Taakstelling van de huisvesting statushouders gaat omlaag
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid
27-03-2019
Het aantal vergunningshouders (statushouders) dat Nederlandse gemeenten in de eerste helft van 2019 moet huisvesten, wordt verlaagd van 8.000 naar 6.000. Dat heeft staatssecretaris Harbers kortgeleden bekend gemaakt tijdens de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (LRT). Het besluit is op 27 maart 2019 gepubliceerd in de Staatscourant. Met de verlaging komt de taakstelling in lijn met het te verwachten aantal vergunningen dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in deze en komende periode afgeeft.
(Foto Nia Palli/MinJus - 2017)
Mark Harbers (VVD) Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
De verlaging is nodig doordat de samenstelling van de asielinstroom het afgelopen jaar is gewijzigd. Daarnaast heeft de IND extra ingezet op het snel afhandelen van kansarme asielaanvragen zoals 'veiligelanders' (asielzoekers die afkomstig zijn uit een land dat op de lijst van veilige landen van herkomst staan). In de afgelopen maanden zijn daarom minder vergunningen afgegeven dan vooraf verwacht en hoeven ook minder vergunninghouders te worden gehuisvest. Voor de komende maanden wordt daarin geen grote wijziging verwacht. De taakstelling voor de tweede helft van dit jaar komt daarom eveneens uit op 6.000 vergunningshouders.
Met de verlaging van de taakstelling komt de staatssecretaris tegemoet aan zorgen bij gemeenten en toezichthouders. Het biedt gemeenten de mogelijkheid om reëlere afspraken te maken met woningcorporaties over het benodigde aantal woningen en meer ruimte om andere groepen woningzoekenden te helpen. Mochten gemeenten aan het eind van de taakstellingsperiode te weinig vergunninghouders hebben gehuisvest, dan biedt het besluit toezichthouders de mogelijkheid om met meer overtuiging te handhaven. In de loop van dit jaar zal worden bekeken hoe het afgeven van vergunningen en het bieden van huisvesting zich precies ontwikkelt en of het systeem voldoende flexibiliteit biedt. Spoedige huisvesting van vergunninghouders in gemeenten blijft daarbij het uitgangspunt.