VNG: voorwaarden decentralisatie zorg nog ontoereikend
Nieuws -> InformatiefBron: VNG
15-01-2014
Ruim 300 gemeenten hebben gereageerd op de Vereniging van  Nederlandse Gemeenten (VNG) ledenraadpleging Wmo/persoonlijke verzorging over  het in december 2013 bereikte overlegresultaat met staatssecretaris Van Rijn. Na  weging van alle uitgebrachte stemmen is de uitslag als volgt: 33% van de  gemeenten stemt in met het overlegresultaat tegenover 67% van de gemeenten  niet.  
    67% van de  gemeenten stemt tegen
  Opvallend is, dat de zorgen en bezwaren van voor- en  tegenstemmers sterk overeenkomen. Met andere woorden, er zijn vooral “ja, mits”  en “nee, tenzij “ toelichtingen op de uitgebrachte stemmen. Gemeenschappelijk  zijn de zorgen die gemeenten op dit moment hebben over de wijze, waarop de  decentralisatie van taken naar gemeenten van Rijkswege vorm krijgt. 
  Tegen die achtergrond verwijzen gemeenten naar de nog  steeds bestaande onduidelijkheid over de budgetten, te veel vrijblijvendheid in  de samenwerking met zorgverzekeraars, de vertraging, waarop het wetgevingstraject  tot op heden vorm krijgt én de toenemende stapeling van kabinetsmaatregelen die  gemeenten op verschillende terreinen raken. Dat de gemeenten nieuwe  verantwoordelijkheid op zich willen nemen, staat in het geheel niet ter  discussie. 
  

(Bron Rijksoverheid - 2013)
Martin van Rijn, (PvdA) staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Hoe nu verder?
Donderdag 16 januari worden de resultaten van de ledenraadpleging nader besproken in de VNG Commissie Zorg. Deze commissie adviseert het VNG bestuur over de te nemen vervolgstappen. Het VNG bestuur neemt op vrijdag 17 januari 2014 een definitief besluit.
Reactie staatssecretaris Martin van Rijn (VWS):
"Uit de ledenraadpleging blijken twee dingen. Ten eerste blijkt, dat de gemeenten de nieuwe verantwoordelijkheden op zich willen nemen. Ten tweede blijkt, dat er zorgen zijn over de randvoorwaarden van de uitvoering daarvan. Gisteren heb ik de nieuwe Wmo naar de Tweede Kamer gestuurd. Ik hoop, dat we daarmee een deel van deze zorgen kunnen wegnemen. En verder wacht ik het standpunt van het bestuur van de VNG af."

 
             
             
             
             
             
            

