Eindverslag van verkenner Plasterk
Nieuws -> PolitiekBron: Rijksoverheid
11-12-2023
Verkenner Plasterk heeft zijn werkzaamheden afgerond en het eindverslag aangeboden op 11 december 2023:
Verslag, Procedure
De Voorzitter van de Tweede Kamer heeft mij op dinsdag 28 november 2023 gevraagd een verkenning te verrichten ten behoeve van de voorbereiding van het voorziene debat van de Tweede Kamer op basis van artikel 11.1, eerste lid, van het reglement van orde en hierover verslag uit te brengen aan de Voorzitter. Hiertoe heb ik mij bereid verklaard, met de opmerking dat er mogelijk meer tijd nodig kon zijn voor deze verkenning en het uitbrengen van een verslag dan aanvankelijk voorzien.
De Voorzitter noemde desgevraagd deze mogelijkheid in haar persconferentie op dinsdag 28 november jl. Als verkenner heb ik op 28 november alle (gewezen) lijsttrekkers van de vijftien partijen die tijdens het voorziene debat op basis van artikel 11.1., eerste lid, van het reglement van orde met een fractie in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zullen zijn uitgenodigd voor een gesprek. Op woensdag 29 november, donderdag 30 november en 1 december heb ik achtereenvolgens veertien van de vijftien lijsttrekkers ontvangen. Lijsttrekker S.R.T. van Baarle (Denk) maakte via een mail van zijn secretariaat van 28 november kenbaar niet in te gaan op mijn uitnodiging voor een gesprek. In de veertien gesprekken met de gewezen lijsttrekkers heb ik mijn werkwijze uiteen gezet, kennis genomen van hun (schriftelijke en mondelinge) reacties en standpunten en hierover vragen gesteld. De aan mij tijdens deze gesprekken overhandigde brieven alsmede geautoriseerde samenvattingen van de gevoerde gesprekken zijn als bijlagen bij dit verslag opgenomen. Het navolgende overzicht van standpunten is gebaseerd op de brieven en gesprekken met de 14 lijsttrekkers voor zover deze bij de onderscheiden onderwerpen een standpunt kenbaar maakten.
(Foto Rijksoverheid - 2016)
Ronald Hans Anton Plasterk (Den Haag, 12 april 1957) is een Nederlands wetenschapper, ondernemer, columnist en voormalig politicus. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was Plasterk minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Rutte II. Hij is opgeleid en gepromoveerd bioloog, gespecialiseerd in de moleculaire genetica. Sinds december 2018 was hij CEO en oprichter van het in 2022 aan CureVac verkochte Frame Therapeutics. Naast zijn werk bij CureVac is hij sinds september 2018 werkzaam als bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2020 is Plasterk columnist bij dagblad De Telegraaf.
Interpretatie uitslag verkiezingen
Wat betreft de mogelijk te vormen coalities heeft het merendeel van de lijsttrekkers, nl. van PVV, VVD, PvdA/GL, NSC, D66, BBB, SP, SGP, Volt en JA21 het standpunt ingenomen dat het voortouw voor onderzoek naar de vorming van een coalitie ligt bij een of meer grote winnaars, namelijk de PVV, als grootste partij en een van de twee grootste winnaars, NSC, de andere grootste winnaar en BBB als grote winnaar. De lijsttrekkers van CDA en CU noemden in dit kader ook PvdA/GL. De lijsttrekker van de PvdD pleitte ervoor om het voortouw bij PvdA/GL neer te leggen. De lijsttrekker van de CU stelde dat er ook een grote verantwoordelijkheid rust op de VVD die zetels verloor maar een grote partij in de Kamer is gebleven. Verder nam het merendeel van de lijsttrekkers, nl. van PVV, VVD, D66, BBB, CDA, SGP, Volt en JA21, het nadere standpunt in dat op grond van de uitslag van de verkiezingen het onderzoek nu in eerste instantie gericht moet worden op een combinatie die in ieder geval bestaat uit de PVV als grootste partij en grote winnaar, NSC, tezamen met de PVV de grootste winnaar, VVD en BBB. De lijsttrekker van het CDA wees erop dat hiervoor op deze vier partijen een grote en zware verantwoordelijkheid rust. De lijsttrekkers van PVV en BBB wensen tijdens de verkenning een overleg, onderling of door tussenkomst van de verkenner, van PVV, VVD, NSC en BBB. De lijsttrekker van BBB suggereert dit te laten uitmonden in een manifest geïnspireerd door het voorbeeld in de provincie Flevoland (bijlage). De lijsttrekker van de VVD wenst onderzoek naar een coalitie bestaande uit PVV, NSC en BBB die de VVD vanuit de Tweede Kamer mogelijk wil maken door aan tafel te gaan om afspraken over de precieze constructie van samenwerking en thema's daarbij op papier vast te leggen. De lijsttrekker van NSC wenst niet toe te treden tot een minderheidskabinet van PVV, NSC en BBB, maar zou eventueel bereid zijn een coalitie van PVV, VVD en BBB vanuit de Tweede Kamer te steunen. Hij is, onder meer door het verkiezingsprogramma van de PVV en uitlatingen van de lijsttrekker van de PVV en hun relatie met de Grondwet, nu niet bereid tot de start van onderhandelingen met de PVV over een meerderheidsregering of een minderheidsregering. Er moet eerst duidelijk worden of partijen een gemeenschappelijk rechtsstatelijk besef hanteren. Hij heeft in zijn brief voorgesteld over te gaan tot een vervolgproces waarin twee informateurs bij alle fracties inventariseren wat de centrale opgaven voor de komende jaren zijn ten behoeve van een helder beeld van prioriteiten, beleidsvoorkeuren en mogelijke meerderheden per thema waarbij duidelijk moet worden welke oplossingen er binnen de Grondwet en internationale verdragen mogelijk zijn, met de aantekening dat, indien een parlementaire meerderheidsregering met de PVV op basis van de verkenning en dit vervolgproces niet mogelijk blijkt, er verschillende andere varianten in beeld komen zoals een minderheidsregering met partijen die de PVV niet uitsluiten (VVD, BBB), een zakenkabinet of een extraparlementair kabinet, varianten met een lossere band tussen regering en Tweede Kamer. De lijsttrekker van de SGP meent dat de PVV, VVD, NSC en BBB elk ministers moeten leveren aan een kabinet dat berust op een coalitie van deze vier partijen. De lijsttrekker van FVD wenst de winnaar van de verkiezingen aan een meerderheid te helpen. De lijsttrekker van FVD is bereid tot deelname aan een coalitie PVV-VVD-BBB-SGP-JA21, eventueel aangevuld met het CDA.
Enkele lijsttrekkers hebben deelname van hun partij aan sommige combinaties bij voorbaat uitgesloten dan wel onwaarschijnlijk of niet aangewezen geacht. De lijsttrekkers van PvdA/GL, D66, SP, CDA, PvdD, CU en Volt hebben onafhankelijk van elkaar verklaard dat zij niet beschikbaar zijn voor een coalitie waarvan ook de PVV en/of FVD deel uitmaakt. De lijsttrekker van de VVD meent dat FVD zichzelf heeft uitgesloten van samenwerking. De overige lijsttrekkers sluiten geen partijen uit van samenwerking al achtten enkelen, elk afzonderlijk, samenwerking met bepaalde partijen niet uitgesloten maar evenmin eenvoudig. De lijsttrekker van BBB sluit gesprekken met geen van de partijen op voorhand uit. De lijsttrekkers van D66 en CDA zijn niet voornemens een motie van wantrouwen te steunen tegen een aantredend kabinet op grond van het enkele feit dat de PVV daarvan deel uitmaakt of dat berust op een coalitie waarvan de PVV deel uitmaakt. De lijsttrekkers van D66, CDA, CU, SGP en JA21 zullen vanuit de Tweede Kamer voorstellen beoordelen op hun inhoud. De lijsttrekkers van PvdA/GL, NSC, D66, BBB, SP, CDA en Volt zagen in de eerste informatieronde geen grond voor een verkenning van deelname aan een linkse combinatie bestaande uit onder meer PvdA/GL, D66 en verder twee of veel meer andere partijen. De lijsttrekker van PvdA/GL ziet verder op dit moment geen grond voor deelname aan enige coalitie, met dien verstande dat PvdA/GL verantwoordelijkheid zal nemen als het moet, al acht hij dit thans buitengewoon onwaarschijnlijk. De lijsttrekker van de VVD ziet een centrumlinkse coalitie niet als een logisch gevolg van de uitslag van de verkiezingen. De VVD neemt niet deel aan een dergelijke coalitie en maakt deze evenmin mogelijk vanuit de Tweede Kamer. De lijsttrekker van de SP meent dat er zonder een dichtgetimmerd regeerakkoord in de Tweede Kamer mogelijkheden liggen voor verschillende sociale maatregelen.
Veel lijsttrekkers, onder wie de lijsttrekkers van PVV, PvdA/GL, NSC, CDA, Volt en JA21, zijn van mening dat het kabinet bij voorkeur moet berusten op steun van partijen waarvan de fracties tezamen een meerderheid vormen in beide Kamers waarbij een meerderheid in de Eerste Kamer wenselijk maar niet noodzakelijk wordt geacht. De lijsttrekker van de PVV geeft de voorkeur aan een meerderheidskabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Een minderheidskabinet of een andere vorm van politieke samenwerking zijn voor hem terugvalopties. De lijsttrekker van NSC wees op het belang van verbreding van het draagvlak in het geval van een kabinet dat steun vindt bij een meerderheid van de Tweede Kamer maar niet in de Eerste Kamer. Wat de hiervoor genoemde combinatie van PVV, VVD, NSC en BBB betreft, kan worden vastgesteld dat deze vier partijen in de Tweede Kamer beschikken over een meerderheid en in de Eerste Kamer over dertig zetels. Voor een meerderheid van deze combinatie in de Eerste Kamer kan gekeken worden naar partijen die, bijeen genomen, acht of meer zetels tellen. De lijsttrekker van JA21 verklaarde zich bereid verder te spreken over de ondersteuning van een (centrum)rechtse coalitie in relatie tot de zetels van JA21 in beide Kamers. Ten aanzien van de Tweede Kamer waren de lijsttrekkers van PvdD, Volt en JA21 geen voorstander van een minderheidskabinet terwijl de lijsttrekkers van VVD, NSC, SP en SGP daarentegen wezen op een minderheidskabinet als mogelijkheid. De lijsttrekker van NSC wees in dit verband voorts op de mogelijkheden van een zakenkabinet of een extraparlementair kabinet waarbij de kern is dat er een lossere band bestaat tussen kabinet en Tweede Kamer. De lijsttrekker van FVD toonde zich bereid hierbij desgewenst vanuit zijn kring een of meer ministersposten te vervullen. De lijsttrekkers van D66, SP, PvdD, CU, Volt en JA21 waren geen voorstanders van een zakenkabinet.
De lijsttrekker van de PVV zag een zakenkabinet, zoals eerder vermeld, als een terugvaloptie. De lijsttrekker van D66 acht de definitie van een zakenkabinet onduidelijk.
Alle lijsttrekkers hebben ten aanzien van de inhoud van een akkoord dat de basis vormt van het beleid van een nieuw kabinet verschillende onderwerpen en prioriteiten genoemd zoals opgenomen in hun brieven (bijlagen), waarbij onder meer migratie, bestaanszekerheid, wonen en klimaat vaak zijn genoemd. Geen van de lijsttrekkers heeft onderwerpen genoemd in het programma van zijn of haar partij die als zodanig in de weg staan aan een onderzoek naar de vorming van een coalitie of deelname daaraan. Sommige lijsttrekkers, onder wie de lijsttrekkers VVD, CU, SGP, Volt en JA21, hechtten aan de doorrekening van een eventueel akkoord. De lijsttrekkers van NSC, D66, BBB, CDA en PvdD vonden een vorm van doorrekening van het ontwerp-coalitieakkoord van belang, in elk geval ten aanzien van budgettair relevante hoofdlijnen. De lijsttrekker van D66 benadrukte in dit kader de Europese begrotingsregels. De lijsttrekker van de PVV wees een doorrekening niet op voorhand af. De lijsttrekker van FVD wenste geen doorrekening maar wel solide dekking.
Informateur(s) en informatieopdracht
Geen van de lijsttrekkers heeft in deze ronde voorgesteld een formateur te benoemen. Alle lijsttrekkers gingen uit van onderzoek door een informateur of twee informateurs. De lijsttrekker van het CDA bepleitte één informateur. De lijsttrekker van NSC gaf de voorkeur aan twee informateurs met een goed begrip voor het maatschappelijk onbehagen en gevoel voor bestuurlijke en politieke verhoudingen. De lijsttrekker van de SGP gaf in overweging een of meer gezaghebbende informateurs te benoemen met brede bestuurlijke ervaring en gevoel voor het maatschappelijk krachtenveld waarbij de informateur(s) bij voorkeur afkomstig is (zijn) uit (een van) de partijen die het kabinet moeten gaan dragen. Andere lijsttrekkers hebben zich desgevraagd niet uitgelaten over het aantal informateurs, het profiel of de persoon van de informateur(s). De lijsttrekker van het CDA zag een harde deadline in de opdracht van de informateur niet als strikt noodzakelijk.
Ten aanzien van de totstandkoming en inhoud van de opdracht van een informateur hebben enkele lijsttrekkers een standpunt ingenomen. De lijsttrekker van de PvdD meent dat een kabinet slechts gevormd kan worden met partijen die rechterlijke uitspraken respecteren, bindende internationale verdragen naleven en geen beleid voorstaan dat strijdig is met de Grondwet of hoger (internationaal) recht. De lijsttrekker van Volt verwacht van de PVV en zijn leider dat deze afstand nemen van uitspraken die ingaan tegen internationale en Europese verdragen en van ongrondwettelijke uitspraken, plannen, aanvallen en uitsluitingen voorafgaande aan een onderzoek naar een coalitie van de PVV met VVD, NSC en BBB. De lijsttrekker van NSC heeft in zijn brief een voorstel voor een vervolgproces gedaan, dat hierboven is aangehaald. De lijsttrekker van BBB wenst als volgende stap een gesprek te voeren tussen PVV, VVD, NSC en BBB om te kijken of er een vertrouwensbasis is die kan leiden tot een eerste stap richting een formatieproces waarbij zij kunnen gaan werken aan een regieakkoord op hoofdlijnen waarbij de visie voor Nederland in 2050 voorop staat. Volgens de lijsttrekker van de SGP is het doel van de informatie een stabiel kabinet dat kan rekenen op vruchtbare samenwerking met de Staten-GeneraaL
Op basis van mijn opdracht en de op 29 en 30 november en 1 december gevoerde gesprekken heb ik op 1 december geconcludeerd de verkenning verder te richten op onderzoek naar een vorm van politieke samenwerking tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB. Dezelfde dag heb ik de Voorzitter van de Tweede Kamer mondeling en vervolgens schriftelijk geïnformeerd en toegelicht dat dit verslag niet op 5 december jl. kon worden afgerond en aangeboden. De Voorzitter heb ik toegezegd het verslag, zo mogelijk, uiterlijk in het begin van de week van 11 december aan te bieden.
Verkenning mogelijkheden voor politieke samenwerking en een te vormen kabinet
Op 1 december heb ik de lijsttrekkers van PVV, VVD, NSC en BBB uitgenodigd voor afzonderlijke gesprekken die plaatsvonden op maandag 4 december en hen uitgenodigd voor een of meer vervolggesprekken tezamen met een van de drie andere lijsttrekkers in de volgende dagen. Vervolgens heb ik dinsdagochtend 5 december de lijsttrekkers van PVV en BBB en PVV en VVD ontvangen en op woensdag 6 december achtereenvolgens de lijsttrekkers van VVD en NSC en de lijsttrekkers van PVV en NSC. Op donderdag 7 december heb ik de lijsttrekkers van PVV en NSC opnieuw ontvangen en vervolgens de lijsttrekker van BBB waarna ik telefonisch contact had met de lijsttrekker van de VVD. In deze gesprekken is de opdracht van de informateur aan de orde gekomen, waaronder een onderzoek over een gezamenlijke basislijn met betrekking tot de democratische rechtsstaat, enkele andere onderwerpen zoals migratie, bestaanszekerheid en goed bestuur en mogelijke vormen van politieke samenwerking alsmede de mogelijke inrichting van een kabinet. Voorts heb ik op donderdag 7 december kennis gemaakt met de tijdelijk Voorzitter van de Tweede Kamer en haar ten behoeve van het debat op 13 december geïnformeerd over de beoogde datum van de aanbieding van dit verslag.
Gelet op het voorgaande kom ik op basis van deze verkenning tot de volgende bevindingen. Getalsmatig zijn er op grond van de verkiezingsuitslag geen coalities te vormen die in beide Kamers berusten op een meerderheid, overeenstemmen met de voorkeur van de meeste lijsttrekkers en uit minder dan vier partijen bestaan. Verschillende lijsttrekkers wensen niet deel te nemen aan coalities die mede bestaan uit de PW en/of de FVD. De lijsttrekkers van PvdA/GL en D66 achtten onderzoek naar deelname van hun onderscheiden partijen aan een coalitie thans niet aangewezen. Ook andere lijsttrekkers achtten onderzoek naar een meerderheidscoalitie waarvan zij, tezamen met onder meer PvdA/GL en D66, getalsmatig deel zouden kunnen uitmaken, niet aangewezen. Vrijwel alle lijsttrekkers meenden dat het initiatief bij de vier grootste winnaars ligt en de meesten van hen wensten nu een informatieronde naar een coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. Drie van de vier lijsttrekkers van deze partijen zijn bereid tot deze ronde over te gaan terwijl de vierde lijsttrekker, de lijsttrekker van NSC, een vorm van politieke samenwerking niet uitsluit maar voorafgaande aan de start van eventuele onderhandelingen hierover een nadere verkenning wenst ten aanzien van de rechtsstatelijkheid. De lijsttrekkers van de vier partijen hebben mij in de gesprekken op 8 december bevestigd dat zij hiermee instemmen.
Op basis van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat in een korte informatieronde moet worden onderzocht of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, WD, NSC en BBB, nl. de twee grootste winnaars, een grote winnaar en een grote partij, over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat en vervolgens, als hier overeenstemming over is bereikt, of er een reëel perspectief is op het bereiken van overeenstemming over enkele inhoudelijke onderwerpen zoals migratie, bestaanszekerheid, goed bestuur, internationaal beleid en ondernemingsklimaat en klimaat, stikstof, land- en tuinbouw en visserij. Verder moet worden geconcludeerd de informateur op verzoek van de vier partijen gesprekken kan voeren met andere partijen die daartoe bereid zijn met als doel een zo breed mogelijk draagvlak per onderwerp te creëren in de Staten Generaal en in de samenleving. Het doel van deze korte informatieronde is om vast te stellen of er een basis is voor een volgende informatieronde over een vorm van politieke samenwerking die de grondslag vormt voor een stabiel kabinet.
De lijsttrekkers van de vier partijen zijn van oordeel dat voor de korte informatieronde de benoeming van een informateur is aangewezen en dat hiertoe, na overleg tussen de vier lijsttrekkers, door de lijsttrekker van de grootste partij een persoon met enige afstand tot de actuele politiek zal worden genoemd.
Advies
Op basis van deze verkenning adviseer ik u, met instemming van de lijsttrekkers van PVV, VVD, NSC en BBB, om in het debat op basis van artikel 11,1, eerste lid, van het reglement van orde de benoeming te bespreken van een informateur.
Ik adviseer een informateur met de volgende opdracht te benoemen:
1. Te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.
2. Indien naar het oordeel van deze vier partijen op punt 1 overeenstemming ontstaat, vervolgens te onderzoeken of er een reëel perspectief is op het bereiken van overeenstemming over onderwerpen zoals:
1. Migratie
2. Bestaanszekerheid (waaronder zorg, koopkracht, vaste banen en voldoende woningen)
3. Goed bestuur, veiligheid en stabiele overheidsfinanciën
4. Internationaal beleid en gezond ondernemingsklimaat
5. Klimaat, stikstof, land- en tuinbouw en visserij
De informateur kan op verzoek van de vier partijen gesprekken voeren met andere partijen die daartoe bereid zijn met als doel een zo breed mogelijk draagvlak per onderwerp te creëren in de Staten Generaal en in de samenleving.
Het doel van deze korte informatieronde is vaststellen of er een basis is voor een volgende informatieronde over een vorm van politieke samenwerking die de grondslag vormt voor een stabiel kabinet. Deze korte informatieronde dient uitgevoerd te worden in december 2023 en januari 2024. De informateur biedt uiterlijk begin februari een verslag aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aan.
Ik adviseer dat de voorzitter van de grootste fractie een voorstel doet voor de te benoemen informateur. Met de aanbieding van dit verslag met bijlagen beschouw ik mijn werkzaamheden als verkenner als beëindigd. Ik dank u en de lijsttrekkers voor het in mij gestelde vertrouwen. Gaarne ben ik bereid het debat waarvoor dit verslag is opgesteld bij te wonen en de leden van de Tweede Kamer dan desgevraagd inlichtingen hierover te verstrekken.
Hoogachtend,
R.H.A. Plasterk