Veel bewoners kunnen hun huur, of hypotheeklasten niet betalen
Nieuws -> InformatiefBron: Planbureau voor de Leefomgeving
24-07-2014
Door de economische crisis lopen steeds meer bewoners het risico, dat ze hun huur, of hypotheeklasten niet kunnen betalen. Het aantal huishoudens met een zogeheten 'betaalrisico' is in 10 jaar tijd verdubbeld, van 214.000 in 2002 naar circa 510.000 in 2012. Deze huishoudens hebben een besteedbaar inkomen dat ontoereikend is voor de netto woonlasten* en de meest basale uitgaven voor levensonderhoud. Vooral huurders zitten vaker in de knel - meldt het in een rapport het Planbureau voor de Leefomgeving.
Uit onderzoek van het PBL blijkt, dat in 2012 circa 384.000 huurders (13% van alle huurders) en circa 126.000 eigenaar-bewoners (3% van alle eigenaar-bewoners) een besteedbaar inkomen hadden, dat ontoereikend was om de netto huur- of hypotheeklasten en de minimale kosten voor levensonderhoud** te betalen.
(Bron Planbureau voor de Leefomgeving - 2014)
Regionaal zijn er onder huurders grote verschillen. Huurders met betaalrisico's vinden we vooral in Amsterdam, de zuidvleugel van de Randstad, Noord-Friesland, deel van Groningen en Flevoland in 2012
Deze huishoudens lopen het risico, dat ze op een gegeven moment de huur, of hypotheek niet meer kunnen betalen. Een betaalrisico wil niet zeggen, dat deze bewoners ook een betaalachterstand hebben. Sommige huishoudens zullen een tekort mogelijk dichten met een spaarpotje, of nog verder bezuinigen op eerste levensbehoeften. Anderen zien geen mogelijkheid meer om alle rekeningen te betalen en lopen mogelijk wel een betaalachterstand op voor bijvoorbeeld huur, of zorgverzekering.
Bij huurders zien we een sterke stijging van de betaalrisico’s in de recente crisisjaren. In 2002 had circa 5% van de huurders een betaalrisico; In 2012 was dat 13%. Onder eigenaar-bewoners is dat veel minder en redelijk stabiel; daar schommelt het aandeel rond de 3%. Wanneer er sprake is van een economische dip zijn het vooral de huurders die in de ‘min’ eindigen. De oorzaak van de toegenomen risico’s lijkt daarmee vooral in de inkomens- en koopkrachtsfeer te liggen. Een inkomensdaling door plotselinge werkloosheid of scheiding, of een koopkrachtdaling (waarbij de prijzen van bijvoorbeeld voeding en energie harder stijgen dan het inkomen) kunnen een huishouden in de problemen brengen.
Opvallend is, dat betaalrisico’s veel voorkomen bij zowel huurders met een hoge huur (vrije sector, circa 700 of hoger) als huurders met een relatief lage huur (onder de basishuur, in 2012 was dat tot 215,50 voor 65-minners). Regionaal zijn er onder huurders grote verschillen. Huurders met betaalrisico’s vinden we vooral in Amsterdam, de zuidvleugel van de Randstad, Noord-Friesland, deel van Groningen en Flevoland. In deze laatste provincie loopt zelfs bijna een kwart van de huurders het risico de huur niet meer te kunnen opbrengen. Verder zitten ook in Zuid-Limburg relatief veel huurders in de knel. In de koopsector zijn regionale verschillen, als het gaat om betaalrisico’s, minder groot.
*Netto woonlasten is voor een huurder de huur min de huurtoeslag, voor een eigenaar-bewoner is dit de maandelijkse hypotheeklasten min de fiscale voordelen.
**Bij minimale kosten voor levensonderhoud is uitgegaan van de bedragen die het Nationaal Instituut voor budgetvoorlichting (Nibud) hanteert voor basale, noodzakelijke uitgaven voor wonen (energie, onderhoud) en levensonderhoud (voeding, kleding). Sport, uitjes of onverwachte uitgaven (bijvoorbeeld voor ziekten) vallen hier niet onder.