De verplichte aanbesteding van Wmo is stopgezet
Nieuws -> GezondheidBron: Tweede Kamer / CBS
20-05-2010
Door steun van de PvdA-fractie is in de Kamer een meerderheid ontstaan voor de voorstellen van Agnes Kant (SP), om de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aan te passen. Hiermee wil Kant misstanden in de huishoudelijke zorg tegengaan. Als het aan haar ligt, bepalen gemeenten voortaan of huishoudelijke verzorging aanbesteed moet worden.
Kant is tegen marktwerking in de thuiszorg. Door die marktwerking moeten thuiszorgorganisaties soms onder de kostprijs werken en kunnen zij geen fatsoenlijke zorg meer leveren, stelt Kant. Vandaar haar voorstel om gemeenten basistarieven voor huishoudelijke zorg te laten vaststellen. GroenLinks en PVV steunen de voorstellen. Ook de PvdA is voor. Zij ziet de voorstellen als een "krachtig signaal" tegen de gedachte dat thuiszorg hetzelfde is als schoonmaakwerk, waarvoor wel een verplichte aanbesteding geldt.
Volgens Ab Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Europese regelgeving kwalificeert de meeste huishoudelijke verzorging als schoonmaakwerk en aanbesteding is daarom meestal wel verplicht.
Op donderdag 20 mei 2010 heeft de Tweede Kamer besloten, dat de verplichte aanbesteding van Wmo van de baan is. Door de verplichte aanbesteding waren veel bedrijven failliet gegaan en ontstond veel rumoer in deze bedrijfstak, vooral door de zakelijke benadering van de thuiszorg.
Bijna een derde van de instellingen leed verlies
In 2007 leed 31 procent van de instellingen in de ouderen- en thuiszorg verlies. Dat is veel meer dan in 2006, toen 17 procent verlies leed. Het bedrijfsresultaat daalde van 429 miljoen in 2006 naar 142 miljoen in 2007.
Gemeenten bepaalden sinds de invoering van de Wmo in 2007 hoeveel een cliënt van welke zorg ontvangt en ook wie de zorg mag leveren en hoe hoog de vergoeding daarvoor is. Hiermee is er meer marktwerking geïntroduceerd, dan voorheen toen de vergoeding voor huishoudelijke hulp onderdeel was van de AWBZ.
Huishoudelijke hulp oorzaak verliezen
De marktwerking heeft ertoe geleid, dat instellingen waarbij de huishoudelijke hulp voor Wmo-cliënten een belangrijk deel van de opbrengsten vormt, vaker verlies leden. Van de instellingen waarbij de huishoudelijke hulp meer dan 5 procent van de totale opbrengsten bedroeg, is meer dan de helft in 2007 in de rode cijfers beland. Dat is veel meer dan bij de instellingen die geen of weinig huishoudelijk hulp voor de Wmo leveren. Van hen leed 20 procent verlies in 2007.
Alfahulp
Instellingen hebben daarnaast sinds de invoering van de Wmo op grote schaal personeel in loondienst vervangen door alfahulpen (zorgverleners op het terrein van de huishoudelijke hulp, die niet in dienst zijn van een thuiszorginstelling maar van de zorgcliënt. De thuiszorginstelling bemiddelt tussen de zorgcliënt en de alfahulpen). Het aantal voltijdbanen van werknemers in 2007 daalde met ruim 5 procent. Tegelijkertijd verdubbelde de inzet van personeel, dat niet in loondienst is, waaronder alfahulpen. In totaal bleef het aantal voltijdbanen in de ouderen- en thuiszorg bijna gelijk op ruim 230 duizend. (Bron: CBS)
Thuiszorg?
De overheid noemt thuiszorg: zorg zonder verblijf. Thuiszorg is bedoeld voor mensen, die thuis verzorging of verpleging nodig hebben of hulp bij de huishouding. Dat kunnen ouderen zijn, mensen met een chronische ziekte en mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap. Ook mensen, die net uit het ziekenhuis komen en nog hulp nodig hebben, of terminale patiënten, kunnen voor thuiszorg in aanmerking komen. Hier gaat vooral om verpleging, kraamzorg, huishoudelijke- en persoonlijke verzorging, gespecialiseerde verzorging en verpleging.
Wmo?
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een wet, die de basis vormt voor een nieuw stelsel van Zorg en Welzijn, dat in 2007 in Nederland werd ingevoerd. Dit stelsel bestaat uit drie wetten. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).