reden voor optimisme. ABN AMRO verwacht voor de gehele Euro-zone een groei die hoger zal uitvallen dan de voorzichtige raming van 1½ % voor 2010. Van de ECB behoeft voorlopig geen renteverhoging te worden verwacht, althans niet vóór de tweede helft van het jaar. Amerika is definitief uit het dal en de groei in de BRIC-landen is onverminderd hoog. De fusie- en overnamemarkt komt weer in beweging.
De commerciële onroerendgoedmarkt toont enig herstel. Kortom: we hebben een forse deuk opgelopen, maar zoals ik vorig jaar al zei: ‘2009 wordt een jaar van bukken en slikken, maar ook van overeind komen en knokken”. En dat geldt ook nog een beetje voor 2010. Maar we gaan aardig richting eind van de tunnel en daar is altijd weer het licht. En in onze Nederlandse situatie staan de lichten dus op zijn minst op lichtgroen! Het glas is méér dan half vol!
Dames en heren, ik kom nu dichter bij huis: gewoon in Amstelveen dus. De crisis is ook niet aan Amstelveen en haar bestuur voorbijgegaan. Eigen vermogen en inkomsten van de gemeente zijn afgenomen of zullen verder afnemen. Dat betekent dat toekomstige bezuinigingen onvermijdelijk zullen blijken. Dat zal óók betekenen dat er repercussies te verwachten zijn in het voorzieningenpakket en wellicht ook in de personele sfeer. In een dergelijke situatie is het verleidelijk om te komen tot hogere lasten voor burgers en bedrijfsleven.
En daarom herhaal ik nog maar eens wat ik in het verleden al vaker zei: ‘het bedrijfsleven is de motor van onze economie en de stimulator van onze samenleving’. Die rol kan niet zwáár genoeg gewogen worden en verdient juist in deze moeilijke tijden alle beschikbare steun. Óók van onze gemeentelijke overheid!
En nu weet ik best dat het instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om het bedrijfsleven te stimuleren héél beperkt is en dat het college bij herhaling haar goede bedoelingen heeft gedemonstreerd, maar wat wij als ondernemers in èlk geval van de gemeente verwachten is dat er geen lastenverhoging voor het bedrijfsleven aankomt en dat gedane toezeggingen zoals ‘geen andere lastenverhoging dan indexering’ onverkort worden nagekomen.
En dat geldt óók voor aanpassing van leges. Dat hoort gewoon tot het behoorlijk bestuur van een betrouwbare overheid. En als deze leges historisch te laag zijn geweest, hetgeen kennelijk zonder bezwaar mogelijk is geweest, dan moet het ook zó kunnen gaan dat aanpassing daarvan geleidelijk - en dus niet met tientallen procenten tegelijk - zal plaatsvinden, en pas te beginnen nadat het bedrijfsleven in financieel rustiger vaarwater is gekomen.
Zijn de Amstelveense ondernemers ontevreden over de gemeentelijke overheid? Het antwoord luidt: in zijn algemeenheid beslist níet. De gemeente doet veelal datgene wat redelijkerwijs binnen haar mogelijkheden ligt. De toegankelijkheid van de bestuurders is goed en het serviceniveau van het ambtelijk apparaat is de laatste jaren vooral op balie-niveau aanmerkelijk verbeterd. De telefonische bediening en de publieke dienstverlening in de geactualiseerde accommodatie is dik in orde. Gaat dan àlles goed en valt er dan niets meer te wensen? Nee hoor, er blijft nog altijd het één en ander te wensen over.
De erkenning door de gemeente van de prominente plek waarop het Amstelveense bedrijfsleven recht heeft, zou nog verder gestalte kunnen krijgen door intensievere communicatie en betere consultatie. Er wordt door de gemeente onzes inziens nauwelijks gebruik gemaakt van de expertise in onze gelederen. Wéét het bestuur en het ambtelijk apparaat dan precies wat zich binnen de bedrijven afspeelt?
En hééft men wel voldoende drang naar verbreding van haar draagvlak onder ondernemers? En begríjpt men ook, dat het bedrijfsleven als grootcontribuant van de overheidsmiddelen, een daarmee parallel lopend stuk meespreken verlangt? Eén keer per vier jaar bij de verkiezingen èchte invloed uitoefenen is toch wel erg weinig!
Verder zou het in de relatie gemeente/ondernemer ook bevorderlijk zijn wanneer er in het ambtelijk apparaat àchter de balie nog wat meer zou kunnen worden méégedacht met het ondernemersbelang. Wacht- en responstijden zo kort mogelijk houden, vergunningen eerder afgeven dan op het laatst toegestane tijdstip. En al helemáál niet ondernemers confronteren met een attitude van ‘in mijn koninkrijkje gelden míjn regels’, hetgeen hier en daar nog wel eens een enkele keer voorkomt.
En wat wij ook wel zouden willen? Dat er een einde komt aan het al tientallen jaren toenemende ontzag voor de protesterende inspreker, voor de habituele dwarsligger en voor de over-accentuerende groenfundamentalist. Wij zijn óók voor een harmonieuze leefomgeving, voor een gezond milieu voor ons en onze kinderen en voor bescherming van flora en fauna wanneer deze serieus bedreigd wordt. Maar soms overstijgt het belang van innoveren, continueren en accommoderen het belang van ondergeschikte vormen van milieubeleid.
Dan moet er gewogen en gekózen worden. En dan haak ik graag aan bij wat onze burgemeester afgelopen zaterdag in zíjn nieuwjaarstoespraak heeft gezegd: 2010 wordt het jaar van de keuzes. We moeten de politieke moed hebben om te kiezen, óók als dat niet zo lekker ligt bij het grote publiek. Ik citeer hem gemakshalve: ‘na alle jaren polderen lijkt het er op dat het sparen van de kool en de geit niet leidt tot duurzame oplossingen’, en zo is het ook! Hij vervolgde overigens met een hele lange lijst van zaken waarvoor de gemeente kiest.
Een lijst, zó lang dat de vraag rijst of niet overál voor wordt gekozen. Maar gelukkig stond op die lijst óók een keuze voor bedrijven die een vestigingsplaats zoeken. Dàt is in elk geval een goede keuze, maar dat vraagt er ook om overtuigd te kiezen voor èchte ruimte voor het nieuwe en het bestaande bedrijfsleven en voor het verminderen of opruimen van hindernissen die een gezonde ontwikkeling van dat bedrijfsleven bemoeilijken.
En dan toch nog een bijzóndere wens of misschien wel een soort oproep aan de politiek: Amstelveen staat aan de vooravond van een beslissende fase in haar stadsontwikkeling te weten: de heling van de stad rond de A9. Tot dusverre pakt ons stadsbestuur het project met de nodige zorg aan. De eerste uitgangspunten lijken weloverwogen. Deze lijn verdient continuering, al vraag ik mij af of nadere, bredere, oriëntatie, zeg maar een second of third opinion van experts van internationaal gehalte, niet alsnog wenselijk zou zijn. En die voortzetting is gediend met consistent en coherent overheidsbeleid. Met argusogen kijken wij dan ook uit naar de gemeenteraadsverkiezingen.
Wij hopen van harte, dat de uitkomsten daarvan geen aanleiding zullen geven tot politieke hobbyismen en tot het vereffenen van persoonlijke of partijpolitieke rekeningen. De problematiek van onze gemeente is de komende 10-15 jaar té omvangrijk en té zwaarwegend om deze onderwerp te laten zijn van individuele voorkeuren of van strategiëen welke hun oorsprong vinden in mineure gebeurtenissen in de afgelopen jaren.
Daarvoor zijn de belangen te groot en drukt de verantwoordelijkheid te zwaar. Héél Amstelveen en het bedrijfsleven in het bijzonder vraagt om consistent beleid, zeer bij voorkeur van bestuurders met ervaring of van hen die de aanloop al hebben meegemaakt. Aan politieke experimenten en individuele partijbelangenpolitiek is even geen behoefte. Stap over uw eigen politieke schaduw heen en werk zo eensgezind als maar mogelijk is aan de unieke kans om van Amstelveen een dynamische, welvarende en inspirerende stad te maken.
Dames en heren, mijn laatste woorden zijn voor onze vereniging zelf:
Veel dingen gaan goed, sommige niet. En het gaat natuurlijk altijd om die laatste. Het bestuur heeft nogal wat wensen als het gaat om betrokkenheid. Wij vragen ons altijd af waarom het niet nóg wat beter kan. Wij hebben ondanks heel veel brainstormen nog altijd het antwoord niet en dus gaan we het u maar vrágen.
Binnenkort ontvangt u na heel wat jaren weer eens een enquête. De beantwoording door u, is voor ons bitter noodzakelijk om tot verdere verbetering van ons verenigingsleven te komen. Ik doe dan ook een hartstochtelijk beroep op u allen om uw volle medewerking aan deze enquête te verlenen.
Daarop vooruitlopende gaan wij al enigszins voorzien in een gebleken behoefte, te weten: méér aandacht voor de wat jongere ondernemer, laat ons zeggen tot zo’n jaar of 40, 50. ‘De vereniging wordt zo grijs’, hoort het bestuur nogal eens. Wij hebben ons dit aangetrokken en u mag op korte termijn dan ook exclusieve bijeenkomsten voor die jongere ondernemers verwachten.
Ook gaat gewerkt worden aan de verdere verjonging van uw bestuur. Het eerste resultaat daarvan wordt in mei aanstaande zichtbaar en wij zullen trachten bijeenkomsten te organiseren die vooral ook voor de jongere ondernemers attractief zijn. Wij rekenen er overigens óók op dat onze jongere ondernemers onze dynamiek zullen vergroten door méér van zichzelf te laten zien en door meer jongere collega-ondernemers te interesseren voor het lidmaatschap van onze vereniging.
En daarmee kom ik meteen op het traditionele punt: de ledenwerving. Níet goed is het gegaan met de ledenwervingscompetitie. Niemand heeft ten minste vijf leden kunnen aanbrengen, dus de prachtige prijzen blijven dit jaar in de kast. Maar ik blijf dromen: als ieder lid in 2010 nou eens één ander lid zou aanbrengen..! Dan zou onze penningmeester eindelijk weer eens kunnen glimlachen en zou ons bureau niet meer hoeven te toveren met haar beperkte middelen en mankracht.
Want ik verzeker u: het bureau heeft in 2009 weer buitengewoon haar best gedaan. Naar mijn idee best een applaus waard! En als het dan toch over waardering gaat: dank aan de familie Cuntz en Restaurant Kronenburg voor de gastvrijheid die wij hier vandaag mogen genieten.
En dan hebben wij nog iets nieuws: de ledenpas. Een gratis pas, die u allerlei voordelen en kortingen gaat bieden op diensten en producten, aangeboden door onze leden. Hetty Tjalkens, voorzitter van onze Activiteitencommissie, gaat daar straks een paar woorden aan wijden.
Dames en heren, ik kom aan het slot: 2010 wordt een jaar van spanning en inspanning! Er liggen tal van uitdagingen. En kansen op succes voor wie overeind komt en knokt. En voor wie de moed heeft om goede keuzes te maken. En daarom wens ik u allen, maar vooral ook ons college en onze raadsleden - behalve de gebruikelijke goede gezondheid - een flinke portie moed en ook een beetje mazzel toe, zodat het nieuwe jaar voor u in alle opzichten een gelukkig 2010 zal mogen zijn.
Dank u wel.
Alphons Böggemann
Voorzitter