Renovatie van de Bovenkerkse St. Urbanuskerk
Nieuws -> InformatiefBron: Stichting Fondsenwerving Restauratie Bovenkerkse Urbanus
12-03-2011
Rijksmonument
Het is dan ook terecht, dat de Bovenkerkse St. Urbanuskerk de officiële status 'Rijksmonument' heeft met rijksmonumentnummer 8141. De kerk is in gebruik voor erediensten en vervult daarnaast een belangrijke culturele functie. De regelmatige uitvoeringen van concerten onder auspiciën van de Stichting Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus mogen zich in een grote belangstelling verheugen.
De kerk is niet alleen als gebouw uniek, maar vormt door haar markante contouren en ligging aan de Amstelveense Poel en de rand van het Amsterdamse Bos ook een baken in het landschap en een fraai aanzicht voor de directe omgeving.
(Foto Arie Dekker - 2008)
Sint Urbanus aan De Poel door Arie Dekker, 2008
Het is daarom, dat wij uw bijzondere aandacht vragen, want dit stuk onvervangbaar cultureel erfgoed wordt door verzakking in de fundatie ernstig bedreigd. Binnen niet al te lange tijd wordt begonnen met een omvangrijke restauratie die moet leiden tot behoud van dit prachtige gebouw voor de nabije toekomst.
Wij willen u informeren wat een commissie de afgelopen periode heeft verricht ter voorbereiding van deze restauratie en om u een indruk te geven van de omvang daarvan waarbij wij u tevens inzicht geven betreffende de enorme bedragen die er mee zijn gemoeid. Gelukkig weten wij, dat wij van overheidswege een zeer belangrijke bedrage in de restauratiekosten werd toegezegd, maar dat neemt niet weg, dat er ook van onze zijde een groot financieel offer wordt gevraagd.
Als wij allen onze schouders er onder zetten, moet het lukken. Binnenkort zal de Stichting Fondsenwerving Restauratie Bovenkerkse Urbanus een bericht verzenden waarin wordt uiteengezet op welke wijze de restauratie financieel zou kunnen worden ondersteund.
(Foto Amstelveenweb.com - 2003)
De rooms-katholieke parochie St. Urbanus heeft de St. Urbanuskerk als haar kerkelijk centrum. De parochie bestaat sinds 1275. Op de plaats van de huidige kerk stond voorheen een kapel die was opgedragen aan de Heilige Maagd Maria
Rijksmonument, dus van ons allemaal
Voorwoord
Wij willen u enig inzicht geven aangaande de aanleiding en de voorbereidingen tot de restauratie van kerk en toren van de Bovenkerkse Urbanus. Dat markante gebouw aan de zuidelijke Poeloever in Amstelveen – Bovenkerk is ons en velen met ons dierbaar geworden. Dierbaar voor de velen die hier werden gedoopt, hier hun jawoord gaven aan hun levenspartner of die hier voor de laatste maal afscheid namen van familie of geliefden. Dierbaar ook voor de velen die in deze kerk aanwezig waren bij grote uitvoeringen onder auspiciën van de Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus.
(Foto Amstelveenweb.com - 2008)
Tekening uit het kadastrale plan, zoals deze werd afgegeven door architect Cuypers op 27 februari 1872 te Amsterdam
Voorstellingen, zoals de Matthäuspassion of concerten gegeven door zeer vele bekende koren en solisten. Hoewel kerk en toren voor een bepaalde periode uit veiligheidsoverweging gesloten moesten worden, is het voor ons allen van groot belang, dat na de restauratie al deze belangrijke evenementen weer kunnen worden voortgezet. Dat die restauratie met grote financiële inspanning gepaard gaat, zal u na het lezen van dit boekje niet ontgaan.
En dat wij die financiële inspanning niet alleen kunnen opbrengen moet een ieder duidelijk zijn. Vandaar deze dringende oproep. Zonder uw gift kunnen wij die noodzakelijke restauratie van de Bovenkerkse Urbanus niet volbrengen. Bovenkerkse Urbanus, Rijksmonument, maar wel van ons allemaal. Daarom onze dringende oproep: “U doet toch ook mee?” De Commissie Fondsenwerving Bovenkerkse Urbanus.
Wat vooraf ging
In een geloofsgemeenschap is er naast de geestelijke verzorging ook zorg voor de plaats waar die gemeenschap regelmatig bij elkaar komt. Bij de geloofsgemeenschap in Bovenkerk en de Legmeer is dat een kerk en toren gebouwd in 1875, onder de stuwende kracht van haar bouwpastoor Jan Willem Brouwers, ontworpen door de bekende architect Pierre Cuijpers en opgetrokken in neogotische stijl. De kerk is gelegen in de bocht van de Noorddammerlaan naar de Legmeerdijk aan de zuidzijde van de Poel. Dit markante bouwwerk is een Rijksmonument met nummer 8141 als deel van ons Nationaal Culturele Erfgoed.
Het gebouw is ontstaan in twee fasen, te weten toren en middenschip als eerste deel en dertien jaar later, in 1888 het tweede deel bestaande uit het transept met priesterkoor en sacristie. Hebben wij in het archief van de parochie een goede documentatie van de bouw van het eerste deel, van het tweede deel is betrekkelijk weinig aanwezig. Een van de weinige zaken die wij wel kennen is het aanbestedingsbedrag voor dat tweede deel.
De laagste inschrijver was J. van Groenendaal te ’s-Gravenhage op 14 maart 1887 voor een bedrag van fl. 33.715,- (€ 15.300,-) een zelfs voor die tijd zeer scherpe inschrijving. Ongetwijfeld is dit zeer lage bedrag dan ook de reden, dat er in het archief van de parochie over deze bouwperiode zo goed als niets te vinden is, want wij hebben sterk het vermoeden, dat er hier en daar tijdens de bouw kwantitatief en kwalitatief niet steeds dat is geleverd, dat aan de gestelde maatstaven op dit gebied voldeed.
(Foto Amstelveenweb.com - 2008)
Het ontwerp van de St. Urbanuskerk en pastorie door architect Pierre Cuypers
(Foto Amstelveenweb.com - 2008)
Het Jules Anneessens orgel met het beeld van Sint Cecilia. Dit orgel is oorspronkelijk in 1930 geleverd door de Belgische orgelmaker Jules Anneessens te Menen, België. Het is afkomstig uit de St. Annakerk te Breda, waar het op 20 april van 1930 werd op Eerste Paasdag gewijd.
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Alle beelden zijn afgeplakt met folie. De foto is op 21 februari 2011 gemaakt
Zo zijn er een paar zaken aan te wijzen die ons nu parten spelen. Kijkt men onder de vloer van toren en middenschip, dan zijn daar de gewelven, net als in de kerk zelf, in neogotische stijl opgetrokken. Zo niet onder het transept en priesterkoor, want daar treft u de veel minder arbeidsintensieve tongewelven aan en hoewel deze tongewelven niet in zicht staan, de afwijkende bouwstijl behoort niet in een neogotisch gebouw thuis. Nu hoeft een tongewelf tegenover een andere constructie niet persé minder stabiliteit te geven, maar erger is het met de fundatie, in het bijzonder met de ingebrachte palen.
In de zestiger jaren van de vorige eeuw is er een onderzoek aan de fundatie doorgevoerd. Dit onderzoek vond plaats onder pastoor Franciscus Nieuwe Weme en was naar aanleiding van lichte scheurvorming in de muren tussen toren en kerk. Ter toelichting hierop het volgende: In gebouwen komen vaak op vooraf vastgestelde plaatsen muuronderbrekingen in de vorm van dilataties (verwijdingen) voor. Dit zijn in wezen plaatsen waar het gebouw geacht wordt te scheuren.
Bij een goede dilatatievoeg (Een dilatatievoeg is een voeg die als functie heeft het uitzetten en krimpen van materialen, ook wel werking genoemd, op te vangen. Zo wordt voorkomen dat materialen scheuren door deze geïntroduceerde spanningen) is er dus wel sprake van een onderbreking in het gebouw, maar niet van een scheur of schade: de berekende vervorming kan op een vooraf opgelegde plaats gebeuren.
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Een afgeschermde beeld
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Midden in de kerkzaal staat een hoogwerker
Op het eerste gezicht zou men veronderstellen, dat dit bij kerk en toren van de Bovenkerkse Urbanus het geval was, maar bij nadere bestudering van de bouwtekeningen blijkt dit niet zo te zijn; kerk en toren vormen één en hetzelfde gebouw. Dus moest de oorzaak van de scheurvorming elders worden gezocht. Na onderzoek aan de fundatie van toren en middenschip bleek dan ook het volgende:
- enkele palen waren scheef ingeslagen.
- enkele palen stonden gedeeltelijk en een paar zelfs geheel naast de daarop liggende draagbalken of kespen.
- enkele paalkoppen waren door schimmel aangetast.
Deze aantasting was het gevolg van de noodzakelijke verlaging van de waterstand tengevolge van het inklinken van de in onze streken veenachtige bodem. Gelukkig is van “droogstaande paalkoppen” geen sprake meer, omdat rondom de kerk op vier plaatsen regelmatig de grondwaterspiegel wordt opgemeten en bij dreigend laag niveau gedurende lange droogteperioden wordt water onder de kerk gebracht om zo de plaatselijke grondwaterspiegel te verhogen.
In overeenstemming met de stand van de toenmalige bouwtechniek werden in 1963 adequate maatregelen genomen en zijn er onder toren en middenschip, inclusief de in het middenschip aanwezige pilaren extra palen ingebracht. Tevens zijn er toen ook onder de fundaties van het priesterkoor en van de sacristie aanvullende versterkingen doorgevoerd. Als afsluiting van deze ingrijpende restauratie zijn er in de gehele kerk, inclusief priesterkoor nieuwe vloeren in gewapend beton aangelegd.
Later in deze uitgave zullen wij kunnen zien hoe enorm belangrijk goede documentatie is. Destijds, in de zestiger jaren van de vorige eeuw, waren wij alleen maar verheugd dat ons mooie monument aan de Poel voor ons nageslacht bewaard was gebleven. Het was dan ook met trots dat wij indertijd schreven:
“Jan Willem Brouwers was als bouwpastoor de stuwende kracht, Pierre Cuijpers was de ontwerper en uitvoerder, maar…Franciscus Nieuwe Weme was de conservator.”
Het eerste optische fundatieonderzoek
Kijken wij even terug naar de werkzaamheden die in de zestiger jaren van de vorige eeuw aan kerk en toren werden uitgevoerd, dan is het juist op dit punt, dat de Parochiële Technische Commissie in de jaren 2006-2007 zich wat vragen ging stellen. Nergens in het parochiearchief hebben zij iets terug kunnen vinden van berekeningen aangaande de bewapende betonvloer.
Bovendien is de nieuwe, veel zwaardere vloer dan de voorgaande, zelfdragend uitgevoerd. Met andere woorden: afgesteund op de kespen en palen van de buitenmuren. Of die extra belasting op de fundamenten technisch was verantwoord? Enig rekenwerk werd in ons archief helaas niet gevonden.
En omdat er in de buitengevels van priesterkoor en sacristie wederom nieuwe zettingscheuren ontstonden, heeft het toenmalige hoofd van de Parochiële Technische Commissie, dhr. heer Toon Emmerik op 13 februari 2007 een onderzoek ingesteld onder / naast de kopgevel van de sacristie en priesterkoor met het doel inzicht te verkrijgen in de toestand van de fundatie in het bijzonder de palen, kespen en metselwerk.
Aan dit onderzoek werd verder deelgenomen door dhr. W. Penterman, voormalig hoofd buitendienst Bouwtoezicht Gemeente Amstelveen en mede lid van de Parochiële Technische Commissie, met als derde lid dhr. Arie Dekker, bouwkundig architect en als vierde lid dhr. Jan Kolk voor logistieke ondersteuning. De resultaten zijn door hen vastgelegd in een rapport inclusief twee handschetsen. Dit rapport was, hoewel hier en daar wel kritische kanttekeningen werden geplaatst, voor het parochiebestuur nog geen aanleiding verregaande maatregelen te overwegen, mede omdat door de drie bovenstaande specialisten nader onderzoek zou worden gedaan in de vorm van een lintvoegwaterpassing. Een lintvoegwaterpassing bestaat uit het nauwkeurig bepalen van het verloop in hoogte van een horizontale voeg (lintvoeg) in het metselwerk.
De metingen worden op een groot aantal plaatsen verricht waarbij de voeg rond het gehele gebouw wordt gevolgd. Gerelateerd aan een vast punt, in ons geval naar Nieuw Amsterdams Peil, (NAP) kan worden vastgesteld waar en hoe ernstig verzakkingen hebben plaatsgevonden. Door het plotseling overlijden van dhr. Toon Emmerik is dit helaas door hen nimmer uitgevoerd. Intussen kreeg het parochiebestuur uit geheel andere bron bepaalde informatie. Al geruime tijd werkten een vader en zoon Hermanns als vrijwilligers elke maandag in en aan de kerk. In een zo groot gebouw als de Bovenkerkse Urbanus is altijd wel wat te repareren, of te verbeteren.
Zo werd door hen, werkende in de ruimte boven de gewelven en onder het dak van de kerk, geconstateerd dat er in sommige gewelven scheurvorming optrad, in het bijzonder in de gewelven van het rechter transept, boven het priesterkoor en voor de ingang van de sacristie.
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
Een net moet voorkomen, dat een vallende steen de vloer beschadigd
Het is intussen voorjaar/zomer 2007 en wanneer het parochiebestuur het jaarlijkse rapport van ‘Monumentenwacht’ ontvangt, waarin melding wordt gemaakt van ernstig achterstallig onderhoud, is dat voor haar aanleiding tot het in het leven roepen van een werkgroep die de restauratie van kerk en toren zal begeleiden, want er was door het toenmalige parochiebestuur besloten: “de kerk wordt gerestaureerd”.
Restauratiecommissie Bovenkerkse Urbanus
Op 6 augustus 2007 werd in de pastorie door de toenmalige vice voorzitter van het Parochiebestuur, de heer Wim Kea de werkgroep “Restauratiecommissie Bovenkerkse Urbanus” geïnstalleerd.. Deze commissie bestond uit de heren Ben Geijsel als afgevaardigde van de Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus, Jan Kolk namens de Technische Commissie, Jan Kragtwijk, Hans Louwersen en Luc Brockhoff, als voorzitter. Hans Louwersen trad na ongeveer een jaar op eigen verzoek af, terwijl omtrent die tijd Theo Tiemessen namens het Parochiebestuur in de commissie werd opgenomen.
Nog iets later werd Frans Hermanns als kenner van het gebouw toegevoegd. De commissie kreeg als opdracht te onderzoeken welke weg moest worden bewandeld om tot een verantwoorde restauratie te komen en om subsidiërende instanties bij Rijk, Provincie en particulieren te benaderen, met het doel de belasting van de parochiekas zo klein mogelijk te houden.
Al toen realiseerden wij ons, dat het eigen vermogen van de parochie niet onaangetast zou blijven, maar daarover later.De commissie kon aan de gang en er werd gezocht naar een bouwkundig bureau dat de voorbereidende werkzaamheden, zoals een grondig onderzoek naar de toestand van de gebouwen, een bestek en een directiebegroting, zou kunnen samenstellen die bij subsidiërende instanties konden worden overlegd. Uit enkele kandidaten is toen, mede op advies van de Bouwkundige afdeling van het Bisdom, de keuze gevallen op Bouwadvies Groot-Holland in Wormerveer. Het streven was om de eerste subsidieaanvraag bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed per 1 november 2008 in te dienen. Daarvoor is veel werk verzet en juist enkele maanden vóór die eerste indiening gebeurde er iets onverwachts.
Tijdens de dienst van zondag 10 augustus 2008 kwam er uit het gewelf van het rechter transept een stuk steen naar beneden en kletterde met veel geweld precies op de armsteun van een bank, juist tussen twee geschrokken parochianen in. Diezelfde dag en de dagen daarna werd een uitgebreid optisch onderzoek gestart en dat gaf aanleiding om de zaak geotechnisch nader te onderzoeken.
(Foto Amstelveenweb.com - 2011)
De orgelpijpen van het Jules Anneessens orgel zijn gelukkig in orde
Een bekend bureau in Amsterdam (Ingenieursbureau Strackee, in samenwerking met Fugro) kreeg opdracht tot een nader onderzoek van de fundatie, speciaal de fundatie van transsept, priesterkoor en sacristie. Hangende dit onderzoek is toen de Gemeentelijke Dienst Bouwtoezicht ingeschakeld en zijn in gezamenlijk overleg wat noodmaatregelen genomen in de vorm van het aanbrengen van ‘vangnetten’ onder de bedreigde plekken.
Dat fundatieonderzoek heeft door allerlei omstandigheden veel te veel tijd gevergd, waardoor de resultaten hiervan in de eerste subsidieaanvraag niet konden worden meegenomen. Het resultaat van onze subsidieaanvraag bij de Rijksdienst was, zoals wellicht voorzien, negatief. Het fundatieherstel was (met recht en reden) onvoldoende onderbouwd. Echter, toen wij de resultaten van het uitgebreide geotechnisch onderzoek aan de fundatie onder ogen kregen, zijn wij echt wel geschrokken.
Een tweede geotechnisch fundatieonderzoek
De resultaten van het eerste geotechnisch onderzoek kregen wij eind november 2008 in handen en de daarin genoemde cijfers vervulden ons met grote zorg. Wat wij al eerder vermoedden was, dat de zettingen – laten wij maar gewoon zeggen de verzakkingen – zich het meest voordeden in het rechter transept, priesterkoor en sacristie, maar dat ook de overige meetpunten zettingen lieten zien.
Het punt waar die zettingen het ergst naar voren kwamen was de hoek priesterkoor/sacristie en deze bedroegen ter plaatse circa 13 mm en verliepen vanaf dat punt aflopende naar de toren waar het 0-punt werd aangetroffen. Oorspronkelijk werd ons dan ook geadviseerd om het fundatieherstel te concentreren op het meest bedreigde deel, dus vanaf twee meter vóór de voorste pilaar van het middenschip tot en met het gehele deel daarvoor.
Twee zaken werden onder onze aandacht gebracht:
a) Indien niet onmiddellijk aan de restauratie zou kunnen worden begonnen, dan moest de lintvoegwaterpassing regelmatig (ieder jaar) worden herhaald om op deze wijze het verloop van de zettingen te kunnen beoordelen.
b) Dat wij ons bewust moesten zijn, dat als het voorste deel van de kerk na restauratie van de fundamenten weer stevig op zijn pootjes zou staan, op de scheiding bij het niet gerestaureerde deel, mogelijk nieuwe zettingen zouden kunnen ontstaan.
Voor de commissie een moeilijke keuze. Na uitvoerig adviezen te hebben ingewonnen werd besloten om de resultaten van een tweede geotechnisch onderzoek af te wachten. Dit tweede onderzoek - een herhaling van het eerste onderzoek van september/oktober 2008 - werd gehouden in maart 2010 en ook hiervan konden de resultaten niet in de tweede subsidieaanvraag bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed worden meegenomen. De deadline voor de aanvraag lag op 1 april 2010 en er is toen door ons een directiebegroting van € 2.600.000,- ingediend.
Gelijktijdig met de indiening van de subsidieaanvraag werden ons de resultaten van het tweede onderzoek bekend en daar bleek overduidelijk uit, dat de verzakkingen zich onverminderd doorzetten. Was het meest kritieke punt de eerder genoemde 13 mm, nu moesten wij daar op datzelfde punt zomaar ca. 6 mm. aan toevoegen en hetzelfde gold in verhouding voor alle andere meetpunten. Dit was dan ook de reden dat wij in juli 2010 een aantal beschermende platformen in de kerk hebben aangebracht want de verantwoordelijkheid en de zorg voor de veiligheid van de kerkgangers drukte zwaar op de leden van de commissie.
Gezien de voortschrijdende zettingen en de daarmee verband houdende scheurvormingen, heeft het Parochiebestuur twee onafhankelijke specialisten op bouwtechnisch gebied verzocht de situatie in onze kerk op te nemen en een advies uit te brengen. Die inspecties vonden plaats eind augustus, begin september 2010 en het aansluitende advies was zeer negatief: onmiddellijke sluiting.
Het Parochiebestuur kon en wilde de verantwoording niet langer nemen. De veiligheid van onze kerkgangers kon niet langer worden gegarandeerd. Onze mooie kerk werd tijdelijk gesloten voor alle diensten en dus ook voor de door de Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus georganiseerde evenementen. Een heel donkere dag in de geschiedenis van de Bovenkerkse Urbanus.
De subsidieaanvragen
Intussen schreed de tijd voort en nog steeds was er geen beschikking van de Rijksdienst op onze subsidieverzoek en dat terwijl hun eigen spelregels een max. periode van 13 weken voorschreven. Als dan een nieuwe regering aankondigt dat er € 18.000.000.000,- moet worden bezuinigd, slaat de schrik om je hart. Die 13 weken waren voor ons zo belangrijk, omdat zonder de beschikking van het Rijk het geen zin heeft om bij de Provinciale Staten een subsidieverzoek in te dienen, want “ zonder een sluitende financiering wordt de aanvraag niet in behandeling genomen”.
En die uiterste indien-datum bij de Provincie was per 1 september 2010. Wij hebben de aanvraag toch maar ingediend met daarbij de aantekening “is in behandeling”. En waar wij bang voor waren werd bewaarheid want er kwam een mondeling bericht van de Provincie: “uw aanvraag wordt niet in behandeling genomen”. Wat wij toen allemaal hebben ondernomen om hen op andere gedachten te brengen wilt u niet weten.
Op 30 september kregen wij dan eindelijk bericht van de Rijksdienst en gelooft u mij: de vlag ging uit! Ons werd de maximale subsidie toegekend van € 650.000,- De eerste hobbel was genomen en toen dit bericht ook bij de Provincie bekend werd, heeft men alsnog besloten onze aanvraag in behandeling te nemen. Terwijl ik dit schrijf, is de ook bij de Provincie gehanteerde periode van 13 weken verstreken en hoewel niet officieel, de berichten welke wij van die zijde ontvingen geven een positieve uitslag weer en mogen wij hopen op een bijdrage van circa € 632.500,-
Een nieuwe fase
De Restauratiecommissie en daarmee ook uw Parochiebestuur is in een nieuwe fase gekomen. De formele toestemming van het Bisdom om met de restauratie te beginnen is door het Parochiebestuur ingediend.
De Restauratiecommissie is van mening, dat zij haar opdracht uit 2007 heeft volbracht. Zij heeft bij het Parochiebestuur in november 2010 haar eindrapport met aanbevelingen uitgebracht en verzocht het PB haar van haar taak te willen ontheffen.
In grote lijnen zijn de aanbevelingen als volgt:
- Het samenstellen van een nieuwe Restauratiecommissie bestaande uit ten minste twee leden met bouwkundige specialisatie, een lid voor het budgettaire beheer in nauwe samenwerking met de penningmeester van het Parochiebestuur en een secretaris wiens taak mede zal bestaan uit het vastleggen van de gehele restauratie voor het nageslacht en die de publicitaire taken van Parochiebestuur, Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus en van de commissie zal dienen aan te sturen.
- Het selecteren en aanstellen van een beroeps bouwkundig opzichter onder wiens verantwoording de gehele restauratie zal worden uitgevoerd en die over goede contactuele eigenschappen bezit om de coördinatie tussen subsidiërende instanties, gemeentelijke diensten en het Bisdom in goede banen te leiden.
- Het fundatieherstel niet te beperken tot het voorste deel van de kerk (transept, priesterkoor en sacristie) maar van de gehele kerk inclusief toren.
- Een Stichting Fondsenwerving Restauratie Bovenkerkse Urbanus in het leven te roepen die de noodzakelijke fundraising zal gaan verzorgen.
- Tenslotte de laatste aanbeveling:
Hoewel de commissie geen inzicht heeft in de financiële positie van de parochie: uit jaaroverzichten komt naar voren dat er een eigen vermogen bestaat. Revenuen van dit vermogen zijn aangewend voor de jaarlijkse exploitatie. Dit vermogen is onder meer opgebouwd uit giften en nalatenschappen van parochianen bedoeld om kerk en toren in stand te houden. De commissie adviseert een deel van dit eigen vermogen te vervreemden en daadwerkelijk in te zetten voor restauratiedoeleinden.
Van het verdere verloop van de restauratie zal de Stichting Fondsenwerving Restauratie Bovenkerkse Urbanus en de Stichting Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus u, via hun geëigende kanalen, zeker blijven informeren.
Amstelland kent een aantal fraaie monumentale gebouwen. Hierbij mag zeker genoemd worden de Bovenkerkse Urbanus aan de Noorddammerlaan in Bovenkerk – Amstelveen.
Deze kerk werd in de jaren zeventig van de 19de eeuw gebouwd aan de oevers van de Amstelveense Poel door de bekende architect Dr. P.J.H. Cuypers. De gemeenschap van Amstelveen heeft hiermede een juweeltje van neogotische bouwkunst binnen haar grenzen.
Door Lucas Gerardus Brockhoff, Stichting Fondsenwerving Restauratie Bovenkerkse Urbanus. Restauratie van kerk en toren gedurende de jaren 2011 - 2016. December 2010. Deze tekst staat in het boekje en het staat in een uitgave van de Bovenkerkse Urbanus en werd geschreven door Lucas G. Brockhoff.