Rechters krijgen meer mogelijkheden bij aanpak overlast
Nieuws -> OverheidBron: OM
19-11-2009
Minister Hirsch Ballin van Justitie wil, dat rechters straks een gebiedsverbod, meldplicht of contactverbod als zelfstandige maatregel kunnen opleggen aan personen, die herhaaldelijk of in groepsverband overlast veroorzaken. De maatregel duurt maximaal twee jaar en kan na uitspraak direct ingaan.
Als de overlastpleger zich niet houdt aan de maatregel belandt hij alsnog achter de tralies: minimaal drie dagen vervangende hechtenis voor iedere overtreding. Op last van de rechter kan bij herhaling van overtredingen de duur van de vervangende hechtenis oplopen. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van de bewindsman, dat voor advies naar verschillende instanties is gestuurd.
Deze vrijheidsbeperkende maatregel komt tegemoet aan de behoefte van de praktijk om overlastplegers adequater te kunnen aanpakken. De rechter kan deze maatregel opleggen in plaats van of naast een geldstraf, taakstraf of gevangenisstraf. De verdachte wordt veroordeeld voor de strafbare feiten, maar de omstandigheden kunnen meewegen in het bepalen van een op de persoon toegesneden, vrijheidsbeperkende maatregel.
Het kan gaan om strafbare feiten die door hun aard de openbare orde al ernstig verstoren, zoals geweldpleging. Maar ook om relatief lichte feiten die – afhankelijk van de omstandigheden waaronder ze zijn gepleegd – een ernstige inbreuk maken op de openbare orde. Bijvoorbeeld samenscholing, hinderlijk gedrag op de weg en bij gebouwen, openlijk drank- of drugsgebruik, in samenhang met vernielingen en bedreigingen.
Een ander voorbeeld is de situatie waarin een slachtoffer – of getuige – van een strafbaar feit vreest om ongevraagd geconfronteerd te worden met ernstig belastend gedrag van de verdachte zoals telefonisch contact zoeken, aanbellen of langslopen. Hetzelfde geldt bij angst voor herhaling van vernielingen of beschadigingen van straatmeubilair, winkel, woning of tuin, waardoor wijkbewoners worden geïntimideerd. Een gedragsaanwijzing van de rechter biedt dan uitkomst.
Een gebiedsverbod houdt in dat een overlastpleger niet in of bij bepaalde gebouwen mag komen, of in een bepaald gedeelte van een wijk, eventueel op bepaalde tijdstippen, dagen of data. Bij een contactverbod mag er geen contact zijn met bepaalde personen en/of instellingen.
Deze maatregel grijpt, meer nog dan een gebiedsverbod, in op de persoonlijke levenssfeer en komt daarom alleen in aanmerking voor zwaarwegende gevallen, zoals bij ernstig belastend gedrag tegenover een of meer bepaalde personen of instanties. Bij een meldplicht moet iemand zich periodiek of op bepaalde tijdstippen melden bij de politie.
Het landelijk dekkende netwerk van Veiligheidshuizen is bij deze aanpak van overlast onmisbaar. Alle bij lokale veiligheid betrokken partijen, zoals politie, openbaar ministerie, gemeenten, jeugdzorg, reclassering en Raad voor de Kinderbescherming, wisselen in een Veiligheidshuis gestructureerd op lokaal niveau relevante informatie uit en maken afspraken over de aanpak in individuele gevallen. Deze afstemming in het Veiligheidshuis kan zorgen voor een volledig dossier dat de rechter inzicht geeft in de situatie van de verdachte en de omstandigheden in de wijk.
Bij de handhaving van de opgelegde maatregel speelt de politie een belangrijke rol. Voor een persoonsgerichte benadering van bekende daders zijn extra inspanningen nodig. Handhaving van de maatregel is goed uitvoerbaar als politie en andere opsporingsambtenaren weten welke personen een rechterlijke zelfstandige maatregel opgelegd hebben gekregen.
Daarbij staat het lokale driehoeksoverleg centraal. Naast het toezicht door opsporingsambtenaren kan signalering en aangifte door eigenaren en beheerders, buurtbewoners en direct betrokkenen de controle op de naleving versterken.
Ook kan gebruik worden gemaakt van de beelden van gemeentelijke toezichtcamera’s en van beveiligingscamera’s. Overtredingen – bijvoorbeeld van een contactverbod – kunnen ook met nieuwe hulpmiddelen worden opgenomen (nummerregistratie en mobiele telefoons met camera e.d.). Op de website www.internetconsultatie.nl kunnen burgers reageren op dit wetsvoorstel om een bijdrage te leveren aan verbetering van de regeling.