Bijgewerkt: 21 november 2024

De Gezondheidsraad adviseert 2de boostervaccinatie voor mensen van 60-69 jaar

Nieuws -> Gezondheid

Bron: Gezondheidsraad
25-03-2022

De Gezondheidsraad adviseert om een tweede boostervaccinatie beschikbaar te stellen voor mensen van 60 tot en met 69 jaar die dat willen. Voor de rest van de volwassenen is zo’n revaccinatie nu niet nodig volgens de raad. Om in het vervolg snel te kunnen besluiten over de noodzaak voor revaccinatie van specifieke doelgroepen, heeft de Gezondheidsraad een toepassingskader opgesteld dat ook op 25 maart 2022 is aangeboden (pdf 8 pagina’s) aan de minister van Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Foto Amstelveen
(Foto Martijn Beekman/VWS - 2022)

Ernst Kuipers (D66) minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


De bescherming die COVID-19-vaccinatie biedt tegen ernstige ziekte en sterfte neemt af na verloop van tijd. Een extra vaccinatie zorgt ervoor dat de bescherming weer toeneemt, maar dat effect is tijdelijk. Door vaccinatie nog een keer te herhalen (revaccinatie) neemt de bescherming weer toe. Eerder adviseerde de Gezondheidsraad om zo’n revaccinatie aan te bieden aan 70-plussers en de meest kwetsbare groepen, omdat zij een hoger risico lopen op ernstige ziekte en sterfte door COVID-19 en doordat het aantal besmettingen waarschijnlijk nog hoog zou zijn op het moment dat de bescherming van de booster bij hen afneemt.

Doordat de besmettingsgolf door de omikronvariant langer aanhoudt dan verwacht, speelt dit scenario nu ook voor mensen van 60 tot en met 69 jaar. Bij hen zal de bescherming door de booster zijn afgenomen op het moment dat het aantal besmettingen waarschijnlijk nog hoog is. Dat kan in deze groep, die een hoger risico loopt op een ernstig beloop van COVID-19 dan mensen onder de 60, leiden tot een toename van het aantal ziekenhuisopnames. De Gezondheidsraad adviseert daarom om een tweede booster (revaccinatie) beschikbaar te stellen voor mensen van 60 tot en met 69 jaar die dat willen en die langer dan 3 maanden geleden een vaccinatie hebben gehad of COVID-19 hebben doorgemaakt.

De Omicron-variant verspreidt zich gemakkelijker dan het oorspronkelijke virus dat COVID-19 veroorzaakt en de Delta-variant. De gezondheidsorganisaties verwachten, dat iedereen met Omicron-infectie het virus kan verspreiden naar anderen, zelfs als ze gevaccineerd zijn of geen symptomen hebben.

Symptomen. Personen die besmet zijn met de Omicron-variant kunnen zich presenteren met symptomen die lijken op die van eerdere varianten. De aanwezigheid en de ernst van de symptomen kunnen worden beïnvloed door de vaccinatiestatus tegen COVID-19, de aanwezigheid van andere gezondheidsaandoeningen, de leeftijd en de voorgeschiedenis van eerdere infectie.

Ernstige ziekte. Omicron-infectie veroorzaakt over het algemeen minder ernstige ziekte dan infectie met eerdere varianten. Voorlopige gegevens suggereren dat Omicron mildere ziekte kan veroorzaken, hoewel sommige mensen nog steeds ernstige ziekte kunnen hebben, in het ziekenhuis moeten worden opgenomen en aan de infectie met deze variant kunnen overlijden. Zelfs als slechts een klein percentage van de mensen met Omicron-infectie in het ziekenhuis moet worden opgenomen, zou het grote aantal gevallen de gezondheidszorg kunnen overweldigen, en daarom is het belangrijk stappen te ondernemen om uzelf te beschermen.

Wetenschappers zijn bezig te bepalen hoe goed bestaande behandelingen voor COVID-19 werken. Sommige, maar niet alle, monoklonale antilichaambehandelingen blijven effectief tegen Omicron. Volksgezondheidsinstanties werken samen met zorgverleners om ervoor te zorgen dat effectieve behandelingen op de juiste manier worden gebruikt om patiënten te behandelen.



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.