Gebruik van de bloedglucosemeters is niet optimaal
Nieuws -> GezondheidBron: RIVM
25-10-2016
Onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft aangetoond, dat de documentatie van fabrikanten die bloedglucosemeters maken onvoldoende is. Ook verzamelen zij onvoldoende informatie over de ervaringen van gebruikers. Dit geldt zowel voor meters die al langer verkrijgbaar zijn, als voor meters die van nieuwe aanbieders zijn. Verder zijn er verschillen gevonden tussen de meetresultaten van patiënten en die van laboratoria, waar patiënten hun meting kunnen laten controleren. Goede voorlichting over juist gebruik van de bloedglucosemeter verhoogt de betrouwbaarheid van de meting. Ook is het van belang, dat zorgverleners patiënten goed begeleiden bij het overstappen naar een andere meter.
In 2015 verschenen berichten in de media, waarin de meetnauwkeurigheid van bloedglucosemeters voor patiënten met diabetes ter discussie werd gesteld. Zo zouden nieuwere, goedkopere bloedglucosemeters van mindere kwaliteit zijn. De aanleiding hiervoor waren signalen, dat een deel van de patiënten moest overschakelen op een andere bloedglucosemeter dan zij gewend waren. Dit kwam door veranderingen in de vergoeding van bloedglucosemeters door zorgverzekeraars. Naar aanleiding van deze discussie deed het RIVM in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoek naar bloedglucosemeters.
(Bron Amstelveenweb.com - 2016)
Een prikje in de vinger, het drupje bloed ontvangen en de bloedglucosemeter bepaalt de bloedglucosewaarde. Het is een vervelend ritueel elke dag bij veel diabetes patiënten, maar tegenwoordig zijn er bloedglucosemeters, die zonder een prik in de vinger de glucosewaarden in het bloed kunnen bepalen
Het onderzoek. Tijdens het onderzoek keek het RIVM naar de technische documentatie van 20 bloedglucosemeters die op 1 januari 2015 op de Nederlandse markt waren. Dit is een verzameling documenten met technische informatie over de meters. Het RIVM onderzocht de documentatie van meters van bedrijven die al jaren op de Nederlandse markt actief zijn en de documentatie van meters van relatief nieuwe bedrijven op de Nederlandse markt.
Daarnaast analyseerde het RIVM de gegevens van zeven Nederlandse laboratoria die de bloedglucosemetingen van de professionele laboratoriumapparatuur vergeleken met de resultaten van de metingen die patiënten zelf uitvoerden. Tot slot ondervroeg het RIVM experts uit de diabeteszorg over de factoren die de nauwkeurigheid van een bloedglucosemeting kunnen beïnvloeden en de mogelijke gevolgen van afwijkende bloedglucosemetingen voor patiënten met diabetes.
De resultaten. De documentatie van de onderzochte glucosemeters bleek tekortkomingen te vertonen. De informatie over de nauwkeurigheid van de meters en het verzamelen van informatie over de ervaringen van gebruikers van de meters was onder de maat. Dat hoeft echter niet gelijk te betekenen, dat bloedglucosemeters onnauwkeurig, of onveilig zijn.
Bij de laboratoriumvergelijkingen bleek, dat bij metingen door patiënten ongeveer een vijfde van de meetresultaten verschilde met laboratoriummetingen. De gegevens van verschillende laboratoria zijn overigens moeilijk met elkaar te vergelijken, omdat laboratoria elk hun eigen criteria gebruiken. Daarnaast gaven sommige laboratoria aan, dat het percentage afwijkende metingen lager lag, wanneer de patiënt de meting herhaalt met extra aandacht voor het juiste gebruik van de bloedglucosemeter. Dit laat zien, dat behalve de meter zelf, de manier van gebruik een belangrijke factor is voor de nauwkeurigheid van de meting. Tekortkomingen in de dossiers en onnauwkeurige metingen kwamen voor bij meters van bedrijven die al jaren op de Nederlandse markt actief zijn en bij meters van relatief nieuwe bedrijven op de Nederlandse markt.
Gevolgen voor patiënten. Op de lange termijn hoeven onnauwkeurige metingen geen risico’s voor patiënten te vormen. Dat concludeert het RIVM op basis van interviews met experts. De diabeteszorg in Nederland is zo ingericht dat patiënten op verschillende zorgverleners en controles kunnen terugvallen. Het is wel belangrijk, dat patiënten goed geïnformeerd worden over deze vangnetten in de diabeteszorg. Een aandachtspunt is het overstappen op een andere meter. Patiënten en zorgverleners moeten er rekening mee houden, dat er een aanzienlijk verschil kan zijn in de meetresultaten van de oude en de nieuwe meter. Daarom is goede begeleiding door zorgverleners bij een wisseling van meters van enorm belang.