Jacobus Philippus Lissone - 1895
Foto's -> Gebouwen -> Buitenplaatsen(Amstelveenweb.com collectie - Eigendom van dhr Soren Movig)
Onderstaand uittreksel over Jacobus Ph. Lissone, is afkomstig uit een publicatie in ´Lissone´s Gazette´, voorheen ´De Nederlandsche Tourist´. Het was een Jubileumnummer over de periode 1876-1926, uitgave van N.V. Lissone & Zoon´s Reisbureau. Jacques Lissone, zoon van Ph.J.F. Lissone, schreef het artikel (in vroeg 20ste eeuwse spelling) ter gelegenheid van het 50-jarige jubilieum van reisbureau Lissone. Dit tijdschrift is de webmaster van Amstelveenweb.com ter hand gesteld door dhr Søren Movig, met toestemming voor publicatie. J.Ph.Lissone is zijn betovergrootvader.
Wie was Jacobus Philippus Lissone?
J. Ph. Lissone, die voor vijftig jaar, in het jaar 1876, in Nederland begonnen is met het ondernemen zijner gezelschapsreizen, was ongetwijfeld een man van zijn tijd. Omstreeks dat jaar was de victorie van de nieuwe middelen van verkeer, den spoorweg en het stoomschip, ieder duidelijk. Na steden en provincies te hebben vereenigd, slaagden de nieuwe vervoermiddelen erin den aardbol kleiner te maken, de werelddeelen elkander nader te brengen.
Geboren in 1840 te Amsterdam, dat zooals hij mij, zijn oudsten zoon, dikwerf vertelde, verloor hij zijn moeder op 8 jaar en zag zich op twaalfjarigen leeftijd verplicht in zijn eigen onderhoud te voorzien. Door reislust geprikkeld maakte hij al vroeg kennis met de zee, kwam door handelsbetrekkingen in nauwe aanraking met het zakelijke, doortastende, Engelsche volk en hoewel zijn meeste ondernemingen slaagden, bracht hem zijn natuur tot het bevorderen van reizen. Hij was 36 jaar, toen hij zijn eerste gezelschapsreis per ´Batavier´ naar Londen tot stand bracht, in de lente van ´t jaar 1876.
In 1876 bestonden er, zooverre mij bekend, alléén in Engeland reisbureaux. Zelfs Raymond & Whitcomb, het beroemde reiskantoor der Vereenigde Staten, ondernamen nog niet hun tours. De personen die het reisgezelschap vormden, waren volstrekt niet de onbeschaafden of de onbereisden. Het waren veeleer de notabelen, vooral uit de kleine steden, vele renteniers uit ´s Gravenhage, en dan, niet te vergeten, de ambtenaren met verlof uit Nederlandsch-Indië.
De Pers in Nederland en Kolonieën beoordeelde de nieuwe ondernemening zeer welwillend. Maar opgemerkt dient te worden, dat J.Ph. Lissone, gelijk het Engelsche volk, absoluut geloofde in de noodzakelijkheid van adverteren en voor reclame geen beter medium erkende dan de dagbladen. ´Lissone werd allengs een bekende naam.
Lange tijd bleef J. Ph.Lissone de baanbreker in de nieuwe onderneming. Hij ontwierp de eerste reisprogramma´s. Hij leidde in persoon de allereerste gezelschapsreizen, niet alleen naar de wereldstad Londen, naar het eiland Wight, naar de Schotsche Hooglanden, maar ook naar de meeste hoofdsteden en natuurstreken van Europa´s vasteland: naar de wereldtentoonstellingen te Parijs (bij zulke gebeurtenissen – ééns in de elf jaar – kwam er ook beweging in de boerenbevolking: vooral uit de provincie Groningen was dan de deelname groot), naar de nieuwe wereldstad Berlijn (met welke stad hij persoonlijk veel op had), naar Tirol en Salzkammergut.
Hij leidde de eerste reizen in Italië, in Spanje, de reis ter gelegenheid van de kroning te Moskou van den laatsten ongelukkigen Czaar, de eerste reis naar Palestina, de reizen naar de wereldtentoonstelling te Chicago, enz. enz. Hij had niets van den geblaseerden reiziger. Even mooi vond hij den Rijn als de Alpen of de Pyreneeën. Even gaarne wandelde hij in Wassenaar buiten ´s Gravenhage als op de Promenade des Anglais te Nice. Over geen enkel volk heb ik hem ooit minachtend hooren spreken. Hij had een open oog voor het dagelijksch leven der volken.
J. Ph.Lissone had aan alles gedacht. Neem bijvoorbeeld het oude Londen-program. De Engelsche keuken stond in Holland in niet al te hooge reputatie. Gezelschappen werden gelogeerd in Bueckers´Hotel of in De Keyser´s Royal Hotel, waar de cuisine uitstekend was.Voor enkel museumbezoek kwam men niet. Zoo zorgde zijn program voor een afwisseling van ernst en ontspanning. Hij zelf was hooglijk ingenomen met het Britsche Museum, dat mocht dus niet ontbreken, maar op het program kwam evengoed de destijds zeer vermaarde wassenbeelden-vertooning van Madame Tussaud voor, het niet minder bekende vuurwerk in het Kristallen Paleis op Donderdagavond en een ballet in het Alhambra-theater.
De jonge mannen, die hij inwijdde in het reisvak volgden blindelings zijn aanwijzingen. Tot in de kleinste details regelde hij voor mij alles. Ik weet nog, dat hij mij ried sigaren mee te nemen. ´Wat moet ik er mee doen?´ zei ik, ´Ik rook immers niet´. ´Geef een handjevol vol aan Mr. Zóó en Zóó (de naam is mij ontschooten), den stationschef in Queenboro´ antwoordde mijn vader, ´hij zorgt altijd voor gereserveerde coupé´s´. Wat men in Londen met een hollandsche sigaar destijds, zelfs bij een Londenschen politie-agent, kon bereiken, heb ik van hem geleerd.
Ik mag dit hoofdstukje niet besluiten zonder te vermelden dat Jacobus Ph.Lissone aanstonds inzag, dat de gezelschapsreizen onmogelijk waren, zonder medewerking van de zijde van het publiek. Zoo werd men verzocht zijn goed humeur niet thuis te laten, niet te vergeten een dosis humor bij zich te steken, geen op- of aanmerkingen tegenover den leider in het openbaar te maken (maar indien met klachten had, terzijde met hem te spreken), geen gesprekken te voeren die den medereiziger konden kwetsen in zijne overtuigingen.
Opdat het gezelschap en de leider gewaarborgd mochten zijn tegen personen die zich misdroegen, vermeldde het program , dat de leider het recht bezat ´den lastigen passagier´ te bedanken. Natuurlijk werd deze dan schadeloos gesteld voor hetgeen hij van de reis verder niet kon meemaken. Al deze en dergelijke maatregelen nam J.Ph.Lissone om onsociabele en onwellevende Nederlanders van deelname af te schrikken.
Hij is gestorven. Zijne onderneming heeft hem overleefd in tweeërlei zin. Ten eerste heeft de reiszaak zich ontwikkeld. Ten tweede, hij is door zijn onderneming een groote moter geweest om de Nederlanders tot reizen aan te sporen, er waren geen reisbureaux, zelfs geen buitenlandsche en er bestonden geen reisvereenigingen. Lissone is reeds vóór 1880 in Amsterdam begonnen het Nederlansche volk minder hokvast en meer wereldburger te maken.
Het was toen zeker hem toe te rekenen als een groote verdienste. Hij is vele opzichten een zeldzaam oorspronkelijk en ondernemend man geweest.
Wie was Jacobus Philippus Lissone?
J. Ph. Lissone, die voor vijftig jaar, in het jaar 1876, in Nederland begonnen is met het ondernemen zijner gezelschapsreizen, was ongetwijfeld een man van zijn tijd. Omstreeks dat jaar was de victorie van de nieuwe middelen van verkeer, den spoorweg en het stoomschip, ieder duidelijk. Na steden en provincies te hebben vereenigd, slaagden de nieuwe vervoermiddelen erin den aardbol kleiner te maken, de werelddeelen elkander nader te brengen.
Geboren in 1840 te Amsterdam, dat zooals hij mij, zijn oudsten zoon, dikwerf vertelde, verloor hij zijn moeder op 8 jaar en zag zich op twaalfjarigen leeftijd verplicht in zijn eigen onderhoud te voorzien. Door reislust geprikkeld maakte hij al vroeg kennis met de zee, kwam door handelsbetrekkingen in nauwe aanraking met het zakelijke, doortastende, Engelsche volk en hoewel zijn meeste ondernemingen slaagden, bracht hem zijn natuur tot het bevorderen van reizen. Hij was 36 jaar, toen hij zijn eerste gezelschapsreis per ´Batavier´ naar Londen tot stand bracht, in de lente van ´t jaar 1876.
In 1876 bestonden er, zooverre mij bekend, alléén in Engeland reisbureaux. Zelfs Raymond & Whitcomb, het beroemde reiskantoor der Vereenigde Staten, ondernamen nog niet hun tours. De personen die het reisgezelschap vormden, waren volstrekt niet de onbeschaafden of de onbereisden. Het waren veeleer de notabelen, vooral uit de kleine steden, vele renteniers uit ´s Gravenhage, en dan, niet te vergeten, de ambtenaren met verlof uit Nederlandsch-Indië.
De Pers in Nederland en Kolonieën beoordeelde de nieuwe ondernemening zeer welwillend. Maar opgemerkt dient te worden, dat J.Ph. Lissone, gelijk het Engelsche volk, absoluut geloofde in de noodzakelijkheid van adverteren en voor reclame geen beter medium erkende dan de dagbladen. ´Lissone werd allengs een bekende naam.
Lange tijd bleef J. Ph.Lissone de baanbreker in de nieuwe onderneming. Hij ontwierp de eerste reisprogramma´s. Hij leidde in persoon de allereerste gezelschapsreizen, niet alleen naar de wereldstad Londen, naar het eiland Wight, naar de Schotsche Hooglanden, maar ook naar de meeste hoofdsteden en natuurstreken van Europa´s vasteland: naar de wereldtentoonstellingen te Parijs (bij zulke gebeurtenissen – ééns in de elf jaar – kwam er ook beweging in de boerenbevolking: vooral uit de provincie Groningen was dan de deelname groot), naar de nieuwe wereldstad Berlijn (met welke stad hij persoonlijk veel op had), naar Tirol en Salzkammergut.
Hij leidde de eerste reizen in Italië, in Spanje, de reis ter gelegenheid van de kroning te Moskou van den laatsten ongelukkigen Czaar, de eerste reis naar Palestina, de reizen naar de wereldtentoonstelling te Chicago, enz. enz. Hij had niets van den geblaseerden reiziger. Even mooi vond hij den Rijn als de Alpen of de Pyreneeën. Even gaarne wandelde hij in Wassenaar buiten ´s Gravenhage als op de Promenade des Anglais te Nice. Over geen enkel volk heb ik hem ooit minachtend hooren spreken. Hij had een open oog voor het dagelijksch leven der volken.
J. Ph.Lissone had aan alles gedacht. Neem bijvoorbeeld het oude Londen-program. De Engelsche keuken stond in Holland in niet al te hooge reputatie. Gezelschappen werden gelogeerd in Bueckers´Hotel of in De Keyser´s Royal Hotel, waar de cuisine uitstekend was.Voor enkel museumbezoek kwam men niet. Zoo zorgde zijn program voor een afwisseling van ernst en ontspanning. Hij zelf was hooglijk ingenomen met het Britsche Museum, dat mocht dus niet ontbreken, maar op het program kwam evengoed de destijds zeer vermaarde wassenbeelden-vertooning van Madame Tussaud voor, het niet minder bekende vuurwerk in het Kristallen Paleis op Donderdagavond en een ballet in het Alhambra-theater.
De jonge mannen, die hij inwijdde in het reisvak volgden blindelings zijn aanwijzingen. Tot in de kleinste details regelde hij voor mij alles. Ik weet nog, dat hij mij ried sigaren mee te nemen. ´Wat moet ik er mee doen?´ zei ik, ´Ik rook immers niet´. ´Geef een handjevol vol aan Mr. Zóó en Zóó (de naam is mij ontschooten), den stationschef in Queenboro´ antwoordde mijn vader, ´hij zorgt altijd voor gereserveerde coupé´s´. Wat men in Londen met een hollandsche sigaar destijds, zelfs bij een Londenschen politie-agent, kon bereiken, heb ik van hem geleerd.
Ik mag dit hoofdstukje niet besluiten zonder te vermelden dat Jacobus Ph.Lissone aanstonds inzag, dat de gezelschapsreizen onmogelijk waren, zonder medewerking van de zijde van het publiek. Zoo werd men verzocht zijn goed humeur niet thuis te laten, niet te vergeten een dosis humor bij zich te steken, geen op- of aanmerkingen tegenover den leider in het openbaar te maken (maar indien met klachten had, terzijde met hem te spreken), geen gesprekken te voeren die den medereiziger konden kwetsen in zijne overtuigingen.
Opdat het gezelschap en de leider gewaarborgd mochten zijn tegen personen die zich misdroegen, vermeldde het program , dat de leider het recht bezat ´den lastigen passagier´ te bedanken. Natuurlijk werd deze dan schadeloos gesteld voor hetgeen hij van de reis verder niet kon meemaken. Al deze en dergelijke maatregelen nam J.Ph.Lissone om onsociabele en onwellevende Nederlanders van deelname af te schrikken.
Hij is gestorven. Zijne onderneming heeft hem overleefd in tweeërlei zin. Ten eerste heeft de reiszaak zich ontwikkeld. Ten tweede, hij is door zijn onderneming een groote moter geweest om de Nederlanders tot reizen aan te sporen, er waren geen reisbureaux, zelfs geen buitenlandsche en er bestonden geen reisvereenigingen. Lissone is reeds vóór 1880 in Amsterdam begonnen het Nederlansche volk minder hokvast en meer wereldburger te maken.
Het was toen zeker hem toe te rekenen als een groote verdienste. Hij is vele opzichten een zeldzaam oorspronkelijk en ondernemend man geweest.
Zoeken