Verschuiving van collectieve risico's naar het individu in Nederland
Nieuws -> InformatiefBron: ING
10-09-2014
Komend jaar zet Nederland weer een stap in een grote verbouwing. Financiële risico's verschuiven langzaam maar zeker naar het individu: het collectieve vangnet zal in de toekomst minder royaal zijn en zijn maatregelen getroffen die op zichzelf soms ingrijpend zijn, en gezamenlijk van een historische omvang hebben – meldt in het Prinsjesdag analyse 2014 het Economisch Bureau van de ING bank, een onderdeel van de ING Groep.
De invoering is geleidelijk, maar het uiteindelijke effect op het overheidsbudget is groot: 24 miljard euro in 2025. Hierdoor kan de Nederlandse overheid de vergrijzing en het opraken van het aardgas opvangen en wordt de economische groei ondersteund. Consumenten zeggen de hervormingen aan te zien komen, maar bereiden zich daar in meerderheid niet op voor.
De crisis is een acute aanleiding geweest om structurele maatregelen te nemen die op lange termijn effect hebben. In 2025 zal Nederland terugkijken en constateren dat de maatregelen weliswaar geleidelijk zijn ingevoerd, maar toch een groot en blijvend effect hebben. Op de overheidsfinanciën én op de economie. "Door de hervormingen kunnen de belastingen en premies namelijk omlaag," aldus Marieke Blom, hoofdeconoom ING Nederland. Blom: "Werken gaat hierdoor meer lonen. Dit bevordert zowel de Nederlandse concurrentiepositie als het netto inkomen van Nederlandse werknemers."
Ouderen met een hoger inkomen worden financieel het meest geraakt door de hervormingen: zij kunnen te maken krijgen met hogere eigen bijdragen in de zorg, minder hypotheekrenteaftrek en een eventuele lagere vergoeding bij ontslag. Voor de lagere inkomensgroepen zal de verschuiving van risico’s gevolgen hebben van een andere aard: met hun relatief kortere gemiddelde levensverwachting vormt twee jaar minder pensioen een grotere ingreep in hun leven. Ook maken lagere inkomens meer gebruik van de huidige verzorgingshuizen, waar zij straks geen recht meer hebben op verblijf.
(Bron ING - 2014)
Het collectieve vangnet zal in de toekomst minder royaal zijn en zijn maatregelen getroffen die op zichzelf soms ingrijpend zijn en gezamenlijk van een historische omvang hebben
De pensioenleeftijd wordt gekoppeld aan de levensverwachting. Wie met pensioen gaat, leeft na 2021 gemiddeld nog 18 jaar en drie maanden. Dat was veel langer: zo’n 20 jaar voor iemand die dit jaar met pensioen gaat. Zonder deze verandering zouden mensen minder jaren sparen en meer jaren een uitkering ontvangen. Per uitkeringsjaar zou er dan veel minder geld beschikbaar zijn. Door de verhoging van de AOW-leeftijd ontvangen in 2025 meer dan 500.000 mensen van 65 en 66 geen AOW-uitkering.
Wie zorg ontvangt – thuis, of in een instelling – gaat daar meer aan meebetalen. Iemand die een groter vermogen heeft, betaalt een hogere eigen bijdrage. Huishoudelijke hulp wordt voor een veel kleiner deel vergoed. Mensen moeten die dus, of zelf betalen, of in hun omgeving iemand vinden die te hulp kan schieten. Zorg in een instelling wordt bovendien minder vanzelfsprekend voor mensen die ‘lichtere’ zorg nodig hebben. Ongeveer 30 procent van de ouderen die nu in een instelling voor verpleging en verzorging zitten zou onder de nieuwe regels nog thuis wonen. In 2025 zal het gaan ongeveer 100.000 mensen.
De maximale ontslagvergoeding wordt lager en bovendien direct belast. In 2025 zullen ongeveer 50.000 mensen een veel lagere ontslagvergoeding ontvangen dan ze zouden hebben ontvangen onder het oude regime. De vergoeding geldt voortaan wel voor iedereen die wordt ontslagen. Mensen met een lager inkomen krijgen daardoor vaker een ontslagvergoeding dan nu. De maximale WW-duur wordt ingekort van 38 naar 24 maanden. Na zes maanden WW moeten uitkeringsontvangers bovendien iedere baan accepteren, ook wanneer deze onder het opleidingsniveau ligt, of buiten het eigen interessegebied valt. "De kans op ontslag wordt met name voor ouderen met een hoger inkomen groter, terwijl hun financiële vangnet tegelijk fors afneemt," aldus Blom.
Meer dan 2 miljoen huurders hebben tot twee keer toe met een extra huurverhoging te maken gekregen, afhankelijk van het inkomen. Huizenbezitters met een inkomen boven de 52.000 euro per jaar kunnen de rente uiteindelijk aftrekken tegen 38%, waar dat 52% was. De netto rentelast die zij per maand betalen neemt daardoor toe. Kopers moeten zelf ook meer geld inleggen bij de aankoop van een woning. Per saldo zijn de maandlasten van een koopwoning hoger. Als compensatie voor hogere inkomens gaat het belastingtarief op hun inkomen omlaag. Huurders betalen per persoon zo’n 225 euro extra per jaar, kopers met een hoog inkomen betalen in 2025 per persoon zo’n 600 euro per jaar meer.
Consumenten zien verandering aankomen, maar 82% zet geen extra geld opzij. Opvallend genoeg verwacht de meerderheid (63%), dat vooral de lagere inkomens geraakt worden door het beleid. Het zijn juist vaker de hogere inkomens die de gevolgen financieel opvangen. Lees ook het rapport: Lees verder: Rapport - De stille verbouwing van pensioen, zorg, werk en wonen (pdf 17 pagina’s)