Week 22-2020: 28 patiënten overleden, 9 nieuwe coronapatiënten in Nederland
Nieuws -> InformatiefBron: RIVM/Rijksoverheid/Johns Hopkins University
29-05-2020
Op 29 mei 2020 zijn er 176 nieuwe personen gemeld die positief getest zijn op COVID-19. Er zijn 9 patiënten gemeld die vanwege COVID-19 in het ziekenhuis zijn opgenomen (geweest). Er zijn 28 personen als overleden gemeld. Deze patiënten zijn niet allemaal in de afgelopen 24 uur positief getest, in het ziekenhuis opgenomen of overleden.
Sommige patiënten worden later gemeld. Daarom worden de gegevens van afgelopen dagen vaak nog aangevuld. Omdat niet alle COVID-19 patiënten getest worden, zijn de werkelijke aantallen in Nederland hoger dan de aantallen die hier genoemd worden. Zie ook COVID-19 in grafieken | Internationale kaart COVID-19 bij het RIVM.
(Bron RIVM - 2020)
Actuele coronavirus besmettingen van het RIVM op 29 mei 2020
'De menselijke kosten van COVID-19 zijn verwoestend geweest en de zogenaamde lockdown maatregelen hebben het leven op zijn kop gezet. Maar de pandemie heeft ons een glimp gegeven van hoe onze wereld eruit zou kunnen zien als we de moedige stappen zouden nemen die nodig zijn om de klimaatverandering en de luchtvervuiling te beteugelen. Onze lucht en ons water kunnen helderder zijn, onze straten kunnen stiller en veiliger zijn, en velen van ons hebben nieuwe manieren gevonden om te werken, terwijl we meer tijd met onze gezinnen doorbrengen.'- aldus dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus directeur-generaal van de WHO op 27 mei 2020.
(Bron JHU - 2020)
COVID-19 Dashboard van het Center for Systems Science and Engineering (CSSE) van de Johns Hopkins University (JHU) op 29 mei 2020: Totaal bevestigd 5.837.541 coronavirus besmettingen in 188 landen en de wereldwijde sterfgevallen 361.066
RIVM kan voor coronabestrijding tijdelijk anonieme zendmastdata inzetten. Het kabinet wil het via een tijdelijke Noodwet mogelijk maken om te bepalen of gezondheidsmaatregelen vanwege het coronavirus versoepeld of juist aangepast moeten worden. Het gaat om onherleidbare tellingen per gemeente waarmee de verspreiding van corona nauwkeuriger kan worden gevolgd en voorspeld. Nederlandse telecomaanbieders gaan voor maximaal een jaar zendmastdata geanonimiseerd beschikbaar stellen aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dit komt bovenop huidige gegevens zoals het bijhouden van het totaal aantal ziekenhuisopnames.
De tijdelijke Noodwet is na positief advies van de Raad van State en verwerking van adviezen van toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens is op 29 mei 2020 ingediend door het kabinet bij de Tweede Kamer. Met de zendmastdata kan het RIVM bij een eventuele toename van het aantal besmettingen in een gebied sneller handelen, door de regionale GGD te waarschuwen. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld maatregelen worden bijgesteld en waar mogelijk versoepeld. Er wordt daarmee ook voorkomen dat maatregelen te laat komen, zodat het virus zich verder verspreidt en de zorg wordt belast. Gezondheidsmaatregelen kunnen ook gerichter en alleen regionaal worden ingesteld, zodat de samenleving minder wordt belast.
De zendmastdata die naar het RIVM gaan, bestaan uit nu al bekende gegevens bij telecomaanbieders. De gegevens worden door de aanbieders ontdaan van alle persoonlijke informatie (zoals bijvoorbeeld telefoonnummer) en daarna opgeteld. Op deze wijze ontstaat sneller een indicatie van hoe het virus zich tussen gemeenten verspreidt. De data zijn ongeschikt om individuele personen te identificeren. Het gaat om een telling, per uur, per gemeente, van het totaalaantal mobiele telefoons dat daar aanwezig is vanuit welke gemeente. Daarbij wordt voor buitenlandse nummers ook een verdeling gemaakt naar herkomst op basis van het telefoonnummer. Deze verdeling gebeurt in acht categorieën, bijvoorbeeld ‘België’, ‘Duitsland’ en ‘Noord-Amerika’. Hiermee kan het risico op verspreiding vanuit en naar die regio’s beter worden ingeschat. Om de privacy van mensen in dunbevolkte gebieden (of in de genoemde buitenlandse categorieën) te waarborgen, worden nergens aantallen onder de 15 gerapporteerd. De aanbieders vernietigen de verzamelde extra gegevens elke dag.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Een Universal Mobile Telecommunications System (UMTS) mast. RIVM wil via het landelijke mobiel systeem telefoon-data monitoren en analyseren om sneller in te kunnen grijpen als het coronavirus zich in Nederland verspreidt
Aanvullende gezondheidsinformatie nodig in overgangsfase. De verspreiding van het coronavirus wordt met diverse grootschalige maatregelen bestreden. De Nederlandse maatregelen worden nu in fases versoepeld. Tot nu toe werd de verspreiding van corona gemonitord met onder andere opnamecijfers in ziekenhuizen en op de IC’s, en het aantal geteste en besmette personen. Deze cijfers geven een concreet beeld, maar hebben een vertraging van 1-3 weken. Om eerder te kunnen reageren tijdens de versoepeling heeft het RIVM aangegeven aanvullende informatie nodig te hebben, die sneller de drukte en verplaatsingen in beeld brengt. De meest accurate methode daarvoor is in deze fase het monitoren van de zendmastdata.
Tijdelijke noodwet voor maximaal een jaar. Deze tijdelijke Noodwet is verbonden aan de bestrijding van het coronavirus en vervalt na maximaal een jaar. Elk half jaar wordt nut en noodzaak van de Noodwet geëvalueerd in de Tweede Kamer. Mocht onverhoopt blijken dat deze na een jaar nog steeds nodig is, kan er slechts bij koninklijk besluit voor periodes van maximaal twee maanden worden verlengd. Het tijdelijke gebruik van zendmastdata is een verzoek van het RIVM en gebeurt uitsluitend voor hun taak op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) bij het bestrijden van het coronavirus. De onherleidbaar gemaakte gegevens worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek dagelijks verwerkt tot rapporten voor het RIVM. Beide partijen zijn verplicht de gegevens, zodra die niet meer nodig zijn voor de wettelijke taak van het RIVM, te vernietigen.
Een voorbeeld. Stel dat uit de zendmastgegevens blijkt dat op een zaterdagmiddag bijzonder veel mensen uit bijvoorbeeld Rijswijk in Delft zijn geweest. Als er in één van de twee gemeenten (nieuwe) besmettingen worden gevonden, kan het RIVM de lokale GGD informeren dat dat ook zo zou kunnen zijn in de andere. Dit maakt het mogelijk om regionaal maatwerk te leveren. Ook als die zaterdagmiddag vooral mensen uit Rijswijk een bezoek aan Delft hebben gebracht, is dit een aandachtspunt voor alleen die gemeenten en de GGD in de Haagse regio. In bijvoorbeeld Friesland, Groningen of Limburg hoeft dan niet direct actie ondernomen te worden.