Wijzigingen per januari 2019 in Nederland voor onderwijs en cultuur
Nieuws -> InformatiefBron: Rijksoverheid
28-12-2018
In januari 2019 gaat een aantal wijzigingen in voor de sectoren onderwijs en cultuur. Hieronder staan de belangrijkste veranderingen - meldt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Subsidie regionale aanpak lerarentekort. Vanaf 15 januari 2019 kunnen schoolbesturen en lerarenopleidingen in het primair en voortgezet onderwijs subsidie aanvragen voor de aanpak van het lerarentekort. Het doel is om regionale samenwerking te stimuleren, bij voorkeur ook met andere partijen zoals gemeenten en transfercentra. Per regio is maximaal 250.000 euro beschikbaar voor het primair onderwijs en 250.000 euro voor het voortgezet onderwijs. Als ook het mbo meedoet, kan er 75.000 euro extra worden aangevraagd. De vier grote steden krijgen elk een miljoen euro.
Subsidie onderwijsassistenten primair onderwijs. Schoolbesturen in het primair onderwijs kunnen vanaf 2019 een subsidie van 20.000 euro aanvragen voor onderwijsassistenten die in dat jaar starten met de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo). Dit is een van de maatregelen in de aanpak van het lerarentekort. Met de subsidie worden besturen deels gecompenseerd in de kosten voor het collegegeld en het studieverlof van een onderwijsassistent.
Subsidie hoogbegaafdheid. Vanaf 2019 is in totaal 15 miljoen euro per jaar beschikbaar voor samenwerkingsverbanden zodat zij kunnen zorgen voor goed onderwijs voor hoogbegaafden in hun regio. Het bedrag wordt verdeeld op basis van het aantal leerlingen per samenwerkingsverband.
(Foto Nia Palli/OCW - 2017)
Ingrid van Engelshoven (D66) minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Experiment voor nieuwe mbo-opleidingen. Mbo-instellingen krijgen experimenteerruimte om samen met werkgevers nieuwe opleidingen te ontwikkelen. Deze opleidingen bestaan uit een landelijk deel, een regionaal deel en mogelijk een regionaal keuzedeel. In het regionaal deel kunnen instellingen het onderwijs vormgeven met lokale werkgevers. Het doel van dit experiment is om de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te versterken.
Verlenging van de subsidie praktijkleren. De subsidieregeling praktijkleren is tot en met 2023 verlengd. Met de subsidie worden werkgevers gestimuleerd om praktijkplaatsen en werkplaatsen aan te bieden. De subsidie van maximaal 2.700 euro per praktijk- of werkplaats is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student en een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten.
Wetswijziging om jongeren zonder startkwalificatie beter te ondersteunen. Door de wetswijziging wordt de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten structureel geregeld. Bovendien wordt de aanpak verbreed naar jongeren voor wie het halen van een startkwalificatie (tijdelijk) niet haalbaar is. De wet wordt aangepast om jongeren van 12 tot 23 jaar zonder startkwalificatie optimaal te ondersteunen in het vinden van een passende plek. Dat gaat gebeuren door betere samenwerking van partijen uit onderwijs, gemeenten, zorg en arbeid.
Wetswijziging met maatregelen om aantal ov-boetes voor studenten te verlagen. Per 1 januari 2019 treedt een aantal maatregelen in werking die ervoor moeten zorgen dat minder studenten een (hoge) ov-boete krijgen. Studenten krijgen langer de tijd om het studentenreisproduct stop te zetten bij een ophaalautomaat. Ook krijgen zij alleen een boete wanneer ermee is gereisd terwijl er geen recht meer op stond. Daarnaast wordt de ov-boete verlaagd in de eerste twee halve kalendermaanden nadat het recht op het studentenreisproduct is verlopen, en daarna verhoogd.
Wetswijziging om negatieve financiële prikkel in het mbo te schrappen. Door een wetswijziging in januari wordt in de financiering van het mbo geen rekening meer gehouden met hoe lang een mbo-student over zijn of haar studie doet. Op dit moment krijgen scholen minder geld naarmate een student lang(er) in het mbo studeert. Door de wijziging krijgen mbo-studenten meer tijd om hun diploma te halen.
Subsidie voor woonhuismonumenten. Om bewoonde monumenten in goede staat te houden komt er vanaf januari een subsidie woonhuismonumenten. Voorheen was deze subsidie een fiscale aftrek. Met de subsidie kunnen bewoners onderhoud deels financieren, zoals schilderwerk, goten en regenpijpen repareren, dakherstel, voegen repareren, kozijnen herstellen en de fundering repareren. Eigenaren kunnen elk jaar na afloop van het onderhoud subsidie aanvragen. De bijdrage bij deze regeling is 38% van het subsidiabel bedrag.
Subsidie voor immaterieel erfgoed. Er komt 1 miljoen euro per jaar beschikbaar om immaterieel erfgoed te behouden en ontwikkelen. Initiatieven voor immaterieel erfgoed kunnen vanaf februari subsidie aanvragen. Allereerst organisaties zoals schutterijen en gildes die erfgoed levend houden. Daarnaast komen er samenwerkingen tussen oude meesters in ambachten en nieuwe makers in aanmerking. Bijvoorbeeld het Staphorster stipwerk dat door modeontwerper Walter van Beirendonck wordt gebruikt. Tot slot is de subsidie bedoeld voor hedendaags erfgoed in een stedelijke context, zoals graffiti, zomercarnaval of Keti Koti.