Volgens het Nibud blijft de koopkracht bijna gelijk in 2018
Nieuws -> InformatiefBron: Nibud
20-09-2017
Voor de meeste huishoudens blijft de koopkracht in 2018 nagenoeg gelijk. De meeste koopkrachtverschillen liggen tussen -0,5 procent en +0,5 procent. Dit blijkt uit berekeningen die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft gemaakt op basis van de Miljoenennota die op Prinsjesdag 2017 is gepresenteerd. De koopkrachtstijgingen zijn zo klein, dat de meeste mensen daar nauwelijks iets van zullen merken. De koopkrachtdalingen ziet het Nibud vooral bij AOW-gerechtigden met een aanvullend pensioen (hoger dan 10.000 euro). Voor hen kan de koopkrachtdaling oplopen tot bijna -1,5 procent. Het Nibud adviseert daarom iedereen financieel gezien voorzichtig te zijn, en de inkomsten en uitgaven goed op een rij te zetten.
Nibud waarschuwt voor te positieve stemming over koopkracht. Als er in de persoonlijke situatie van mensen niets verandert, verandert er volgend jaar ook weinig in de portemonnee. De koopkracht blijft dan nagenoeg gelijk. Het Nibud vindt het belangrijk om dit te benadrukken, omdat de stemming over de verwachte koopkrachtstijging behoorlijk positief is. Consumenten kunnen hierdoor de indruk krijgen, dat het in 2018 beter wordt. Maar ondanks de aantrekkende economie zullen de meeste huishoudens volgend jaar niet heel veel meer kunnen uitgeven dan dit jaar. Het is daarom belangrijk, dat iedereen goed zijn inkomsten en uitgaven op een rij zet. Het Nibud heeft daarvoor het Persoonlijk Budgetadvies ontwikkeld.
Zorgpremie omhoog. Volgend jaar gaat voor iedereen de premie voor de zorgverzekering omhoog. Omdat ook de zorgtoeslag wordt verhoogd, zullen de meeste huishoudens die daar recht op hebben, niets merken van deze stijging. Huishoudens die geen recht hebben op zorgtoeslag merken de hogere premie wel in hun portemonnee: zij gaan er iets minder op vooruit. Een alleenstaande die 25.000 euro per jaar verdient en daarmee recht op zorgtoeslag heeft, gaat er 9 euro per maand op vooruit. Een alleenstaande die 30.000 euro per jaar verdient en geen zorgtoeslag krijgt, gaat er 4 euro per maand op vooruit. Het Nibud adviseert iedereen om dit najaar de zorgverzekering weer onder de loep te nemen. Tot een bepaald inkomen kunnen huishoudens in aanmerking komen voor de collectieve zorgverzekering die de gemeente aanbiedt. Dit is vaak een uitgebreid zorgpakket tegen een gereduceerd tarief, dat interessant kan zijn voor mensen met hoge zorgkosten.
(Bron Nibud - 2017)
Voorbeeldberekeningen koopkrachtontwikkeling 2018 (bedragen netto per maand)
Hoger eigen risico. Naast de hogere zorgpremie, stijgt het eigen risico van 385 euro naar 400 euro per jaar. Om de kosten van het eigen risico op te vangen, adviseert het Nibud om maandelijks een bedrag apart te leggen. Bij sommige zorgverzekeraars is het mogelijk om het eigen risico vooraf gespreid te betalen. Als aan het eind van het jaar blijkt dat het eigen risico niet is gebruikt, wordt het apart gelegde geld weer teruggestort.
Hogere zorgkosten zorgen voor hogere Zvw-bijdrage. Zzp’ers en AOW-gerechtigden moeten ook rekening houden met de stijging van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw), die via de Belastingdienst wordt geïnd. Deze stijging is van negatieve invloed op de koopkracht van deze huishoudens.
Mensen met extra zorgkosten afhankelijk van gemeenten. Een aantal jaren geleden is een groot deel van de inkomensondersteuning voor mensen met extra zorgkosten verschoven van de Rijksoverheid naar de gemeenten. Het lokale beleid hiervoor verschilt echter per gemeente en daardoor kan men in de ene gemeente meer ondersteuning krijgen dan in de andere. Middeninkomens en hoge inkomens hebben meestal geen baat bij dit gemeentelijk beleid. In berekeningen die het Nibud voor belangenorganisatie Ieder(in) heeft gemaakt, ziet het Nibud, dat de koopkracht voor mensen met een beperking, of een chronische ziekte nagenoeg gelijk blijft. Gemeentes met een uitgebreid beleid voor chronisch zieken vergoeden de meeste zorgkosten voor iemand met een zware zorgvraag en een laag inkomen. Voor mensen met een hoger inkomen doen zij dat niet.
AOW’ers met aanvullend pensioen. AOW-gerechtigden met een aanvullend pensioen hoger dan 15.000 euro bruto per jaar gaan er op achteruit. Dit komt omdat het aanvullend pensioen gemiddeld genomen niet wordt geïndexeerd. Hierdoor moeten ook mensen die met prepensioen zijn en nog geen AOW krijgen, rekening houden met een koopkrachtdaling. De bruto AOW-uitkering stijgt wel, maar minder dan de lonen. De ouderenkorting stijgt met 126 euro per jaar voor inkomens tot ruim 36.000 euro en dit is voor AOW-gerechtigden zonder of met een klein aanvullend pensioen voldoende om de verwachte uitgavenstijgingen in 2018 van te kunnen betalen. Zij gaan er dus iets op vooruit, maar zullen daar nauwelijks iets van merken omdat het om enkele euro’s per maand gaat.
Nibud Koopkrachtberekenaar. De nieuwste koopkrachtcijfers zijn verwerkt in de gratis Koopkrachtberekenaar die het Nibud heeft ontwikkeld. Met deze gratis tool kunnen huishoudens eenvoudig nagaan hoeveel hun koopkracht er in 2018 op voor- of achteruit gaat. Dit geeft een beeld van de verandering in koopkracht en kan aanleiding zijn om voorbereidingen te treffen om de huishoudportemonnee in balans te houden. Download de 100 voorbeelden koopkrachtberekeningen (pdf 3 pagina’s)