Wethouder Raat wil graag zijn werk voortzetten
Nieuws -> GemeenteBron: Amstelveens Weekblad
30-01-2013
Nog ruim een jaar te gaan, dan zijn er alweer raadsverkiezingen. Dan zit de lopende periode voor raad en college er weer op. Het zittende college zette in 2010 in met stevige bezuinigingen en het ziet ernaar uit, dat het in 2014 haar periode afsluit met de aanzet voor alweer een volgende bezuinigingsronde. VVD-wethouder Herbert Raat maakt na bijna drie jaar de balans op van zijn beleidsgebieden Financiën, Onderwijs en Handhaving.
Bij de vorming van de huidige coalitie speelde Herbert Raat samen met Jan-Willem Groot (CDA) een hoofdrol. Het heeft een meerderheid van slechts één zetel en een hoogst onwaarschijnlijke samenstelling met een ChristenUnie-wethouder en steun van de Ouderen Combinatie Amstelveen. De vraag is: komt er na de raadsverkiezingen van 2014 een nieuwe verrassing?
Dat is van tevoren natuurlijk niet te zeggen. 'Maar ik vind wel, dat het bestuur continuïteit moet hebben,' zegt Herbert Raat in zijn werkkamer met een zonnig uitzicht over een nog dun bevroren Poel. 'Het moet geen duiventil zijn met iedere vier jaar weer allemaal nieuwe gezichten als wethouders.
Dat geldt zeker in lastige tijden, zoals nu, waarin er minder geld te besteden is. De komende periode moet er door het regeerakkoord 7,5 miljoen aan ombuigingen in de begroting worden gevonden. Het hoogtepunt daarvan gaat vallen in 2015. Ik ben nu al als wethouder Financiën begonnen met gesprekken met alle fracties, ook van de oppositie, over hoe de nieuwe bezuinigingen het beste kunnen worden aangepakt.'
(Foto Gemeente Amstelveen - 2012)
Herbert Raat (VVD) wethouder Financiën, Onderwijs, Jeugd, Handhaving / Vergunningen, A9, NME en P & O
Raat wil niet zeggen, waar zijn gedachten voor opnieuw snoeien concreet naar uitgaan. Wel weet hij heel goed, waar hij als het even kan van af blijft. „Bijvoorbeeld sport," zegt hij. „Daar geven we nu 4,2 miljoen euro per jaar aan uit, maar dat levert maatschappelijk gezien een veelvoud van dit bedrag op aan sociale samenhang, het cement van de samenleving. Er zijn 180 sportclubs, daarin is 78 procent van de jongeren en 61 procent van de volwassenen actief. Zes- tot achtduizend Amstelveners zijn daarvoor vrijwilliger. Dat is onbetaalbaar. Voor scouting geldt iets vergelijkbaars."
Waar Raat evenmin voor voelt is, het verhogen van belastingen als de OZB. „De OZB levert de gemeente jaarlijks 18 miljoen euro op. Dat mag volgens de regels maximaal 26 miljoen euro zijn. Dat is de laatste buffer die we als gemeente hebben voor een sluitende begroting. Ik vind, dat je zo lang mogelijk moet wachten met verhoging daarvan, zeker nu onze inwoners het toch al zo moeilijk hebben. Maar je weet natuurlijk niet, wie er straks in het college zitten. Andere partijen kunnen er anders over denken."
„Verder wil ik graag de nieuwbouw voor scholen afronden. Dat onderwerp is jarenlang blijven liggen en in deze periode hebben we dat goed opgepakt. In feite gaat al het beschikbare geld daar naar toe. Het is een enorme investering die we niet doen voor één raadsperiode, maar voor 40 jaar."
Blij is hij, dat de school De Zwaluw in Nes aan de Amstel kan blijven. „De school is het sociale hart van Nes," zegt hij. Voor uitbreiding van het Amstelveen College aanvullend op de 20 miljoen kostende nieuwbouw voelt Raat echter niets. „De prognoses geven aan, dat het Amstelveen College de groei de komende tijd moet kunnen opvangen. En we geven in Amstelveen voor scholen al 15 procent meer uit bovenop de norm van Den Haag, ook in de crisistijd. De Panta Rhei krijgt wel uitbreiding, maar dat is gezien de aanwas van leerlingen ook nodig."
Een andere financiële kwestie is het al dan niet meebetalen aan de tunnel voor de A9, die zijn ontknoping nadert. „Er is een onderhandelingsresultaat met het Rijk," zegt Raat. „Daar vertel ik nog helemaal niets over, alleen dat het Amstelveense college ermee akkoord is. Het ligt nu bij de minister en we moeten nu even afwachten toe die er een uitspraak over doet. Die verwachten we half februari."
Raat wil zelfs geen tipje van de sluier oplichten. Hij wil alleen kwijt, dat hij het onderhandelingsresultaat goed denkt te kunnen verdedigen tegenover de Amstelveense samenleving. „Ik woon in Amstelveen, ik wil met mijn 2 meter lengte met opgeheven hoofd over straat kunnen. De mensen kennen mij en ik wil niet, dat mensen mij later een slecht resultaat verwijten.".
Wat er nu ligt is in ieder geval niet dat Amstelveen alsnog de eerder overeengekomen 100 miljoen meebetaalt. „Als dat zou doorgaan, dan betekent dit totale sociale kaalslag," zegt hij. „Dan zullen we óók diep moeten gaan snijden in uitgaven voor sport. Dan moet er zoveel gesneden worden dat het ongeloofwaardig wordt."
Naast financiën en onderwijs is een belangrijk beleidsgebied voor Raat de handhaving, waaronder zijn strijd tegen overlast door jongeren. Daar maakte hij zich eerder als raadslid ook al sterk voor. „Ik denk, dat we erin geslaagd zijn het probleem beheersbaar te maken," meent hij. „Overlast als deze raakt mensen in hun hele leven. Ze kunnen niet slapen en gaan vervolgens niet fit naar hun werk. Dat kunnen we niet toestaan.
Nu de overlast is teruggedrongen, is het zaak het probleem binnen acceptabele proporties te houden en dat is nog steeds elke dag hard werken. Er is ook geen garantie, dat het altijd goed blijft gaan. Maar ik ben trots op resultaat, dat we samen met onze medewerkers hebben bereikt."
Een moeilijke handhavings-zaak vormen in veel gemeenten de woonwagenlocaties. Bestuurders en ambtenaren lopen er vaak liefst met een grote boog omheen. Uitgangspunt voor Raat is, dat woonwagenbewoners Amstelvener zijn als alle andere Amstelveners en op dezelfde manier moeten worden behandeld. Burgemeester Jan van Zanen, Jan-Willem Groot en Herbert Raat besloten er samen de schouders onder te zetten.
Inmiddels zien de woonwagenlocaties er een stuk netter uit. Een tijdje terug is bij een bewoner nog wel een huurachterstand geconstateerd van 20.000 euro. Voor Raat onbestaanbaar en onverteerbaar: „In een huurwoning krijg je bij een achterstand van een paar honderd euro de woningcorporatie al achter je broek. Dus ook dit is aangepakt."
Raat hoopt, dat de zaken die nu zijn bereikt, blijvend zullen zijn, ook als hij er straks nieuwe wethouders zijn. „Hiervoor is continuïteit in het bestuur enorm belangrijk," zegt hij.
„Het gaat erom dat een volgend college daarmee doorgaat zodat het bij bestuurders en ambtenaren tussen de oren komt te zitten."
Raat wil overigens graag deel uitmaken van een volgend college. Het huidige opereert, ondanks de merkwaardige samenstelling, tot dusver slagvaardig en het zit stevig in het zadel. „Ik vind, dat we goed samenwerken," zegt Raat. „Toch had ik destijds graag een iets bredere coalitie gezien. Voor een nieuw college is het nu eerst aan de kiezer om te bepalen hoe de nieuwe raad eruit gaat zien.
Als VVD sluiten we voor collegevorming niemand uit. Waar het bij een college vooral om gaat is of je een goed team kunt vormen, waarin je elkaar blijft helpen, ook als het even wat minder gaat. De samenleving is er bij gebaat, dat het bestuur goed samenwerkt, zeker in de komende periode, wanneer besturen door bezuinigingen en crisis toch al zo moeilijk wordt.'
René de Leeuw