Hofstede Voorbreed - 1730
Foto's -> Gebouwen -> Buitenplaatsen(Bron: Privé Collectie - Foto Amstelveenweb.com - 2015)
'Hofstede Voorbreed',
Ets van Abraham Rademaker uit 'Hollands Arcadia of de vermaarde Rivier den Amstel', 1730.
Geschiedenis van Voorbreedt/Voorbreed
(Bron tekst uit: Amstelveen acht eeuwen geschiedenis - Groesbeek)
'Hofstede Voorbreed',
Ets van Abraham Rademaker uit 'Hollands Arcadia of de vermaarde Rivier den Amstel', 1730.
(Bron tekst uit: Amstelveen acht eeuwen geschiedenis - Groesbeek)
De oudste geschiedenis van dit buiten ligt in duister gehuld. De reden hiervan is, dat de landerijen eigendom waren van de Amsterdamse regentenfamilie Backer. Deze familie bezat zoveel landerijen langs de Amstel, dat van de eigendomsbewijzen moeilijk te constateren valt welk buiten zij behoren. Verveningen, die niet in de transportregisters aangetekend zijn, verzwaren nog de moeilijkheden. De oudste acte, waarvan ‘Voorbreed’ met name genoemd wordt, helaas nog niet gedateerd, doch zal vermoedelijk in april 1712 opgemaakt zijn. Het betreft ‘een inventaris van de meubilaire goederen’ toebehorend aan de dames de Graaf, gevonden ten huize van Jan Tamesz, aan den Amstel op ‘Voorbreed’.
Eigenaars van het goed waren toen (als gezegd) leden van de familie Backer; op 1 april 1718 transporteert Mr. Jacob Cornelisz. Backer, drossaard van Buren, voor zichzelf en namens de mede-eigenaren ‘een hofstede met deszelfs landerijen, huijzinge, etc. genoemt ‘Voorbreedt’ voor ƒ 9.500,- aan de heer Lodewijk Vermande. Diens dochters Sara Alida en Maria Alida, gehuwd resp. met Pieter Fontein en Hendrik Pieter Verbeek, dragen na hun vaders dood de ‘huijsinge met koetshuijs en stallinge’ voor de kapitale som van ƒ 18.300,- over aan Elie Docher en Catharina Docher, echtelieden. Na zeven jaren in het bezit van ‘Voorbreed’ te zijn geweest, wilden zij zich bij een openbare veiling van het landgoed ontdoen. Het zou in drie kavels geveild worden.
Pieter Martens koopt de hofstede voor ƒ 10.272,10 en ook de derde kavel, bestaande uit 5 kampen weiland voor ƒ 2.060,- . De tweede kavel van 5 kampen weiland werd toegewezen aan Gerard Clemens voor ƒ 2.160,-. Totaal zou de opbrengst ƒ 14.492,10 bedragen. De veiling werd echter doorkruist door een bod van Floris Crol op het gehele complex. ‘De hofstede genaamd Voorbreed, met zijn heerenhuijs, koetshuijs, stalling, bepoting, landerijen of weijlanden, groot 16 morgen 120 roeden. Mitsgaders de marmere en andere beelden, capitaele groep, extra spheer, zonnewijser, de vasen, pedestallen, geschilderde gezichten en diergelijke thuijncieraden, praamschuijt, tuijnmansgereedschap, extra leeren scheerbanken die op de hofstede zijn, en in t huijs de schoorsteenspiegels en behangsels’, hadden hem dermate geïmponeerd, dat hij er wel ƒ 17.500,- voor over had om dat alles zijn eigendom te kunnen noemen. Al deze zaken worden hem dan ook op 6 september 1756 voor deze som overgedragen.
Zijn oudste dochter Elisabeth huwde met Coenraad Muijsken. Zij erfde ‘Voorbreed’ van haar vader, maar bewoonde het niet zelf. Huurster was o.a. Cornelia de Clercq, weduwe van Jan van Eeghen. Voor het jaar 1772 betaalde deze ƒ 1.125,- aan huur. Haar oudste dochter Susanna leerde daar ook haar toekomstige man Cornelis Hartsen kennen, met wie zij in 1773 trouwde.
In 1833 bestond het huis nog, want in dat jaar verkoopt E. Crol, weduwe van Coenraad Muijsken, aan Hendrik van Waijenberg, makelaar te Amsterdam ‘de hofstede Voorbreed’ met herenhuizing, koetshuis, stalling, koepel en schuur groot ruim 5 bunder met nog ruim 12 bunder weiland voor ƒ 15.000,-. Echter krijgt op 12 april 1833 de heer Craanenburg vergunning tot afbraak van de op hofstede ‘Voorbreed’ staande gebouwen. d’Ailly vermeldt, dat de begraafplaats ‘Zorgvlied’ op ‘Voorbreed’ gesticht werd. Dit berust op een vergissing.
Eigenaars van het goed waren toen (als gezegd) leden van de familie Backer; op 1 april 1718 transporteert Mr. Jacob Cornelisz. Backer, drossaard van Buren, voor zichzelf en namens de mede-eigenaren ‘een hofstede met deszelfs landerijen, huijzinge, etc. genoemt ‘Voorbreedt’ voor ƒ 9.500,- aan de heer Lodewijk Vermande. Diens dochters Sara Alida en Maria Alida, gehuwd resp. met Pieter Fontein en Hendrik Pieter Verbeek, dragen na hun vaders dood de ‘huijsinge met koetshuijs en stallinge’ voor de kapitale som van ƒ 18.300,- over aan Elie Docher en Catharina Docher, echtelieden. Na zeven jaren in het bezit van ‘Voorbreed’ te zijn geweest, wilden zij zich bij een openbare veiling van het landgoed ontdoen. Het zou in drie kavels geveild worden.
Pieter Martens koopt de hofstede voor ƒ 10.272,10 en ook de derde kavel, bestaande uit 5 kampen weiland voor ƒ 2.060,- . De tweede kavel van 5 kampen weiland werd toegewezen aan Gerard Clemens voor ƒ 2.160,-. Totaal zou de opbrengst ƒ 14.492,10 bedragen. De veiling werd echter doorkruist door een bod van Floris Crol op het gehele complex. ‘De hofstede genaamd Voorbreed, met zijn heerenhuijs, koetshuijs, stalling, bepoting, landerijen of weijlanden, groot 16 morgen 120 roeden. Mitsgaders de marmere en andere beelden, capitaele groep, extra spheer, zonnewijser, de vasen, pedestallen, geschilderde gezichten en diergelijke thuijncieraden, praamschuijt, tuijnmansgereedschap, extra leeren scheerbanken die op de hofstede zijn, en in t huijs de schoorsteenspiegels en behangsels’, hadden hem dermate geïmponeerd, dat hij er wel ƒ 17.500,- voor over had om dat alles zijn eigendom te kunnen noemen. Al deze zaken worden hem dan ook op 6 september 1756 voor deze som overgedragen.
Zijn oudste dochter Elisabeth huwde met Coenraad Muijsken. Zij erfde ‘Voorbreed’ van haar vader, maar bewoonde het niet zelf. Huurster was o.a. Cornelia de Clercq, weduwe van Jan van Eeghen. Voor het jaar 1772 betaalde deze ƒ 1.125,- aan huur. Haar oudste dochter Susanna leerde daar ook haar toekomstige man Cornelis Hartsen kennen, met wie zij in 1773 trouwde.
In 1833 bestond het huis nog, want in dat jaar verkoopt E. Crol, weduwe van Coenraad Muijsken, aan Hendrik van Waijenberg, makelaar te Amsterdam ‘de hofstede Voorbreed’ met herenhuizing, koetshuis, stalling, koepel en schuur groot ruim 5 bunder met nog ruim 12 bunder weiland voor ƒ 15.000,-. Echter krijgt op 12 april 1833 de heer Craanenburg vergunning tot afbraak van de op hofstede ‘Voorbreed’ staande gebouwen. d’Ailly vermeldt, dat de begraafplaats ‘Zorgvlied’ op ‘Voorbreed’ gesticht werd. Dit berust op een vergissing.