Toename armoede verwacht in 2011 en 2012 in Nederland
Nieuws -> InformatiefBron: CBS
06-12-2011
Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012
-In 2010 is de kans op armoede in Nederland niet afgenomen, ondanks het economisch herstel in dat jaar
-Voor 2011 en 2012 wordt een toename verwacht
-Armoede komt veel voor bij eenoudergezinnen, alleenstaanden jonger dan 65 jaar, bijstandsontvangers en kinderen
-Werkende armen zijn steeds vaker zelfstandig ondernemer
-Een kwart van de huishoudens met een laag inkomen heeft een eigen woning
Dit zijn enkele conclusies uit het vandaag verschenen Armoedesignalement 2011. In het rapport geven onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een zo actueel mogelijk beeld van de omvang, ontwikkeling en gevolgen van armoede in Nederland. Het Armoedesignalement 2011 is de tweede editie van een nieuwe informatiereeks over armoede en verschijnt in vervolg op de Armoedemonitor en het Armoedebericht, die in de jaren 1997-2008 door het CBS en het SCP gezamenlijk werden uitgebracht.
Armoedegrenzen
In het rapport zijn twee hoofdcriteria voor armoede gebruikt. Het CBS beschrijft de kans op armoede op grond van de lage-inkomensgrens. Deze grens wordt jaarlijks alleen aangepast voor de prijsontwikkeling en vertegenwoordigt daardoor een vast koopkrachtbedrag. De uitkomsten worden voornamelijk beschreven voor huishoudens.
Het SCP kijkt vooral naar individuele personen die volgens een budgetbenadering arm zijn. Het niet-veel-maar-toereikendcriterium staat hierbij centraal. Dit normbedrag is gebaseerd op de minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, wonen en sociale participatie.
(Bron Amstelveenweb.com - 2011)
In 2010 verbleven 327 duizend kinderen jonger dan 18 jaar in een gezin, waar het inkomen beneden het niet-veel-maar-toereikendcriterium lag
Gegevens
Om armoede vast te stellen is vooral gebruik gemaakt van het Inkomenspanelonderzoek van het CBS. Daarvan lopen de meest recente cijfers tot en met 2010. Via een rekenmodel heeft het SCP de omvang van armoede in 2011 en 2012 geraamd.
Niet minder armoede in 2010
In 2010 herstelde de economie zich enigszins van de zware recessie. Dit vertaalde zich echter niet in een lagere kans op armoede. 529 duizend huishoudens (met daarin bijna 1,1 miljoen personen) verkeerden dat jaar onder de lage-inkomensgrens. Dat is 7,7 procent van het totaal, net zoveel als in 2009.
Volgens het niet-veel-maar-toereikend criterium groeide de arme groep van 6,1 naar 6,5 procent. In 2009 waren dit 960 duizend personen (in 447 duizend huishoudens), in 2010 was het opgelopen tot 1 miljoen personen (in 462 duizend huishoudens).
(Bron CBS - 2011)
Niveau van de lage-inkomensgrens en het niet-veel-maar-toereikendcriterium, 2009-2010
Kleine veranderingen in langdurige armoede
Het aandeel huishoudens dat vier jaar of langer een laag inkomen had werd in 2010 iets kleiner (2,4 procent tegenover 2,6 procent in 2009). Afgemeten aan het niet-veel-maar-toereikendcriterium nam het aandeel langdurig arme personen licht toe (+ 0,1 procentpunt).
Toenemende armoede in 2011 en 2012
De ramingen duiden erop dat in zowel 2011 als 2012 het aandeel huishoudens onder de lage-inkomensgrens met 0,4 procentpunt zal stijgen. Over beide jaren samen is dat een toename met bijna 60 duizend huishoudens. Het aantal huishoudens met een laag inkomen komt daardoor in 2012 naar verwachting uit op 588 duizend (8,5 procent).
Op grond van het niet-veel-maar-toereikendcriterium neemt het aantal arme personen in 2011 naar verwachting met ruim 70 duizend toe, en het jaar daarop met nog eens bijna 55 duizend (+0,8 procentpunt over beide jaren). De armoede stijgt volgens deze maatstaf al sinds 2008, tot ruim 1,1 miljoen mensen (7,3 procent) in 2012. Vooral bij uitkeringsontvangers jonger dan 65 jaar en bij kinderen wordt in 2011 en 2012 een toename verwacht.
Eenoudergezinnen hebben vaak een laag inkomen…
Eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen moesten in 2010 met 26 procent relatief het vaakst rondkomen van een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Tevens liepen zij met 8 procent relatief het vaakst risico op langdurige armoede. In voorgaande jaren was de kans op armoede onder deze eenoudergezinnen ook steeds het hoogst, maar er is sprake van een duidelijk dalende trend in het aandeel met een laag inkomen.
… net als alleenstaanden en bijstandsontvangers
Ook onder alleenstaanden tot 65 jaar (17 procent) komt een inkomen onder de lage-inkomensgrens naar verhouding vaak voor. Onderscheiden naar voornaamste inkomensbron liep 65 procent van de huishoudens met bijstand in 2010 kans op armoede, waarbij 37 procent al vier jaar of langer van een laag inkomen moest rondkomen.
Veel kinderen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium
In 2010 verbleef één op de tien kinderen jonger dan 18 jaar (327 duizend) in een gezin waar het inkomen beneden het niet-veel-maar-toereikendcriterium lag. Zij maken daarmee eenderde van de totale arme groep uit. Verwacht wordt dat dit in 2012 op zal lopen tot 11,1 procent (367 duizend kinderen), het hoogste peil sinds het begin van deze eeuw.
(Bron CBS - 2011)
Huishoudens met (langdurig) inkomen onder de lage-inkomensgrens, 2000-2012 (in aantallen x 1000 en in procenten ten opzichte van de bevolking)
Werkende armen steeds vaker zelfstandig ondernemer
In 2010 waren er op basis van het niet-veel-maar-toereikendcriterium 317 duizend werkende armen: volwassenen met arbeid als voornaamste inkomensbron. De helft van hen (159 duizend) was zelfstandig ondernemer. Hun aandeel in de groep werkende armen (50 procent) is beduidend groter dan in 2000 (41 procent). Dat komt vooral door de toename van het totale aantal zelfstandigen.
Kwart huishoudens met laag inkomen heeft eigen woning
Van de huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens beschikte in 2009 een kwart over een eigen woning. Van de zelfstandigen met een laag inkomen hadden zes op de tien een eigen woning, bij de werknemers waren dat er drie op de tien en bij gepensioneerden bijna vier op de tien. Bij bijstandsontvangers kwam een eigen woning vrijwel niet voor. De doorsneewaarde van de eigen woning van huishoudens met een laag inkomen bedroeg 228 duizend euro, de hypotheekschuld 176 duizend euro.
Veel variëteit in vermogen
Beneden het niet-veel-maar toereikend-criterium beschikt 70 tot 95 procent van de huurders, werknemers en uitkeringsontvangers over een klein vermogen (hooguit 5000 euro). Bij de arme woningeigenaren, zelfstandigen en pensioenontvangers komen vaker grote vermogens voor. Van hen heeft ongeveer een kwart (24 tot 30 procent) een vrij vermogen van 50 duizend euro of meer; het aandeel met een overwaarde op de woning van meer dan 50 duizend euro is nog groter (37 tot 58 procent). Bij arme woningeigenaren en zelfstandigen zijn het vrije vermogen en de overwaarde van de woning echter ook vaker negatief.
Voedselbank Amstelveen
De Voedselbank Amstelveen werd in december 2009 opgericht door Grea Twint. Zij was betrokken bij de Voedselbank in Amsterdam Zuid. Daar kwamen echter zoveel Amstelveners voedselpakketten ophalen, dat zij ook een uitdeelpunt in Amstelveen opzette.
Er zijn nu 25 gezinnen bekend (cijfers augustus 2011), veelal alleenstaande moeders met kinderen, die voldoen aan de criteria voor hulp van de Voedselbank. Vermoed wordt echter, dat dit slechts het topje van de ijsberg is.
Voedselpakketten
Voedselpakketten, zoals die door de Voedselbank ter beschikking worden gesteld, zijn bedoeld als noodhulp voor mensen die voor kortere of langere tijd financieel echt niet rond kunnen komen. Ze zijn expliciet niet bedoeld als extraatje voor mensen die het niet breed hebben. Dat zou de doelgroep van de Voedselbank onmogelijk groot maken en toekenning van voedselpakketten zou derhalve al snel tot willekeur leiden. Klik hier om te zien, of u in aanmerking komt voor steun van de voedselbank.