Bram Bogart, de materie meester in het Cobra Museum
Nieuws -> CultuurBron: Cobra Museum
14-09-2012
22 september t/m 13 januari 2013. Langverwachte hommage aan de Nederlands Belgische materie meester van de naoorlogse schilderkunst
Het Cobra Museum brengt een omvangrijke overzichtstentoonstelling van het werk van Bram Bogart (Abraham van den Boogaart, Delft, 1921-Sint-Truiden, 2012). Bram Bogart is de grondlegger van de informele kunst in Nederland. Het is de eerste presentatie van Bogarts schilderijen in ons land sinds de jaren 1980. Zijn werk uit de laatste decennia wordt voor het eerst in samenhang met het eerdere werk getoond. Het oeuvre van Bram Bogart bestrijkt 70 jaar.
Omdat Bogart zich verbonden voelde met belangrijke kunstenaars in de geschiedenis, waaronder William Turner, Constant Permeke, Auguste Herbin, Lucio Fontana, Zoltán Kemény, Bart van der Leck en Jan Schoonhoven, worden in de tentoonstelling in relatie tot zijn artistieke ontwikkeling ook enkele werken van deze kunstenaars getoond. Bijzonder is dat van William Turner het enige schilderij in Nederlands museumbezit getoond wordt, het ongedateerde olieverfschilderij ‘Wolken en water’ uit de collectie van Museum de Fundatie.
(Collectie M&M - 2012)
Bram Bogart: Bloemgang - 1965
Hommage aan Bram Bogart
In aansluiting op de toenemende internationale belangstelling voor de informele kunst, in het bijzonder voor het werk van Bram Bogart, wijdt het Cobra Museum een overzichtstentoonstelling aan deze invloedrijke en uitzonderlijke schilder die tijdens zijn actieve carrière met monumentale materieschilderijen grote internationale roem verwierf.
De presentatie is veelzijdig met een selectie van ruim 70 schilderijen uit de periode 1939 tot en met 2009; het accent ligt op de jaren vijftig. De expositie toont Bogarts hele artistieke ontwikkeling, waarbij met combinaties van schilderijen uit verschillende periodes de samenhang in het oeuvre op verrassende wijze inzichtelijk wordt gemaakt.
Grondlegger van de informele kunst
In 1946, terwijl zijn experimentele tijdgenoten, de aankomende Cobrakunstenaars, nog worstelen met het behoudende naoorlogse kunstklimaat in Nederland, verruilt Bogart op vijfentwintigjarige leeftijd zijn geboorteplaats Delft voor Parijs.
In Frankrijk ontwikkelt hij al vroeg een vernieuwde materieschilderkunst waarmee hij de grondlegger wordt van de informele kunst in Nederland. Zijn schilderijen brengen hem internationale waardering en voeren hem van Brussel naar Rome en New York. Tot aan zijn overlijden, in maart van dit jaar, is Bram Bogart de éminence grise van de Nederlandse schilderkunst.
Gedurende zijn eerste vier jaren in Frankrijk experimenteert Bogart in Antibes en Le Cannet met het direct opbrengen van ongemengde kleuren en met het mengen van verschillende verfsoorten om zijn doeken van een cementachtige huid te voorzien. Geconfronteerd met het Franse landschap en de oude gebouwen legt Bogart in Le Cannet de basis voor zijn latere materiewerk.
Hij keert in 1951 terug naar Parijs en vindt een onderkomen in het legendarische huidenpakhuis aan de rue Santeuil, waar ook Karel Appel en Corneille, en Lotti van der Gaag, een atelier hebben. Acht jaar lang bewoont Bogart er de zolderverdieping. Er is geen sprake van een artistieke uitwisseling.
Bogart volgt zijn eigen koers die resulteert in een volstrekt eigenzinnige en oorspronkelijke abstract-expressieve schilderkunst, waarmee hij afstand neemt van de kleurrijke figuratie van Cobra uit de jaren 1948-1951. In zijn ontwikkeling vindt hij aansluiting bij de informele kunst die op dat moment in Parijs tot volle bloei komt.
’Art informel’, of ’art autre’ is de verzamelnaam voor een vrije, expressieve schilderkunst die na de Tweede Wereldoorlog in Europa doorbreekt en waarbij het werken vanuit de materie en vanuit het gebaar centraal staan. In Nederland vormen Armando, Kees van Bohemen, Jan Henderikse, Henk Peeters en Jan Schoonhoven tezamen de informele groep. Bram Bogart is echter nooit toegetreden tot welke groep dan ook.
Als geen ander ontwikkelt Bogart een manier van werken, waarbij hij, geïnspireerd door de natuur, de materie mede de vorm van het schilderij laat bepalen. Hij is niet zozeer geïnteresseerd in het uitdrukken van menselijke emoties, maar legt zijn bezieling in de materie die hij op het doek en later op paneel aanbrengt.
Een fysieke daad, waarbij hij de ogenschijnlijk onhandelbare materie bestaande uit een zware cementachtige specie met bewonderenswaardige technische beheersing tot monumentale composities weet te modelleren. Zijn schilderijen, waarin kleur en materie krachtig worden samengebald, hebben een sculpturale kwaliteit. Door binnen het kader van het schilderij op een geheel eigen wijze de derde dimensie op te zoeken heeft Bogart de schilderkunst ingrijpend veranderd.
Bram en zijn toekomstige vrouw Leni verhuizen in 1959 naar Brussel; in 1961 vestigen zij zich definitief in België. In 1969 wordt Bogart Belgisch staatsburger. Er volgen actieve jaren met meerdere tentoonstellingen. In 1963 verhuist hij naar Manoir d’Ohain en blijft daar wonen en werken tot 1987.
Bogart ontvangt belangrijke prijzen; hij vertegenwoordigt België in 1970 tijdens de Biënnale van Venetië. In 1988 verhuist het gezin naar Kortenbos bij Sint-Truiden. Tot het eind van zijn leven is Bram Bogart zeer productief. Hij heeft grote tentoonstellingen in België, Italië, Zwitserland, Duitsland, Nederland, Spanje, Frankrijk en Amerika. Zijn werk is opgenomen in collecties van belangrijke internationale musea en van verzamelaars.
“Ik ben een schilder, een expressionistisch schilder”. Met deze woorden vatte de Nederlands-Belgische kunstenaar Bram Bogart zijn eigen oeuvre kernachtig samen. Met de dood van Bram Bogart wordt een hoofdstuk in de internationale en Nederlandse kunstgeschiedenis afgesloten, dat van de naoorlogse abstract-expressieve informele kunst die gelijktijdig in Europa en Amerika tot bloei kwam.
In de expositie zijn unieke filmopnamen, historische documenten en foto’s opgenomen waarmee een levendige impressie van de ‘materie meester’ wordt gegeven.
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt een bescheiden publicatie, waarin voor het eerst een aantal belangwekkende teksten over Bram Bogart zijn gebundeld, van Lucio Fontana, Wim Beeren en Hans Redeker. Van kunsthistorica en Bogart-kenner Marike van der Knaap verschijnt een voor deze tentoonstelling geschreven bijdrage.