Uitkomst 'Cliëntervaringsonderzoek Wmo' 2016 in Amstelveen
Nieuws -> GemeenteBron: Gemeente Amstelveen
25-06-2017
Herbert Raat (VVD) wethouder Zorg informeert de leden van de gemeenteraad van Amstelveen over de conclusies van het 'Cliëntervaringsonderzoek Wmo' over 2016 van I&O research:
'Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief wil ik u informeren over de uitkomst van het 'Cliëntervaringsonderzoek Wmo' over 2016. Een groot deel van de cliënten spreekt van kwalitatief goede en passende ondersteuning en ervaart een toegenomen kwaliteit van leven als gevolg van de ondersteuning.
Opzet van het onderzoek. Dit Cliëntervaringsonderzoek (CEO) is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten met Wmo-ondersteuning, van de toegang tot de ondersteuning tot de effecten van de voorziening op kwaliteit van leven en zelfredzaamheid. Het gaat om Wmo-voorzieningen, zoals hulp bij het huishouden, regiovervoer, woonvoorzieningen en begeleiding (individuele begeleiding en dagstructurering). Ook is gevraagd welke aanbieder de ondersteuning levert, zodat de uitkomsten gericht kunnen worden besproken met de betreffende aanbieder. Voor het onderzoek zijn 1.604 cliënten steekproefsgewijs benaderd om een vragenlijst (online) in te vullen. Hiervan heeft 36% de vragenlijst ingevuld. Hiermee is het onderzoek representatief.
(Foto Amstelveenweb.com - 2017)
Herbert Raat (VVD) wethouder Zorg
Resultaten: Toegang tot de ondersteuning. Over het contact met de gemeente zijn de respondenten doorgaans positief, met name de bejegening door de medewerker en deskundigheid wordt gewaardeerd. Cliënten voelen zich serieus genomen. De voornaamste reden om contact te zoeken met de gemeente is vervoersproblemen en in mindere mate problemen met huishoudelijk werk.
Ervaringen met de ondersteuning. Gebruikers hebben een hoge waardering voor woonvoorzieningen, huishoudelijke hulp en regiovervoer. Zo'n 9 op de 10 respondenten ervaren deze als kwalitatief goed, passend en met een positief effect op zelfredzaamheid. Zo geeft bijna 90% aan meer vrijheid te ervaren door het regiovervoer: gebruikers kunnen beter de gewenste activiteiten uitvoeren en zich beter redden.
De meeste respondenten met de voorziening Hulp bij het huishouden en individuele begeleiding spreken van kwalitatief goede en passende ondersteuning bij de hulpvraag. Bijna 90% van de respondenten geldt heeft altijd dezelfde huishoudelijke hulp of individuele begeleider in huis. Bij dagstructurering (begeleiding in groepsverband) geldt voor zeven op de tien respondenten dat zij altijd dezelfde begeleider hebben.
Gebruikers van hulpmiddelen, zoals een rolstoel of scootmobiel, zijn over het algemeen tevreden over de kwaliteit en de mate, waarop de voorziening past bij de hulpvraag. Ongeveer drie kwart van de respondenten ziet de positieve effecten van de inzet van de voorziening. Zij ervaren een betere kwaliteit van leven.
Aandachtspunten.
Regiovervoer en hulpmiddelen
Hoewel een overgroot deel het regiovervoer en ingezette hulpmiddelen kwalitatief goed en passend vindt, ervaren enkele respondenten lange wachttijden bij regiovervoer. Ondanks dat de wachttijden plaatsvinden binnen de kaders van de gemaakte afspraken met de vervoerde, zal de gemeente hierover in gesprek gaan met de aanbieders.
Bijna 60% van de respondenten is tevreden over de wijze waarop reparaties van hulpmiddelen snel en vakkundig worden uitgevoerd. In evaluatiegesprekken met leveranciers van hulpmiddelen is aandacht voor wijze, waarop wordt omgegaan met reparaties. Voor de verbetering van doorlooptijden zijn er trajecten geweest naar aanleiding van enkele klachten. Het college houdt vinger aan de pols.
Onafhankelijke cliëntondersteuning. Uit het onderzoek blijkt, dat bij bijna 70% van de cliënten iemand bij zich had bij een persoonlijk gesprek met de gemeente. Het gaat dan vooral om ondersteuning van naasten, zoals een partner, kind, ouder of vriend. Cliënten hebben vanaf 1 januari 2016 ook de mogelijkheid gebruik te maken van de onafhankelijke cliëntondersteuning van stichting MEE. In vergelijking met de resultaten van het onderzoek uit 2015 is de mate van bekendheid van deze vorm van ondersteuning gestegen van 20% naar 23%. 9% van de respondenten heeft er daadwerkelijk gebruik van gemaakt.
Om de bekendheid van deze ondersteuning te vergroten, informeert de gemeente vanaf het tweede kwartaal 2016 over de mogelijkheid van deze ondersteuning in de Wmo-ontvangstbevestiging en via foldermateriaal. Daarnaast is er tijdens het persoonlijke gesprek met de gemeente aandacht voor deze ondersteuning.
Mantelzorg. Uit de resultaten blijkt, dat 44% van de respondenten mantelzorg ontvangt van bijvoorbeeld partner, of familie, waarbij 4% van deze respondenten aangeeft, dat de geboden zorg allicht te zwaar is voor de mantelzorger. Om hen te ontlasten verleent de gemeente jaarlijks subsidie aan Mantelzorg en Meer om mantelzorgers te ondersteunen. Deze ondersteuning bestaat onder andere uit het geven van informatie, advies en begeleiding.
Vervolg. De resultaten van het onderzoek geven inzicht in sterke punten van de dienstverlening en ondersteuning in het kader van de Wmo. Over verbeterpunten zal de gemeente gericht in gesprek gaan. Daarnaast voldoet de gemeente met de uitvoering van dit CEO aan de wettelijke verantwoordingsplicht. Voor 1 juli 2017 zal het college op grond van de Wmo 2015 de informatie over de cliëntervaringen met de ondersteuning aanleveren en publiceren op www.Waarstaatjegemeente.nl Het volledige rapport is als bijlage (pdf 27 pagina’s) bij deze brief gevoegd.
Met vriendelijke groet, Herbert Raat, wethouder Zorg