Bijgewerkt: 21 november 2024

Herberg Paardenburg - 1730

Foto's -> Gebouwen -> Buitenplaatsen

Herberg Paardenburg
(Bron: Privé Collectie - Foto Amstelveenweb.com - 2015)

'Gezicht van den Nieuwe Herberg Paardenburg en den brug en Kerk van het Dorp Ouwerkerk'
Ets van Abraham Rademaker uit 'Hollands Arcadia of de vermaarde Rivier den Amstel', 1730.
Zie op de kaart, eerste foto Buitenplaatsen, de ligging onder nummer 35.

Geschiedenis van Paardenburg
(Bron tekst uit: Amstelveen acht eeuwen geschiedenis - Groesbeek)

Het terrein waar op ‘Paardenburg’ zou verrijzen wordt al in 1580 vermeld onder de naam van ‘Walich Thijsz.camp’. In 1588 is Gerrit Willemsz. Tuth er eigenaar van; zijn weduwe verkoopt het land, evenals ‘Nes’ 6 maden groot, met huijs en hofstede in 1594 aan Jan Willemsz. Kool (twee jaren later kopen haar kinderen het naastgelegen land ‘de Nes’’  het latere ‘Vredensteijn’). In 1649 wordt Pieter Meffert er eigenaar van, hij gaf aan de hofstede de naam ‘Paardenburg’, welke naam in 1693 voor het eerst in een acte voorkomt. Dit is dezelfde acte die bij ‘Vredesteijn’ werd genoemd, waaruit wij zagen dat de heer Micheel, juwelier, voor de helft ook eigenaar werd van ‘Paardenburg’.

In 1709 wordt de heer Jacob van Nuijs eigenaar van de hofstede, hij leent ƒ 1.300,- op zijn bezitting, die (door Pieter Meiffert?) in een herberg veranderd is. Drie jaar later zien we alweer een nieuwe eigenaar, namelijk Ertwijn Zapffenbergh. Na diens dood wordt Gerrit Plaatman, medicinae doctor, zwager van Ertwijn Saffenberg eigenaar van ‘Paardenburg’ (30 mei 1730). Negen jaar later doet hij de herberg voor ƒ 9.500,-  over aan de heer Emmericus Veeling, wonende te Bodegraven, die haar dezelfde dag nog met een winst van ƒ 1.300,- overdoet aan Gerardus Greevers, wonende aan de Haagse Schouw, die eveneens een hypotheek van
ƒ 6.000,-  tot zijn last moet nemen. Anna Boel, de weduwe van Gerardus Greeve (of Grievers) liet ‘Paardenburg’ na aan haar dochter Christina Walbers, gehuwd met Jan Steen. Laatstgenoemde vermaakte bij zijn testament van 1790 de herberg aan Gerardina Theodora Ploos, gehuwd met Lambertus Mager. Gerardina deed in 1801 ‘de herberg genaamd ‘Paardenburg’ met deszelfs huizing, koets of wagenhuis, stalling voor 18 paarden, benevens een wagenhuis met koe en paardenstallingen mitsgaders een roijaale kolfbaan alles met hun ervan en circa 3 morgen allerbest toegemaakt weijland’, voor ƒ 6.200,-  aan Gerardus van Groll. In tegenstelling tot de buitenplaatsen die juist in het begin van de 19de eeuw zeer in waarde verminderden, steeg de waarde van ‘Paardenburg’ in acht jaar tijd van ƒ 6.200,- tot ƒ 10.000,-, welk bedrag Albertus van Leusden er in 1810 voor neertelde.

De zaken floreerden minder goed, want Albertus van Leusden moet in 1824 twee hypotheken geven op ‘Paardenburg’, één van
ƒ 3.000,-  en één van ƒ 5.000,-. In 1826 moet hij zijn herberg met nog eens ƒ 5.00,-  bezwaren. Twee jaar later (1828) is hij echter toch genoodzaakt om ‘Paardenburg’ te verkopen. Voor het zeer hoge bedrag van ƒ 16.800,-  wordt Jean Baptiste Ceulemans er eigenaar van. Bij verkoop in het volgende jaar, (1829) aan Thomas Ockerman, wordt er dan ook niet meer dan ƒ 8.500,-  voor betaald. Tevergeefs proberen de Ockermans op 14 februari 1846 hun herberg in openbare veiling te verkopen. De biedingen bleven beneden de gestelde limiet. Maar vier dagen later meldt Harmen Hogenhout zich als koper; hij wordt voor ƒ 3.800,-  eigenaar.

Zo zouden wij voort kunnen gaan met de opsomming van elkaar opvolgende eigenaars, want ‘Paardenburg’ heeft zich tot vandaag weten te handhaven. Vooral in de tijd van Plesman was het een bekend vliegersrestaurant.

Zie voor recente informatie en foto's Brasserie Paardenburg

Klik hier voor andere foto's in de categorie Gebouwen