De kunstenaars en de metropool in het Cobra Museum
Nieuws -> CultuurBron: Cobra Museum
01-06-2012
Zomertentoonstelling 'Cobra Cities'. De kunstenaars en de metropool
2 juni t/m 10 oktober 2012
Co-penhagen, Br-ussels, A-msterdam, Paris, New York . Cobra is onlosmakelijk verbonden met wereldsteden. Hier woonden de kunstenaars, ontmoetten ze elkaar in cafés en werkten in gedeelde ateliers. Zo maakten ze deel uit van de artistieke avant-garde die deze steden in de jaren veertig en vijftig kleur gaven.
Deze zomer presenteert het Cobra Museum voor Moderne Kunst ‘Cobra Cities’ met topstukken uit de Cobra collectie van het museum; de tentoonstelling geeft een impressie van de internationale kunstscène waarbinnen de Cobra kunstenaars zich bewogen.
Betrokken kunstenaars
Uit Nederland: Karel Appel, Constant, Corneille, Eugène Brands, Anton Rooskens, Shinkichi Tajiri; uit Denemarken: Carl-Henning Pedersen, Egill Jacobsen, Henry Heerup, Erik Ortvad; uit België en Frankrijk: Pierre Alechinsky, Christian Dotremont, George Collignon, Jacques Doucet, Louis van Lint, Pol Bury, Jean-Michel Atlan.
(Foto Amstelveenweb.com - 2012)
Het Cobra Museum in Amstelveen
Enkele highlights
Karel Appel, Questioning Children, 1951, schilderij; Paysage Humain, 1958, schilderij; Constant, werken uit zijn beroemde New Babylon serie; Corneille, Ville d’Ete, 1948, schilderij en L’homme dans la ville, 1952, schilderij; Egill Jacobsen Rød Maske, 1943, schilderij; Carl-Henning Pedersen, City Dream, 1946, schilderij; Asger Jorn, La carne du tendre, 1969, schilderij; Pierre Alechinsky, etsen uit de serie Les ateliers du Marais,1951.
‘Cobra Cities’
De Cobra beweging zou nooit zijn ontstaan als bevlogen kunstenaars uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam elkaar niet hadden gevonden in de metropool Parijs, het toonaangevende centrum van kunst en cultuur in de jaren veertig en vijftig. Uit deze drie steden kwamen de oprichters van Cobra, de revolutionaire internationale kunstbeweging die van 1948 tot 1951 bestond.
Voor de aanloop naar de oprichting moet teruggegaan worden naar de jaren dertig toen avant-garde kunstenaars grote veranderingen teweeg brachten in de moderne kunst. Joan Miró, Paul Klee, Picasso en Kandinsky verbleven voor langere periodes in Parijs waar ze elkaar en vele anderen inspireerden.
Zij waren ook de wegbereiders voor een groepje experimentele Deense kunstenaars, waaronder Asger Jorn en Egill Jacobsen, die in de late jaren dertig en in de jaren veertig in Kopenhagen aan de wieg stonden van de latere Cobra groep. Deze Deense kunstenaars werkten experimenteel vanuit de eigen traditie van volkskunst en mythen; daarnaast werden ze beïnvloed door de grote moderne meesters. Van Kopenhagen leidt de weg rechtstreeks naar
Parijs; Asger Jorn stapte in 1936 op zijn motor om in het bruisend hart van de kunst op zoek te gaan naar geestverwanten. Daar ontmoette hij allereerst Constant, en later ook Karel Appel en Corneille. Voor deze jonge Nederlanders was Amsterdam direct na de oorlog te klein geworden en te conservatief. Ze hadden niets te verliezen. In Parijs namen ze voor het eerst kennis van de kunst van Klee, Picasso en Miró, én van de inzichten van de Denen die geheel aansloten bij hun eigen belangstelling voor de kunst van kinderen, kunst uit niet-westerse culturen en van geesteszieken. Voor de Belgische kunstenaars die deel gingen nemen aan Cobra was de stap van Brussel naar Parijs het kleinst.
In de jaren veertig en vijftig waren beide steden verbonden door een groot draagvlak van de intelligentsia voor het Le Surréalisme Révolutionaire, het revolutionaire surrealisme. Maar er deden zich in die kringen ook disputen voor. De dichter, schrijver en filosoof Christian Dotremont kreeg schoon genoeg van de starre en intellectuele opstelling van de internationale surrealisten.
Hij ondertekende met Asger Jorn, Karel Appel, Constant en Corneille in het Parijse café Notre Dame een manifest, waarmee de geboorte van een nieuwe revolutionaire kunstbeweging, Cobra, een feit werd. De City of New York is de laatste stad in deze opsomming. New York wedijverde in de jaren vijftig met Parijs naar de positie van kunststad van de wereld. De stad was van groot belang voor een aantal Cobra kunstenaars die zich na de opheffing van Cobra richtten op een eigen internationale carrière, en wereldfaam.
Cobra
Cobra werd in november 1948 opgericht. Het doel van de deelnemers was kunst te maken zonder schoonheidsopvatting, met ruimte voor de vrije fantasie en het experiment, kunst die radicaal breekt met het verleden maar vooral kunst die landsgrenzen overstijgt. In luttele jaren groeide Cobra uit tot een invloedrijke Europese kunstbeweging met leden die reisden om elkaar te ontmoeten, inspireren en beïnvloeden. In november 1951 was de tijd al weer rijp de groep op te heffen.
Adres: Cobra Museum voor Moderne Kunst Sandbergplein 1 1181 ZX Amstelveen NL. Open dinsdag – zondag 11 – 17 uur T 020 5475050
Gelijktijdige Cobra gerelateerde zomertentoonstellingen: Cobra – Andere Tijden: 8 mei – 9 september. Deze themapresentatie schetst de roerige ontstaansgeschiedenis van Cobra tegen het decor van een naoorlogs Nederland in opbouw.
Open de kooien van de kunst. Gedichttekeningen van Lucebert: 8 mei – 9 september . Ook experimentele dichters namen aan Cobra deel. Deze solopresentatie gaat over dubbeltalent Lucebert (1924-1994), een van Nederlands meest invloedrijke dichter en beeldend kunstenaar, die woord en beeld als geen ander in zijn persoon verenigde.