Coronavirus update week-51 2022 in Nederland
Nieuws -> GezondheidBron: RIVM
20-12-2022
Wekelijkse update coronavirus SARS (severe acute respiratory syndrome)- CoV (coronavirus)-2. Afgelopen week steeg in Infectieradar het aandeel deelnemers met COVID-19-achtige klachten licht vergeleken met de week ervoor (naar 5,6%). Het aantal deelnemers met een positieve coronatestuitslag (SARS-CoV-2) steeg licht (naar 1,1%) vergeleken met de week ervoor – meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het aantal aan de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)gemelde personen met een positieve coronatestuitslag steeg licht (+7%). Het aantal mensen dat zich bij de GGD liet testen stabiliseerde afgelopen week (-4%). In de verpleeghuizen steeg het aantal bewoners met een positieve coronatest sterk (+51%) in de afgelopen week. Het reproductiegetal op basis van meldingen van positieve testen lag op 29 november op 0,97 (0,83 – 1,12). Het aantal nieuwe ziekenhuisopnames van patiënten met SARS-CoV-2 steeg (+16%) vergeleken met de week ervoor. Het aantal nieuwe patiënten met SARS-CoV-2 op de IC (intensive care) (intensive care)steeg licht. Er waren 26 IC-opnames (+8%), waar dat vorige week 24 opnames waren. Lees verder op de pagina Weekcijfers coronavirus SARS-CoV-2
Huidige situatie: omikron BQ.1 (inclusief BQ.1.1)-varianten komen het meest voor in Nederland. Sinds begin van 2022 zien we vooral veel verschillende varianten rondgaan die allemaal bij de omikronfamilie horen: de subvarianten BA.1 t/m BA.5. Maar ook binnen deze subvarianten zien we weer veranderingen ontstaan, afstammelingen van omikron. Dit zien we ook in het buitenland.
Van BA.2, BA.4 én BA.5 circuleren op dit moment diverse subvarianten in Nederland. Van BA.2 zijn dit bijvoorbeeld de subvarianten BA.2.75 en BA.2.12.1, van de BA.4 de subvariant BA.4.6, en van BA.5 o.a. BF.7 en BQ.1 (inclusief BQ.1.1.). Ook zijn er varianten die bestaan uit combinaties van eigenschappen van varianten, zoals de XBB.
Nadat eerst BA.1, BA.2 en daarna BA.5 dominant waren in Nederland, is BQ.1 (inclusief BQ.1.1) sinds week 48 verantwoordelijk voor de meeste besmettingen. Daarnaast zien we een toename van BA.2.75 en van recombinant XBB. Er zijn nu geen aanwijzingen dat deze subvarianten ziekmakender zijn dan de eerdere omikronvarianten.
Als een bepaalde (sub)variant naar verhouding vaak genoeg in de kiemsurveillance wordt gevonden, kan het RIVM inschatten hoe de variant zich mogelijk verder ontwikkelt. Deze inschattingen (prognoses) doet het RIVM op basis van rekenmodellen. In onderstaande figuur zie je de meest recente inschatting. Zulke inschattingen kennen altijd onzekerheden. De nieuwste berekeningen wijzen erop dat BQ.1 mogelijk enige tijd dominant kan blijven in Nederland. Het aandeel van subvarianten BA.2.75 en XBB neemt ook toe waardoor het ook mogelijk is dat meerdere subvarianten nog geruime tijd naast elkaar circuleren. Ook kunnen er nog weer nieuwe (sub)varianten opkomen.